100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Thema's Maatschappijleer VWO Parlementaire democratie $3.21   Add to cart

Summary

Samenvatting Thema's Maatschappijleer VWO Parlementaire democratie

2 reviews
 45 views  1 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

In deze samenvatting staat alles wat je moet weten van Parlementaire democratie uit Thema's Maatschappijleer VWO

Preview 2 out of 6  pages

  • No
  • Parlementaire democratie
  • March 21, 2019
  • 6
  • 2018/2019
  • Summary
  • Secondary school
  • 4

2  reviews

review-writer-avatar

By: carolienclevering04 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: kkummersteiner • 4 year ago

avatar-seller
Parlementaire democratie
Hoofdstuk 1: Wat is democratie?
Grootste dilemma van de politiek: kiezen we voor snel, daadkrachtige en efficiënt bestuur of voor een maximale
participatie van de burgers in de politiek.
In een dictatuur beslissen de machthebbers wat het beste is voor het volk, meestal gepaard met schending van de
mensenrechten en politiek geweld. Het parlement van een dictatuur (als die er überhaupt is) bestaat uit louter
sympathisanten van de machthebbers en gaat met alles akkoord.
De kenmerken van een dictatuur:
- Er is beperkte individuele vrijheid;
- Er is geen politieke vrijheid;*
- Er is dikwijls overheidsgeweld;**
- Er bestaat geen onafhankelijke rechtspraak;
- De massamedia en ook kunstuitingen staan onder censuur van de overheid.
* Politieke tegenstanders worden geïntimideerd, gevangengezet, gemarteld of vermoord. Soms vinden er
schijnverkiezingen plaats en wint de regeringspartij via verkiezingsfraude.
** De machthebbers verdedigen hun macht met harde hand. Politie, leger en vooral de geheime dienst hebben
vergaande bevoegdheden.
De kenmerken van een autocratische dictatuur:
- Wordt gevormd door een leider (hoge militair, gekozen president met alle macht);
- wordt soms geholpen door een junta;
- bevolking wordt onderdrukt;
- maar door geen ideologie zekere godsdienstvrijheid en economische speelruimte;
De kenmerken van een totalitaire dictatuur:
- een groep mensen of een partij grijpt de macht via een ideologische revolutie;
- door ideologie hebben alleen de mensen die de ideologie volledig steunen politieke invloed;
- economische en sociale leven gereguleerd. Omdat media, onderwijs en verenigingsleven onder strenge
controle staan is er sprake van indoctrinatie;
- theocratie: totalitaire dictatuur waarin de godsdienst is verheven tot staatsideologie.
tegenovergestelde van autocratie is democratie, letterlijk: het volk regeert.
De kenmerken van een democratie:
- de politieke macht is verdeeld over meerdere personen en instituties, trias politica;*
- er is individuele vrijheid, mensen mogen openlijk hun mening uiten en binnen de vastgestelde wetten hun
leven inrichten zoals zijn dat zelf willen;
- er gelden politieke grondrechten, men mag hun bestuurders kiezen;
- politie en leger hebben beperkte bevoegdheden;
- er bestaat onafhankelijke rechtspraak. Rechters los van het parlement en regering;
- er bestaat persvrijheid.
* Een democratie is daarom ook meestal een rechtsstaat, waarin burgers rechten en vrijheden hebben die door de
overheid worden gerespecteerd.
De kenmerken van een parlementaire stelsel:
- rechtstreeks gekozen parlement is het hoogste machtsorgaan;
- op basis van de samenstelling wordt er een kabinet gevormd van ministers en staatssecretarissen;
- deze moeten voortdurend verantwoordingen afleggen aan het parlement en dus indirect aan het volk;
- een meestal niet gekozen staatshoofd, macht is beperkt door de grondwet (constitutionele monarchie).
De kenmerken van een presidentiële democratie:
- bevolking kiest parlement en president;
- president kan veel politieke macht hebben maar kan ook weinig politieke macht hebben;
- president staat aan hoofd van de regering, uitvoerende macht, kan ministers benoemen en ontslaan;
- in de meeste landen mist de president het ontbindingsrecht, hierdoor wordt zijn macht beperkt.

