100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Privaatrecht (13/20) - Handelswetenschappen UGent () $6.95   Add to cart

Summary

Samenvatting Privaatrecht (13/20) - Handelswetenschappen UGent ()

 73 views  6 purchases
  • Course
  • Institution

Een duidelijke en gestructureerde samenvatting van slides en notities van tijdens de lessen Privaatrecht (gegeven in het 2e jaar alsook in het schakeljaar HW). Ook delen uit het boek 'Privaatrecht in hoofdlijnen' werden opgenomen, maar uiteraard staan zaken die niet gezien werden in de les niet in ...

[Show more]

Preview 4 out of 114  pages

  • May 7, 2024
  • 114
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
DEEL 1: PERSONEN EN FAMILIERECHT
H1: DE MENS
AFDELING 1: BESTAAN VAN DE FYSIEKE PERSOON
= alleen personen die bestaan, hebben RPH en zijn drager van rechten en plichten
Bv. erven, ontvangen van schenkingen, de erkenning
Bestaan fysieke persoon begint vanaf geboorte (vanaf levensvatbaarheid) en eindigt met de dood

Begin
1. Het bestaan
= bestaan van de mens als rechtssubject start bij geboorte
RPH wordt slechts toegekend indien:
 Het kind levend geboren wordt
 Het kind levensvatbaar is

Soms worden er ook al rechten toegekend aan een nog ongeboren vrucht (m.b.t. erven of ontvangen van schenkingen)
MAAR ongeboren kind kan slechts na zijn geboorte aanspraak maken op deze rechten én moet verwerkt zijn vóór
toekenning rechten én moet levend en levensvatbaar geboren worden
! let wel: dit betekent niet dat het kind al RPH zou verkrijgen vóór de geboorte

2. Embryobescherming
Wat met embryo’s?
 Nood aan embryobescherming door evolutie medische wetenschap + i.h.k.v. overheidstechnieken (IVF) zijn er
overtallige bevruchtte eicellen  noodzaak aan nieuwe beschermingen
 Wetten: niet veel aandacht aan besteden (niet in codex)
 Onderzoek bij overtallige bevruchtte eicellen mag, maar onder bepaalde voorwaarden:
o Onderzoek op embryo in vitro (bevruchting buiten lichaam) mag
o Verbod op reproductief klonen (voortplanting)
o Verbod op gebruik voor commerciële doeleinden of voor eugenetica

3. Abortus
Abortuswetgeving: we moeten zorg hebben voor ongeboren kind
Pas in 1990 wetgeving ontstaan: ervoor was elke opzettelijke zwangerschapsonderbreking met doel vrucht te
doden strafbaar
 Pas vanaf 1990 onder cumulatieve voorwaarden de strafbaarheid weggenomen (art. 350 Sw.):
o Abortus moet op verzoek én met toestemming van de vrouw,
o Door geneesheer in medische omstandigheden gebeuren,
o Gedurende eerste 84 dagen of indien vrouw in noodsituatie verkeert
Abortus kan vanuit verschillende invalshoeken bekeken worden:
- Spontane abortus (of miskraam) VS uitgelokt
- Doel plegen abortus
o Therapeutische redenen: voorzetten kan medisch gevaar met zich meebrengen (dus gezondheid moeder
waarborgen)


Pagina | 1

r

, o Eugenetische redenen: zwaar gehandicapt kind
o Sociale redenen: verkrachting
- Naargelang wie abortus uitvoert: medisch geschoold VS medisch ongeschoold personeel
- Naargelang de vrouw ermee instemde VS niet mee instemde

Recente wetgeving (15 oktober 2018) gaat over vrijwillige abortus: waarom niet strafbaar?
 Strafbaarheid hangt af van de al dan niet vrijwilligheid
 Principieel strafbaar behalve als er aan bepaald aantal voorwaarden voldaan is

