WEEK 1A
Retailing = alle activiteiten van bedrijfshuishoudingen die zich richten op de directe afzet van
goederen en diensten aan consumenten, voor zover deze goederen en diensten worden
betaald uit het netto-inkomen van de consumenten.
Retailbestedingen =
- Bestedingen aan diensten door consumenten
• Bankdiensten, verzekeringen, medische diensten, vakantiereizen
- Bestedingen aan goederen door consumenten
• Inclusief goederen die direct genuttigd worden (horeca)
Detailhandel = dat gedeelte van de totale economische bedrijvigheid dat zich bezighoudt
met de verkoop van goederen direct aan consumenten.
Retail = dat deel van de economie dat zich bezighoudt met het rechtstreeks leveren van
goederen en diensten aan consumenten.
Bedrijfskolom →
Directe omgeving detailhandel =
Veranderingen in retail =
- Functie
- Bedrijfskolom
- Waardeketen
- Vorm van de organisatie
Waarom detailhandel =
1. Herverdeling in tijd: voorraadfunctie
2. Herverdeling naar plaats: distributiefunctie
3. Herverdeling naar hoeveelheid: vraag en aanbod afstemmen
Traditionele functie =
- Goods producing process: industriële benadering van distributie
- Seller’s market naar buyer’s market: overvloed van aanbod ontstaan dat via veel
afzetkanalen aan de consument wordt aangeboden
- Herverdeler naar tijd, plaats en hoeveelheid van productrange.
,Huidige functie =
- Demand satisfying process
- Buyer’s market
- Samensteller van op de consumentenbehoefte afgestemde, vraagverwante
assortimenten in een passende omgeving.
Oude bedrijfskolom = Nieuwe bedrijfskolom =
Mengvormen functieverandering →
Plaats in retail in economische theorie =
T1 > T2 + T3
T1 =kosten gemoeid met rechtstreekse distributie van
de producent aan de consument T2 =kosten
gemoeid met leveringen van de producent aan de
retailer
T3 =kosten gemoeid met de levering van de retailer aan
de consument
Transactiekosten matrix →
,Marketing = zijn alle activiteiten van georganiseerde huishoudingen welke de bevrediging
van behoeften, verlangens, aspiraties of verwachtingen van individuen dienen door het
ruilproces op doeltreffende en doelmatige wijze voor te bereiden en te effectueren.
Consumentenmarketing = alle
marketingaspecten die gericht zijn op de
behoeftebevrediging van de eindgebruiker.
Retailmarketing = consumentenmarketing.
Gericht op afzet van retailers aan
eindgebruiker.
Trademarketing = gericht op afzet van producenten aan tussenhandel en retailers in de
goederensfeer.
Retailing: de vormen =
Retailing: de aanbieders =
Goederenretail in Nederland: de
indelingscriteria
- Functionele detail bestedingen = vraagzijde
• Levensmiddelen/functioneel → 13%
• Duurzame en overige goederen → 33%
• Diensten → 54%
- Institutionele detailhandel bestedingen = aanbodzijde
• Alle detail omzet inclusief de omzet van de niet-detail
, Nominale ontwikkeling = omzet
Volume ontwikkeling = prijs en afzet
Indeling naar goederensoort =
E-tail = online goederenretail
Webrooming = online oriënteren en offline kopen
Showrooming = offline oriënteren en online kopen
Indeling omvang onderneming =
- Grootwinkelbedrijf: meer dan 100 mensen
- Middenbedrijf: tussen 10 en 100 mensen
- Kleinbedrijf: minder dan 10 mensen
Indeling naar juridische samenwerkingsvorm =
1. Inkoopvereniging
- Onafhankelijke retailers
- Werken vrijwilliger
- Geen formulevorming
2. Vrijwillig filiaalbedrijf
- Zelfstandige ondernemers kopen in bij 1 en dezelfde grossier (C1000)
- Niet succesvol in non-food sector agv diversiteit in vraag bij de consument
3. Franchising (groeistrategie)
- Zelfstandige ondernemers die zich aansluiten bij een formule franchisor =
formulebeheerder. Franchisee = formulenemer
- Hard franchising (marketingmix 100% overgenomen, zoals Hema, AH)
- Conversiefranchise (eigen filialen omzetten in franchise vestigingen)
- Soft franchising (marketingmix 70% overgenomen, zoals Attent, Team)
Operationele indelingscriteria =
- Logistiek georiënteerd: routine
• Constante aanwezigheid producten
• Externe logistiek op orde (goederenstroom leverancier naar winkel)
• Interne logistiek op orde (goederenstroom van magazijn naar verkoopschap)
• Hoge omzet-ratio
• Stabiel
• Lage winstmarges
- Verkoop georiënteerd: klantenstroom op orde houden.
• Korting aanpak
• Veranderend assortiment
• Relatief hoge omzetsnelheden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carlijnhuijbregts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.53. You're not tied to anything after your purchase.