Samenvatting volledige cursus + lesnotities management. Bevat alle hoofdstukken alsook de twee intermezzo lessen met uitgewerkte oefeningen.
2e semester 2023
Management
0_Proloog
• Uitdagingen voor de architect
o Nodig om economische kennis te hebben
• Inzicht in economisch kader
o Nuttig in iedere rol
• Structuur van de colleges
o Vaste structuur + vaste thema’s
o Intermezzo
Oefeningen, vragen, …
• Worden uitgetypt
Vragen examens liefst laatste intermezzo
1_De grote lijnen
Terugkerende zaken in het college
Inleiding
Doel van de colleges
• Perspectief bieden
o Zaken die onbekend zijn
o Verbanden leggen
• Context scheppen
• Bewustwording creëren
o Bewustwording noodzaak economie in de praktijk
Anders wordt dit een zwakke plek in je oeuvre
o Belang stijgt in de praktijk hedendaags
Economie als sociale wetenschap
• Economie = sociale wetenschap
o Economische inzichten politiek-maatschappelijke visies
o Gebaseerd op een serie rivaliserende (en veranderende) denkkaders
o Mens van vlees en bloed als fundament van theorieën
o Resultante van een dynamisch samenspel binnen een institutioneel kader
o --> domein van economen en politici
Bovenaf de grote structuren zien en vertalen
• Economie is geen exacte wetenschap
o Geen enkele persoon past perfect in een theorie
o De socio-economische context verandert steeds
o Mensen zijn niet rationeel
o Mensen zijn niet voorspelbaar
o “Economie heeft meer raakvlakken met recht dan met wiskunde “
Recht is een sociale discipline
• Gaat over verbanden tussen mensen
, Maar
• Economie bevat wel aspecten die zich exact laten becijferen
o Intresten en rendementen
o Rapporteringen
o Heffingen en taksen
o domein van de fiscalisten, boekhouders, …
• “Economie is zoals de mens: rationeel en emotioneel tegelijk “
Definitie economie
• “The science which studies human behavior as a relationship between ends and scarse means which have alternative uses”
- L. Robbins
o Schaarste
Beperkte hoeveelheid middelen
o Keuzeproblemen
Veelheid aan bestedingsmogelijkheden
o --> het economisch probleem
• --> economisch motief = oplossen van dit probleem is de drijfveer van menselijk handelen
o Hoe gaan we die verdeling maken?
o Micro-economie
Economisch probleem analyseren op kleine schaal
• Vb. Een gezin, een bedrijf, een product
o Macro-economie
Economische probleem analyseren op grote schaal
• Vb. Een land, een sector
Kernbegrippen
• Het ‘economisch probleem’ analyseren adhv 3 kernbegrippen
o Behoeften
Verlangens van de mens (onbegrensd, niet allen even fundamenteel)
Vervulling door inzet schaarse middelen
Verschil ende zaken kunnen een behoefte vervullen: substituten
Het nut van goederen is subjectief, en dus kan de prijs (waarde) variëren van persoon tot persoon.
Economie oordeelt niet over de wenselijkheid van behoeften, en is neutraal. (Staatsregulering nodig?)
• Gaat enkel over het oplossen van het probleem
Welvaart = de mate waarin de behoeften worden vervuld met schaarse middelen
• Land is welvarend als het veel behoeften kan vervullen met weinig middelen
Welzijn = is de combinatie van welvaart met vervulling van niet meetbare behoeften (trade-off)
o Productiefactoren
Arbeid
• Originele productiefactor
• Kwantitatief aspect: demografie
o Veel of weinig
• Kwalitatief aspect: vaardigheid
o Goed of minder goed
• Tijdsaspect: arbeidsduur
Natuur
• Originele productiefactor
• Verschil ende functies
o Inputfunctie
o Ruimt scheppende functie
, o Recreatieve functie
o Afval ontvangende functie
Vb. discussie rond stikstof
• Milieuverontreiniging/klimaat:
o Natuur wordt ‘schaars’
Kapitaal
• Afgeleide van arbeid en natuur (de twee eersten)
• Indirecte behoeftevervulling
o We maken/kopen iets om een behoefte te vervullen daarmee
• Het resultaat van investeren na sparen van vermogen.