Abortuswet 2018 (art. 2)
De zwangere vrouw mag arts verzoeken om haar zwangerschap af te breken onder de volgende voorwaarden:
- voor het einde van de 12e week na de bevruchting
- onder medisch verantwoorde omstandigheden
- door een arts
- in een instelling voor gezondheidszorg
- vrouw moet schriftelijk bevestigen
- na termijn van 12 weken kan zwangerschap afgebroken worden indien ernstig gevaar voor moeder of
het is een ongeneeslijk ziek kind (5°)

4. Aangifteverplichtingen na de geboorte
 Art 55 e.v. BW: geboorte van een kind leidt tot aangifteverplichting
 Binnen de 15 dagen na bevalling, door vader of moeder
 Akte bevat: dag, uur, plaats, geslacht, voornaam, naam (ook van ouders), woonplaats en
beroep ouders

Einde
 Einde van de fysieke persoon, dus ook einde RPH
 Problemen enerzijds over de dood en anderzijds over de onzekerheid van het bestaan van een persoon
1. Dood
Wanneer ben je nu dood?  aantal juridische problemen:
 Juiste vaststelling van het overlijden (! geworden door orgaantransplantatie)
 Recht om rustig te sterven VS respect voor het menselijk leven: ondanks we ze nog in
leven kunnen houden
Juridisch statuut van het lijk: geen verhandelbaar goed bv. als kind < 18m overlijdt, is er automatisch autopsie
behalve bij verzet van de ouders
1.1 Vaststelling van het overlijden
 Moeilijk: proces dat zich in de tijd kan uitstrekken
 Tot nu toe geen enkel wettelijk criterium om ogenblik vast te stellen
 bij geboorte: kind is eruit, dus geboren

 Eenvoudigste vaststelling: lijk  toestand menselijk lichaam na overlijden

 Donatie organen: transplantatie: moet bij dood vaststelling door 3 geneesheren die niets met
orgaantransplantatie te maken hebben (Wet 13 juni, art. 11)

 Mens is dood bij volledige en definitieve afwezigheid van hersenwerking met inbegrip van de
hersenschors  na dergelijke dood soms nog mogelijk om aantal functies in stand te houden
= klinische dood



Pagina | 2

r

,1.2 Recht om rustig te sterven
 rekening houden met tegenstrijdige inzichten:
Ingrepen in stervensproces:
1) Onaantastbaarheid van het menselijk leven als 1 van de pijlers van onze maatschappij
= onaantastbaarheid van het sterfbed  men aanvaardt het recht om niet gestoord te worden in
stervensproces

! strijdig met persoonlijkheidsrechten: wanneer het stervensproces kunstmatig verlengd wordt
= therapeutische hardnekkigheid (de kaars is zo goed als uit maar je wil hem toch nog een
beetje laten branden, het doel is niet doden, ookal is de dood onvermijdelijk)

2) Een beperkte mate van zelfbeschikking voor het rechtssubject bij de beoordeling van
de levenskwaliteit (vroeger: leven heilig, nu kan dit een reden zijn voor de beëindiging
ervan)
= euthanasie ≠ zelfdoding
= opzettelijk levensbeëindigend handelen op vraag van persoon die geëuthanaseerd
wordt (<-> therapeutische hardnekkigheid)

Wanneer kan je euthanasie plegen?
1. Bij terminale situatie
2. Bij uitzichtloze toestand van constant lijden, zowel fysiek of psychisch, en ongeneselijk zijn

 Principieel strafbaar (art. 392-393 SW: strafrechtelijk straf voor doding en doodslag)

o Euthanasie is een misdrijf behalve als je aan bepaalde voorwaarden voldoet

 Toegelaten: gevallen (vwd’en) waarbij euthanasie geen misdrijf is (zie art. 3 Euthanasiewet)

o Door een arts
o Vrijwillig en herhaald verzoek vooraf in schriftelijke vorm door meerderjarige
handelingsbekwame persoon of door ontvoogde minderjarige
 kan door wilsverklaring door handelingsbekwame persoon toen hij nog bekwaam was om wil te
uiten (is geldig voor onbep. duur)  er kunnen ook 1 of meer meerderjarige vertrouwenspersonen de
arts op de hoogte brengen over wil patiënt
o Medische uitzichtloze toestand van aanhoudend en ondragelijk lijden = gevolg van
ongeneselijke ziekte of ongeval
o Alle voorwaarden en procedures moeten nageleefd worden (info, controle, consultatie en
aangifte)

