Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Medische Kennisgebieden: jaar 2 toets 1 (Hanzehogeschool Groningen, HBO-V) $6.35
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Medische Kennisgebieden: jaar 2 toets 1 (Hanzehogeschool Groningen, HBO-V)

3 revues
 13 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting medische kennisgebieden, jaar 2 toets 1. Alle toetsstof uit de boeken is hierin samengevat, behalve de overige leerbestanden (hier staan wel linkjes van in, met een duidelijk overzicht). De boeken die zijn gebruikt: Anatomie en Fysiologie van de mens en Klinische Pathologie. De stof: ...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 46  pages

  • Non
  • Hoofdstukken in de beschrijving, toetsstof jaar 2 toets 1
  • 19 mars 2019
  • 46
  • 2018/2019
  • Resume

3  revues

review-writer-avatar

Par: jooskevg • 4 année de cela

review-writer-avatar

Par: tesswesterhof • 4 année de cela

review-writer-avatar

Par: larsvondeling • 5 année de cela

avatar-seller
Toetsstof MK
Jaar 2
Toets 1

Anatomie en Fysiologie:
• 2.1, 2.2, 2.3
• 15.4.1, 15.5
• 16.1, 16.2, 16.3, 16.4
• 17.1, 17.2, 17.3, 17.4
• 18.1, 18.2, 18.3
• Heel hoofdstuk 10
• 6.8, 6.9

Pathologie (begint op pagina 35)
• Heel hoofdstuk 3
• 17.3, 17.4, 17.5
• Heel hoofdstuk 12
• 4.1, 4.2, 4.3
• 7.2
• 8.3
• 14.1, 14.2, 14.4

Overig:
• https://blackboard.hanze.nl/bbcswebdav/pid-4414175-dt-content-rid-32827099_2/
courses/hvvt.1901.vt2-18-19-s2/Syndroom%20van%20Down%20-%20artikel%20uit
%20NTVG.pdf
• https://rijksvaccinatieprogramma.nl/
• https://www.ncj.nl/van-wiechen/
• https://www.huidziekten.nl/
• https://www.huidarts.com/
• https://www.huidinfo.nl/
• https://richtlijnendatabase.nl/
• https://www.voedingscentrum.nl/nl.aspx
• http://www.rivm.nl/Onderwerpen/L/Listeriose
• https://www.rivm.nl/Onderwerpe/T/Toxoplasmose
• H12 en H14: https://blackboard.hanze.nl/bbcswebdav/pid-4414175-dt-content-rid-
32827100_2/courses/hvvt.1901.vt2-18-19-s2/Voeding%20bij%20g%26z
%20H12%20Zwangerschap%20en%20lactatie.pdf




1

,Hoofdstuk 2 Anatomie & Fysiologie
2.1
• Metabolisme – stofwisseling, een cel is de kleinste stofwisselingseenheid
2 soorten biochemische reacties:
- Anabole reacties – kleine moleculen worden samengevoegd tot grotere
- Katabole reacties – grote moleculen worden afgebroken tot kleinere

• Verbranding – brandstof reageert met zuurstof, dit wordt ook wel aerobe dissimilatie
genoemd, verbranding in de cel wordt ook wel celademhaling genoemd

Verbranding van glucose: glucose + zuurstof > energie + water + koolstofdioxide
Verbranding van vetten: vetten + zuurstof > energie + water + koolstofdioxide +
afvalstoffen

• Anaerobe dissimilatie – afbraak zonder zuurstof
In formule: glucose > energie + melkzuur + water
• Adenosinedifosfaat (ADP) – stof die energie kan opladen in een cel
• Adenosinetrifosfaat (ATP) – bewaart de energie in de cel, de derde fosfaatbinding is een
energierijke binding
In formule: ATP > ADP + P + energie (P is fosfaat)
(of): ADP + P + energie > ATP

• Enzymen – reactieversnellers, belangrijkste kenmerken:
- Altijd eiwitten
- Worden door lichaam gemaakt
- Kunnen biochemische reacties razendsnel laten verlopen
- Reactiespecifiek
- Temperatuurspecifiek – elk enzym werkt het beste bij bepaalde temp –
opiumtemperatuur
- Zuurgraadspecifiek
- Worden niet verbruikt of chemisch veranderd, altijd herbruikbaar
- Hebben vaak extra stof nodig – co-enzym
- Worden meestal genoemd naar de stof die ze splitsen of naar de reactie die ze
beïnvloeden

2.2
• Cytoplasma (protoplasma) – geleiachtig vocht, wat bestaat uit water met eiwitten,
koolhydraten, vetten en zouten. Vocht van een cel
• Organellen – structuren in een cel
• Cytosol – waterige bestanddeel van een cel
• Celmembraan (plasmamembraan) – uiterst dun vliesje, omgeeft de organellen. Bestaat
uit:
- Dubbele laag fosfolipiden met daartussen cholesterolmoleculen, een fosfolipide is
een vetmolecuul dat een kop- en staartgedeelte heeft. De kop is hydrofiel
(wateraantrekkend) en de staart is hydrofoob (waterafstotend)
• Membraanporiën – afsluitbare kanaaltjes in het celmembraan


2

,• Receptoreiwit – eiwitmoleculen steken als het ware uit een cel als een antenne, om
‘boodschappen’ te ontvangen
• Glycocalix – uitstekende koolhydraten (glucose) uit een cel, zij hechten zich aan eiwitten
en vetten in de membraan
• Passief transport – kost de cel geen energie (membraan is permeabel - doorlaatbaar)
• Actief transport – kost de cel wel energie