o Investeren = niet meteen een behoefte vervullen
• Ook immaterieel (overheid)
o Goederen
Gericht op behoeftevervulling
Zijn ook schaars, want worden gevormd uit schaarse productiefactoren
Duurzaam (meerdere gebruiken, vb. auto) of niet-duurzaam (slechts éénmalig in gebruik, vb. pint)
Consumptiegoed: directe behoeftebevrediging, vb. pint
Investeringsgoed: indirecte behoeftevervulling
• Duurzame investeringsgoederen (=kapitaalgoederen): duurzaam van karakter
o vb. machines
• Niet-duurzame investeringsgoederen: éénmalig in gebruik
o vb. printerinkt
Finale goederen (eindproduct, vb. kledij) of intermediaire goederen (halffabrikaten,vb. stof)
• Vb. GSM: finaal, chip: halffabrikaat
• Verschil ende stages in verschil ende landen
o België: afzetland
Economische spelers
• Economie is het samenspel tussen 3 soorten spelers
o Gezinnen
Consumeren
Bron van arbeid (loon)
Binnen het gezin veel economische activiteit (vb. koken en poetsen) die niet ‘meegeteld’ wordt > belang van
huishoudelijk werk voor welvaart
o Bedrijven
Samenbrengen en vergoeden van productiefactoren
Creëren van toegevoegde waarde (winst)
o Overheid
Vormt het kader waarbinnen bedrijven en gezinnen opereren (=Instellingen)
Collectie productie (vb. afvalophaling) en consumptie (vb. publieke bouwwerken)
• Om toegevoegde waarde te creëren
Belastingen
• Moet het kader voeden en maken investeringen mogelijk
Theorieën
Economische stromingen
Of hoe analyseert men doorheen de (Westerse) geschiedenis naar het economisch vraagstuk
• Context
o Economische stromingen
Resultaat van lange ontwikkeling
, Conflicterende paradigmata/visies: wordt beïnvloedt door je omgeving
• Mensbeeld
• Rol overheid
• Methodieken
Sociaal-economische omstandigheden
Politiek-maatschappelijke stromingen
• Voorlopers
o kenmerken
Tot ca. 1750
Voornaamste pre-klassieke denkrichtingen, maar niet de enige (vb. Thomas van Aquino)
Economische gedachten, maar geen autonome wetenschappelijke discipline.
Telkens focus op één enkel aspect
Product van Ancien Régime (de drie standen)
o Mercantilisme (1450 – 1750)
Obsessie met edele metalen/handel
• goud en zilver in eigen land houden
Handelsbalans
• zo weinig mogelijk andere naties laten verkopen aan u
Nationalisme/Protectionisme
Koloniaal (westers) systeem
Voedingsbodem voor conflict en oorlog
• Heel vijandige houding
o Proberen elkaars grondstoffen af te nemen
Trump als hedendaagse variant
• Handelsbalans – thuisland – ‘de andere vs wij ‘
o Fysiocratie (1750 – 1790)
Obsessie met (landbouw)grond
• Natuur als basis voor rijkdom
Economische kringloop (cfr. bloedsomloop)
Eerste poging tot een analytisch totaalmodel
Landbouw = productieve klasse
Handel & Ambacht = ‘steriele’ klasse
Vrije prijsvorming
• Mensen die productiever waren, werden minder gestimuleerd om iets te doen zonder verloning
Schaalvergroting en privébezit landbouwgronden
• Franse revolutie: Klassieke school (1775 – 1875)
o Eerste volwaardige economische theorie
Adam Smith
• Wealth of Nations (1776)
o Zelfde jaar als Amerikaanse revolutie
Start Franse revolutie
o Startpunt van economische wetenschap
o An inquiry into the nature and causes of the Wealth of Nations (1776)
o Vandaag de norm binnen de economische wetenschap:
Vrijhandel (vs. Mercantilisme)
Ambacht, handel en industrie vs. Fysiocratie
• In tegenstelling tot (landbouw)grond
Specialisatie en ruil
Arbeidsverdeling
‘the invisible hand’ die voor evenwichten zorgt
Thomas Malthus
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller freyademeyer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.63. You're not tied to anything after your purchase.