! geen mensenrecht: Europees Hof voor Rechten van de Mens maakte in arrest bekend dat
euthanasie geen erkend mensenrecht is, het EVRM wordt niet geschonden als het land zelfdoding
weigert (bv. Diane Pretty, wou dat haar partner hielp met zelfdoding, maar Britse recht liet dit niet toe en
terecht)

! geen verplichting tot medewerking van arts




Pagina | 3

r

, EXA: Onderscheid meerder- en minderjarigen

- Meerderjarige handelingsbekwame of ontvoogde minderjarige patiënt bevindt zich in een medisch uitzichtloze
toestand van aanhoudend en ondragelijk fysiek of psychisch lijden dan niet gelenigd kan worden, en dat het
gevolg is van een ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening

- De minderjarige patiënt die oordeelsbekwaam is, zich in een medisch uitzichtloze toestand bevindt van
aanhoudend en ondraaglijk fysiek lijden dan niet gelenigd kan worden en dat binnen afzienbare termijn het
overlijden tot gevolg heeft, en dat het gevolg is van een ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte
veroorzaakte aandoening

 Minderjarige: beperken tot fysiek lijden en moet binnen termijn overlijden tot gevolg hebben

3) Medisch handelen zonder oogmerk te doden (maar wel met de dood als gevolg)
Verschillende typegevallen:
 Het toedienen van pijnbestrijdingsmiddelen zelf indien ze dood tot gevolg kunnen hebben ≠
euthanasie, want pijnbestrijding is doel van deze handeling (niet het doden)
 Zinloze/onverantwoorde medische ingrepen: de beslissing ligt bij de geneesheer, die
moet bewijzen dat de ingreep geen uitkomst biedt
 ! Kunstmatig in leven houden:
o Indien de dood medisch gezien is ingetreden = klinische dood  alle activiteiten
horen gestaakt te worden, behalve degene die nodig zijn om het lichaam in tact te
houden voor transplantatie
o Indien de dood niet is ingetreden (bv. bij langdurige comapatiënt)  vraag i.v.m. in
leven houden of niet?  geen wet rond, men stopt als de behandeling nutteloos
lijkt, soms is er tussenkomst van een rechter
 Personen die over vrije wil beschikken, hebben recht om medische (levensreddende- of
verlengende) behandeling te weigeren vanwege religie of omwille van levenskwaliteit
! Ouders maken beslissing voor minderjarige en deze moet worden getoetst bij jeugdrechter

1.3 Rechtsstatuut van het lijk
 Ook m.b.t. statuut van het lijk: weinig regelgeving

 Het lijk is een res sacra:
o Geen verhandelbaar goed: niet in eco. verkeer brengen (goederenrecht)
o Men moet de wil van de overledene m.b.t. zijn lijk en begrafenis respecteren

 Lijkschouwing = autopsie  onderzoek door gespecialiseerde geneesheer om bep.
vaststellingen te doen m.b.t. het overlijden
Lijkopening kan gevraagd worden door bv:
o Familie onmiddellijk na overlijden (bv. bij wiegendood)
o In moordonderzoek of op verzoek procureur des Konings (bij verdacht overlijden)

Afstand van lijk: kan je opnemen in wilsbeschikking van de overledene waarin hij
verklaart zijn lichaam af te staan aan geneeskunde of wetenschap

Orgaantransplantatie:
 Zie art. 10 e.v. Orgaantransplantatiewet
o WG koos voor positief stelsel  na overlijden is iedereen automatisch orgaandonor,
tenzij bij verzet in het bevolkingsregister  zwijgen is instaan

Pagina | 4

r

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marielibbrecht. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80467 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.95  6x  sold
  • (0)
  Add to cart