• Kristalloïd osmotische waarde (KOW) – zuigende kracht die veroorzaakt wordt door
zouten in een oplossing
• Colloïd osmotische waarde (COW) – osmotische zuigkracht waarbij eiwitmoleculen
omringt worden door watermoleculen
• Diffusie – beweging van deeltjes van een plaats waar ze in hoge concentratie voorkomen
naar een plaats waar de concentratie kleiner is
• Osmose – diffusie van water via een semipermeabele membraan

2 vormen van actief transport:
- Enzymatische pomp – stoffen worden met behulp van enzymen door membraan
gesluisd, enzymen nemen de stoffen mee van de buitenkant naar de binnenkant, ook
wel ionenpomp genoemd
- Blaasjestransport – celmembraan maakt een ‘ballon’ om de te vervoeren stof en
brengt het naar binnen, dit proces heet endocytose. Fagocytose (vaste deeltjes),
Pinocytose (vloeistof)

• Nucleus – celkern, bestaat uit:
- Nucleoplasma – kernplasma
- Kernmembraan – wand van de celkern
- Histonen – speciale eiwitten waaromheen DNA zit
- Chromosomen – alle lichaamscellen bevatten 46 chromosomen, geslachtscellen 23

Extra info:
Een DNA molecuul is een lange keten van moleculen en ziet eruit als een touwladder in
spiraalvorm. De spiraal bestaat uit suiker en fosfaat, met daartussen ‘traptreden’. Deze
traptreden zijn stikstofbasen, waarvan er 4 zijn:
- Adenine (A)
- Thymine (T)
- Cytosine (C)
- Guanine (G)
Een A is altijd aan een T gekoppeld en een C is altijd aan een G
gekoppeld. Een suikerdeeltje of een fosfaatdeeltje met
bijbehorende ‘traptrede’ wordt een nucleotide genoemd. Er
zijn dus 4 verschillende soorten nucleotiden.

Een RNA molecuul is bijna identiek aan DNA, maar is thymine
vervangen door uracil (U). Wanneer er in een cel behoefte is aan een eiwit (vb. een enzym),
wordt dit eiwit gekopieerd in de celkern, waardoor er een spiegelend deeltje RNA ontstaat.
De code (letters) worden ook wel codons genoemd
(einde extra info)

3

, • Ribosomen – kleine bolvormige organellen die los rondzweven in cytosol of vastzitten aan
een membraansysteem (endoplasmatisch reticulum). Ribosomen bevatten eigen RNA, wat
rRNA genoemd wordt
• Endoplasmatisch reticulum – betekent letterlijk netwerk in het plasma, zijn 2 typen van:
- Glad ER – speelt een rol bij cholesterol- en lipideaanmaak voor celmambranen en is
betrokken bij bepaalde biochemische processen zoals vorming van koolhydraten en
het ontgiftigen van drugs alcohol of medicijnen
- Ruw ER – aan het buitenoppervlak zitten veel ribosomen vast
• Golgicomplex – ‘werkplaats’ van de cel, hierin worden halfproducten afgevoerd uit de cel,
ook kunnen zij eiwitten, vetten en koolhydraten omzetten in verbindingen die op specifieke
plaatsen in de cel nodig zijn
• Lysosomen – zijn door het golgicomplex gevormde kleine blaasjes die veel verschillende
enzymen kunnen bevatten, die betrokken zijn bij katabole processen (afbraak). Ook zijn zij
de schoonmakers van de cel. Als lysosomen gaan lekken heet dit autolyse, hierdoor gaat de
cel meestal dood
• Mitochondriën – energieleveranciers van de cel, zorgen voor verbranding van glucose
waardoor energie ontstaat. Deze verbrandingsreactie heet citroenzuurcyclus
• Centrosoom – spoellichaampje, bestaan uit twee identieke cilindervormige structuurtjes,
de centriolen. Wordt actief als de cel gaat delen, geven richting aan waarin de celdeling
plaatsvindt


2.3
• Mitose – delingsfase van de cellen, elke minuut gaan er miljoenen cellen dood, dit wordt
opgelost door de mitose
Levenscyclus van de cel bestaat
uit 3 fasen:
1. Delingsfase (mitose)
2. Groeifase
3. Functionele fase

• Groeifase – begint na de mitose. De groeifase is een fase
van toename van het cytosol, het opnemen van water, het bijmaken van
celmembranen, plasmamembranen en organellen. Ook komt de eiwitsynthese op gang.
Snelheid is celafhankelijk, bloedcellen delen sneller dan huidcellen. Gemiddeld duurt een
deling van een huidcel zo’n 25 uur, terwijl de mitose slechts 1 uur duurt

• Functionele fase – is de fase waarin de cel zich differentieert om zijn specifieke functie uit
te gaan oefenen (bijv. bloed- of huidcel)
• Celdifferientatie – ‘verschillend worden’ van de cel
• Celspecialisatie – gedifferentieerde cel gaat specialiseren, het vermogen om specifieke
functie te vervullen
• Stamcellen – cellen die zich veel vaker kunnen delen, handig bij aanvullen van cellen




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur milanboerema. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour $6.35. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

75278 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


$6.35  13x  vendu
  • (3)
Ajouter au panier
Ajouté