In dit document zijn de uitwerkingen van werkgroep 7 Beginselen Bestuursrecht te vinden. Ook zijn de leerdoelen en aantekeningen in het bestand te vinden.
WEEK 7: Bestuursrechtelijke rechtsbescherming (week 18 maart 2019) Hoorcollege Jak
Voorgeschreven stof:
Hoorcollege 7 Michiels H 8 t/m par. 8.6, m.u.v. par. 8.4 en 8.5.4. [NB par. 8.7 t/m 8.9 zijn dus niet
voorgeschreven]
Leerdoelen:
Studenten kennen op hoofdlijnen het stelsel van bestuursrechtelijke rechtsbescherming met
inbegrip van de verschillende soorten bestuursrechters.
Stelsel bestuurlijke rechtsbescherming
1. Bezwaar (1:5 lid 1 Awb)
Het vragen van een voorziening bij het orgaan dat het besluit heeft genomen, door het
indienen van een bezwaarschrift.
Het orgaan dient zijn eigen besluit volledig te heroverwegen, zowel op rechtmatigheid
als doelmatigheid. De bezwaarschriftprocedure wordt ook wel getypeerd als verlengde
besluitvorming, omdat het orgaan eerst de gelegenheid krijgt zijn fouten te herstellen
voordat de rechter kan worden benaderd.
Hoofdregel: een belanghebbende moet een bezwaarschrift indienen alvorens hij naar
de bestuursrechter kan stappen (art. 7:1).
Uitzondering: art. 7:1a Awb
Beslist ex nunc (zie kopje verderop)
2. Administratief beroep (1:5 lid 2 Awb)
Dit is het vragen van een voorziening bij een ander bestuursorgaan dan het orgaan dat
het besluit heeft genomen , door het indienen van een beroepschrift bij het
beroepsorgaan.
Het andere orgaan toetst het besluit op rechtmatigheid en doelmatigheid (enigszins
terughoudend; het moet de eigen verantwoordelijkheid van het orgaan respecteren).
Het kent zowel een element van de bezwaarschriftprocedure, als van het bestuurlijk
toezicht, als van rechtspraak.
Beslist ex nunc
3. Beroep op de bestuursrechter
Dit is het vragen van een voorziening bij een bij de wet ingesteld onafhankelijk orgaan
dat met bestuursrechtspraak is belast.
De bestuursrechter toetst alleen op rechtmatigheid (art. 112 lid 2 Gw en 8:77 lid 2
Awb).
Rechtmatigheid houdt ook art. 3:4 Awb in, en het consistentiebeginsel is ook van
toepassing.
De rechter toetst ex tunc; hij beoordeelt of het besluit op dat moment dat het werd
genomen rechtmatig was.
1
, Studenten kunnen de belangrijkste stappen in het traject van bestuurlijke rechtsbescherming
(bezwaar, beroep, hoger beroep en verzoek om voorlopige voorziening) benoemen en de
voornaamste kenmerken hiervan beschrijven.
Studenten kunnen de bepalingen uit de Awb inzake bezwaar, beroep, hoger beroep en verzoek
om voorlopige voorziening correct interpreteren en toepassen op een concrete casus.
Studenten kunnen uitleggen wat wordt bedoeld met ‘reformatio in peius’ en kunnen aan de
hand van een concrete casus bepalen of een orgaan hiertoe mag overgaan.
‘Reformatio in peius’
Een burger mag door het instellen van bezwaar of beroep er niet nog slechter voor komen
te staan dan het geval was voordat hij aan de procedure begon.
Uitzondering : als het bestuursorgaan dat op het bezwaar oordeelt, tevens bevoegd is tot
het intrekken van de beschikking. In dat geval is het niet doelmatig om reformatio in peius
te verbieden, aangezien dat bestuursorgaan dan direct na het doen van een uitspraak in
bezwaar sowieso de beschikking mag intrekken op grond van de intrekkingsbevoegdheid.
Studenten kunnen onderscheid maken tussen volledige heroverweging in bezwaar en
rechterlijke toetsing in beroep van besluiten aan het recht en zij kunnen dit onderscheid
toepassen in een concrete casus.
Studenten kunnen onderscheiden tussen toetsing ‘ex tunc’ en ‘ex nunc’ en kunnen aangeven in
welke gevallen op welke wijze wordt getoetst.
Ex tunc
Alleen de bestuursrechter toetst ex tunc; naar de stand van het recht ten tijde van het nemen
van het aan hem ter toetsing voorgelegde besluit.
Ex nunc
Het orgaan beziet of het besluit aanpassing behoeft, in beginsel gelet op de actuele stand van
wetgeving, beleid en feitelijke omstandigheden (dus niet a.d.h.v. de wetgeving etc. die gold ten
tijde van het nemen van het primaire besluit); het orgaan besluit op bezwaar (vanuit het heden)
Studenten kunnen de verschillende uitspraakbevoegdheden van de rechter onderscheiden en
aangeven waar deze in de Awb zijn neergelegd. Studenten kunnen in een concrete casus
beredeneren welke uitspraakbevoegdheden de rechter ter beschikking staan. Zij kunnen de
verschillende uitspraakbevoegdheden in verband brengen met het streven naar definitieve
geschilbeslechting door de rechter.
Uitspraakbevoegdheden
De rechter kan verschillende soorten uitspraken doen (art. 8:70 t/m art. 8:75a Awb). Hij
moet die bevoegdheid zo gebruiken dat daardoor het aan hem voorgelegde geschil zo veel
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller intissar_guds. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.