Pluriforme samenleving
1. Verschil en verdraagzaamheid
Veel beschrijvingen van Nederland, gaan over de vrijheidsdrang en over verlangen naar ordening.
Nederland is een land waarin mensen van verschillende sociale klassen, godsdiensten en levensstijlen
samenleven; een pluriforme samenleving.
Bij de eenwording van Nederland hebben communicatiemiddelen een belangrijke rol gespeeld;
telegrafie en spoorwegen etc.
Op 1 mei 1909, na de totstandkomingen van treinverbindingen werd overal dezelfde tijdsrekening
ingevoerd.
Het dicht op elkaar leven van mensen op een klein grondgebied heeft invloed op de manier waarop
mensen met elkaar omgaan; morele geografie. Gecombineerd met pluriforme karakter maakt dit
een klimaat van tolerantie noodzakelijk. Die tolerantie was allereerst een pragmatische keuze.
Het begrip tolerantie werd gehanteerd ter aanduiding van het oogluikend toelaten van iets wat
eigenlijk verboden was. Vrijheid van geweten bestond dus wel, je mocht er bepaalde denkbeelden
op na houden.
Toch zat er een principiële kant aan de tolerantie; velen waren ervan overtuigd dat er een vrijheid
moest zijn van denken, mensen hadden recht op hun eigen geweten.
Cultuur in Nederland ontwikkeld die is omschreven met woorden als poldermodel en
pacificatiedemocratie.
Conformisme; het verlangen om zich aan te passen aan de opvattingen en gedragingen van de
meerderheid in de samenleving. In de periode die wordt gesymboliseerd door de moord op Pim
Fortuyn en Theo van Gogh is het politieke en sociale conflict scherper geworden.
De polarisatie sinds de eeuwwisseling heeft geleid tot een verhevigde politieke en maatschappelijke
onzekerheid in de omgang met culturele verschillen. Volgens velen staat de sociale cohesie in
Nederland onder druk.
2. Cultuur en identiteit
Met cultuur bedoelen we alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die de leden van
een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen.
Mensen hebben door hun cultuur een gemeenschappelijk referentiekader met deels dezelfde
normen, waarden en gewoonten.
Cultuur geeft richting aan het denken en doen van mensen en werkt dus gedragsregulerend, het
doet het gedrag van mensen geordend en voorspelbaar verlopen.
Een dominante cultuur is het geheel van waarden, normen en kenmerken dat door de meeste
mensen binnen een samenleving wordt geaccepteerd.
Als een specifieke groep eigen waarden, normen en andere kenmerken ontwikkelt die afwijken van
de dominante cultuur, spreken we van een subcultuur.
Met tegenculturen worden groepen aangeduid die zich verzetten tegen (delen van) de dominante
cultuur of daar zelfs een bedreiging voor vormen.
De belangrijkste kenmerken van een cultuur worden telkens aan nieuwe leden overgedragen via
socialisatie, het proces waarbij iemand bewust en onbewust de waarden, normen en andere
cultuurkenmerken van zijn groep krijgt aangeleerd. Socialisatie vindt vooral plaats via imitatie.
Ook de overheid en de media zijn socialiserende instituties.
, Het socialisatieproces vindt plaats door middel van sociale controle, de manier waarop mensen
anderen stimuleren of dwingen zich aan de geldende normen te houden.
Sociale controle vindt plaats in de vorm van positieve en negatieve sancties.
Door socialisatie voelen mensen zich verwant met de dominante cultuur en met de cultuur van
kleinere groepen; het proces van groepsidentificatie.
De Nederlandse socioloog Hofstede onderscheidt de vijf belangrijkste dimensies waarin culturen van
elkaar verschillen:
Machtsafstand
Individualisme vs collectivisme
Masculiniteit vs femininiteit
Onzekerheidsvermijding
Oriëntatie op lange vs korte termijn
Een manier van kijken waarbij de eigen groep wordt gezien als het middelpunt van alles en alle
anderen worden daaraan afgemeten; etnocentrisme.
Iedereen heeft vooropgezette meningen over andere groepen of culturen; vooroordeel.
Vijandigheid ten opzichte van mensen die niet tot de eigen etnische groep behoren; xenofobie.
3. Immigratielanden vergeleken
De redenen om je land te verlaten, bijvoorbeeld armoede of vervolging, noem je pushfactoren. De
redenen om naar een land te komen - welvaart of veiligheid - noem je pullfactoren.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek beschouwde iemand als allochtoon wanneer hij of zij zelf, of
ten minste één van de ouders in het buitenland is geboren. Autochtoon is iedereen die in Nederland
is geboren en van wie de (groot)ouders ook hier zijn geboren en opgegroeid.
In plaats van allochtoon wordt nu gesproken van inwoners met een migratieachtergrond.
Landen als de Verenigde Staten, Canada en Australië worden omschreven als de klassieke
immigratielanden, omdat hun samenlevingen vanaf het begin zijn gevormd door de komst van
migranten.
Zowel in Australië als Canada golden lange tijd raciale overwegingen bij de selectie van migranten.
Ongewenste immigranten worden omschreven als “Degenen die behoren tot nationaliteiten die
waarschijnlijk niet assimileren en daardoor de opbouw verhinderen van een eensgezinde natie van
mensen met dezelfde gebruiken en idealen.”
Ook de Verenigde Staten beginnen al vroeg met een regulering van de migratie.
In Canada, Australië en de Verenigde Staten geldt dat de Europese migratie inmiddels is gekrompen
tot rond de 10 procent van het totale aantal nieuwkomers.
Het verschil tussen de klassieke immigratielanden en de West-Europese landen is vooral dat in
landen als Canada en Australië al veel langer een duidelijk immigratiebeleid wordt gevoerd.
In Australië geldt sinds 1979 voor economische migranten een puntensysteem, waarbij opleiding,
kennis van de Engelse taal, leeftijd en geschiktheid voor beroepen waaraan behoefte is, centraal
staan.
In dit soort migratiebeleid staan economische criteria voorop.
4. Motieven om te migreren
We kunnen vier groepen immigranten onderscheiden:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cilevanmarken. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.