, Vrijheid en gelijkheid zijn een van de belangrijkste waarden van de grondwet. Iedereen mag meedoen en je mag zelf
bepalen op welke manier je gebruikmaakt van je politieke rechten.Voorbeelden:
- een Kamerlid niet tevens minister, lid van de Raad van State of procureur-generaal bij de Hoge Raad kan zijn.
- Alle Nederlanders hebben vanaf achttien jaar het recht om te kiezen en om verkozen te worden. Iedereen
mag een politieke partij of vereniging oprichten, demonstreren of op een andere manier zijn mening uiten.
Een dictatuur en een democratie neigen allebei naar een oligarchie. Omdat de macht hebben steeds groter en
complexer wordt, wordt het steeds minder democratisch. Een oligarchie ontstaat meestal wanneer een politici de
macht naar zich toe trekt. Hij wordt vaak eerst erg gesteund door een grote groep mensen die een sterke leider
prefereert die het land of de organisatie strak bestuurt (meestal als de bevolking apathisch en onverschillig is).
Bij een dictatuur gebeurt dit ook. De autocratische leider heeft adviseurs en stromannen nodig om zijn macht te
handhaven. Omdat hij een deel van zijn macht aan hen afstaat, is de macht dus in feite in handen van een kleine
politieke elite.
Een andere bewering is dat naar mate dat de bevolking hoger opgeleid wordt en welvarender wordt het volk meer
verlangen krijgt naar een democratie. Langzaam zullen alle landen democratisch worden. VB: de Arabische Lente.

Hoofdstuk 2: Politieke stromingen
Nederland werd ruim 160 jaar geleden een parlementaire democratie. De rol van de overheid was beperkt. Hierdoor
ontstonden de eerste politieke partijen. Zij grepen terug op de drie belangrijkste ideologische politieke stromingen:
- het liberalisme;
- het confessionele;
- het socialisme.
Drie aspecten waar de ideologieën mee te maken hebben:
- normen en waarden die voor iedereen in de samenleving zouden moeten gelden. Vooral de grenzen van de
individuele vrijheid.
- de gewenste sociaaleconomische verhoudingen van de samenleving. Wat is een rechtvaardige verdeling van
de welvaart?
- de gewenste machtsverdeling in de samenleving. Moeten werknemers meer te zeggen hebben in een bedrijf
of moet de directie de besluiten nemen.
Progressief en conservatief oftewel links en rechts. Links: overheid stelt zich actief op voor de zwakkeren
beschermen. Rechts: stelt zich passief op, treedt alleen op als het echt nodig is. Soms willen de conservatieven de
vervangen regels weer terugdraaien, reactionair.
Links: Rechts: Politiek midden:
PvDA, SP, GroenLinks VVD, PVV CDA, D66

De meest gebruikelijke politieke indeling is die in politieke ideologieën:
Liberalisme – socialisme - confessionalisme
Liberalisme: ieder individu zich zo optimaal mogelijk kan ontplooien: wat goed is voor het individu is goed voor de
maatschappij. Mensen zijn niet gelijk maar wel gelijkwaardig. Sleutelbegrippen liberalisme: vrijheid, individuele
verantwoordelijkheid en tolerantie.
Liberalisme is ontstaan in de achttiende eeuw, tijdens de Franse Revolutie. Mensen die hun geld verdienden in de
handel en industrie wilden meer politieke macht met als ideaal persoonlijke en economische vrijheid. Liberalen
werden in de loop van de tijd steeds conservatiever. Een paar partijen waren progressief, die werkten samen met de
socialisten.
De liberalen nu vinden dat de overheid zich moet beperken tot kerntaken als defensie, onderwijs en de bescherming
van de rechtsstaat en de klassieke grondrechten. Ze wijzen de verzorgingsstaat niet af, maar willen niet dat de
vrijemarkteconomie er niet door in gevaar komt en burgers te afhankelijk worden.
Socialisten vinden dat alle kansen voor ieder individu gelijk is. Ze kunnen daar pas in de buurt van komen als alle
mensen gelijke kansen krijgen. Mensen moeten solidair met elkaar zijn: de sterkste schouders moeten de zwaarste
lasten dragen. Het doel van de socialisten is om een einde te maken aan de armoede en ongelijkheid.
De verschillende soorten socialisten:
- communisten willen dat de arbeiders door een revolutie alle macht over zouden nemen, RL, CH, Cuba;
- sociaal democraten willen maatschappelijke verbeteringen bereiken langs parlementaire weg;

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cilevanmarken. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  1x  sold
  • (2)
  Add to cart