Lees HvJ 12 juni 2018, C-650/16 (Bevola). Analyseer dit arrest aan de hand van het
stappenplan: verwijs daarbij naar de relevante overwegingen van het HvJ EU en geef
aan waarom het Hof ten aanzien van de vergelijkbaarheid van de situaties tot een
andere conclusie komt dan in C-388/14 (Timac Agro).
Casus:
Bevola is een producent van producten voor de bouw van vrachtwagens, aanhangwagens en
trailers. Bevola is een Deense maatschappij met een filiaal in Finland. Dit filiaal is in 2009
gesloten. Hiermee gepaard gaand is er een verlies van circa €375.000 geleden. Daarop
verzocht Bevola dit verlies te mogen verrekenen met haar winst in Denenmarken. Dit is
afwezen door de Deense belastingautoriteiten. Gezien volgens paragraaf 8 lid 2 van de
vennootschapsbelasting dan gekozen had moeten worden voor een stelsel van internationale
gezamenlijk aanslag tussen Bevola en haar filiaal in Finland. (r.o. 7 t/m 10)
Geschil:
Volgens Bevola is hier de vrijheid van vestiging (artikel 49 VWEU) in het geding. Gezien
wanneer er sprake is van een Deens filiaal dit verlies wel in aftrek genomen had kunnen
worden.
Stappenplan:
1. Toegang tot vrijheden?
a. Personele werkingssfeer: Bevola is een onderdaan van Denemarken met een filiaal
in Finaland. Daarmee is zij onderdaan van de EU. Hier is de vrijheid van vestiging
in de zin van artikel 49 VWEU in het geding.
b. Materiële werkingssfeer: Er is hier sprake van een economische activiteit die
wordt uitvoert door Bevola en haar filiaal in Finland.
c. Territoriale werkingssfeer: Er is hier sprake van een grensoverschrijdende situatie
gezien Bevola een filiaal in Finland had. (r.o. 15 t/m 16)
2. Discriminatie of belemmering van vrijheden?
Gezien Bevola het verlies van het Finse filiaal niet kan verrekenen en dit wel zou kunnen
indien het gaat om een Deens filiaal is er in beginsel sprake van ongelijkheid. De enige
mogelijkheid om wel een verrekening van dit verlies te krijgen is een internationale
1
, gezamenlijke aanslag te doen. Er hangen hier twee voorwaarden mee samen die een zware
last vormen. Namelijk dat de inkomsten in zijn geheel uit Denemarken of een ander land waar
een vennootschap, vaste inrichting of onroerend goed is gelegen. Dit maakt dat het hebben
van een filiaal buiten Denenmarken onaantrekkelijker is dan een filiaal in Denemarken. Dit
wordt veroorzaakt door een lidstaat, namelijk Denemarken. Er is zodoende geen sprake van
een dispariteit. (r.o. 21 t/m 29)
Denemarken en Oostenrijk halen aan dat een filiaal dat onder de heffingsbevoegdheid van
Denemarken valt niet vergelijkbaar is met een filiaal dat daar niet onder valt, op grond van
Nordea Bank Danmark (C48/13) en Timac Agro Deutschland (C-338/14). Het HvJ geeft
echter aan dat dit al in STEKO Industriemontage (C-377/07) geoordeeld dat dit de
vergelijkbaarheid niet in de weg staat. Het HvJ oordeelt dat deze situatie vergelijkbaar is met
een binnenlandse situatie. (r.o. 30 t/m 40)
3. Rechtvaardigingsgrond voor de belemmering?
Denemarken haalt allereerst aan dat de handhaving van een evenwichtige verdeling van de
heffingsbevoegdheid, in de zin van X Holding (C-337/08). Ten tweede haalt Denenmarken
aan dat het verschil in behandeling noodzakelijk is om de samenhang van het belastingstelsel
te waarborgen, in de zin van Max-Heinz Feilen (C-123/15). Het HvJ oordeelt dat de
evenwichtige verdeling van de heffingsbevoegdheid een geldige rechtvaardigingsgrond is om
specifiek dubbele verliesverrekening te voorkomen. (r.o. 41 t/m 54)
4. Is nationale maatregel geschikt om zijn doel te bereiken? (geschiktheidstoets)
Er bestaat echter geen enkele mogelijkheid meer om verlies te verreken voor Bevola in
Finland. Dit maakt een dergelijke regeling ongeschikt om het doel van dubbele
verliesverrekening te voorkomen en gaat dus verder dan noodzakelijk. (r.o. 55 t/m 58)
5. Gaat belemmerende maatregel verder dan nodig om zijn doel te bereiken?
(noodzakelijkheidstoets)
Zodoende gaat de regeling verder dan noodzakelijk. (r.o. 59)
6. Is de belemmering van de vrijheden evenredig aan doel van de nationale maatregel?
(evenredigheid stricto sensu)
Niet van toepassing.
Bevola versus Timac Agro
In Timac Agro ging het tevens om de verliezen van een buitenlandse vaste inrichting. Hieruit
volgde dat een buitenlandse vaste inrichting niet vergelijkbaar was met een binnenlandse
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller m11. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.