Samenvatting NTI 3834 Management en Organisatie (inc. vragen en antwoorden)
7 views 0 purchase
Course
Management en Organisatie
Institution
Hogeschool NTI (NTI)
Book
Bouwstenen van management en organisatie
Samenvatting voor de module 3834 Management en Organisatie van het NTI. De hoofdstukken 5 t/m 7 zijn niet inbegrepen in de samenvatting. Naast de samenvatting zijn er ongeveer 190 zelfgemaakte vragen over de leerstof en daarbij natuurlijk de antwoorden.
Samenvatting
Hoofdstuk 1
Organisatie bestaat uit 3 bouwstenen:
- Strategie
- Operationele deel
- Organisatiestructuur
Hoofdstuk 2
Begrip management heeft 3 betekenissen:
- Groep functionarissen
- Activiteiten
- Vakgebied
Constituerende taken van het management:
Manager zit hoog in de organisatie. Zwaartepunt is plannen en organiseren.
Dirigerende taken van het management:
Manager zit in de lagere niveaus in de organisatie. Zwaartepunt is het geven van opdrachten en
de controle op de uitvoering ervan.
In vrijwel alle gevallen vervult een manager een mix van constituerende taken en dirigerende
taken.
3 rollen van de manager:
- Interpersoonlijke (treed de manager naar buiten als boegbeeld van de organisatie)
- Informationele (houdt de manager goed in de gaten wat er allemaal in en buiten de organisatie
gebeurt)
- Besluitvormende (manager is ondernemen. Hij lost problemen op, wijst middelen toe en
onderhandelt intern en extern)
3 verschillende betekenissen van het begrip organisatie:
- Eenheid
- Activiteit
- Ingericht
3 verschillende soorten organisaties te onderscheiden:
- Overheidsorganisaties
- Non-profit organisaties
- Winstgerichte organisaties
Alle soorten organisaties streven naar continuïteit.
Ze hebben alle te maken met omgeving die ze moeten kennen en waarop ze met een strategie
moeten inspelen om te kunnen blijven bestaan. Om hun doelen te bereiken moeten die
verschillende soorten organisatie dat doel vertalen naar operaties (concrete acties) die dat doel
moeten bereiken. De organisatiestructuur moet het goed uitvoeren van die operaties mogelijk
maken en niet belemmeren.
1
,Input uit externe omgeving.
Output naar externe omgeving.
Binnen de organisatie wordt de input omgevormd tot output, dat heet throughput.
2 theorieën over management en organisatie:
- Beschrijvend (descriptief)
- Voorschrijvend (prescriptief of normatief)
Een beschrijvende theorie geeft weer hoe de werkelijkheid eruitziet volgens de ontdekker
ervan.
Een voorschrijvende theorie gaat een stap verder en geeft aan hoe de werkelijkheid te
verbeteren is.
Een universele theorie geeft aan hoe de werkelijkheid er altijd uitziet.
Een situatieafhankelijke benadering geeft aan wat de aard van de situatie is in een onderneming.
Fasen van besluitvorming:
- Uitwerken probleemstelling (probleemstelling)
Het proces van besluitvorming begint zodra zich signalen aandienen die wijzen op een
mogelijk probleem.
Om zicht te krijgen op de oorzaak van het probleem is het soms nuttig om een
krachtenveldanalyse te maken.
Een krachtenveldanalyse helpt bij het inzichtelijk maken van de krachten die het resultaat
beïnvloeden en bij het bepalen hoe die krachten in te zetten zijn om het aantal fouten met
50 procent te verminderen.
- Opstellen en uitwerken van oplossingsrichtingen (oplossingsrichtingen)
Als de kernoorzaak vaststaat, kunnen betrokkenen oplossingsstrategieën ontwikkelen en
nagaan wat de gevolgen van deze oplossingsrichtingen zijn.
Er zijn 2 bekende manieren om creativiteit te bevorderen:
- Brainstorming
- Lateraal denken
- Kiezen uit oplossingsrichtingen (kiezen)
Voor het analyseren van de ontwikkelde oplossingsrichtingen en het maken van een
uiteindelijke keuze zijn in de loop der tijd verschillende technieken ontwikkeld.
- Beslissingsmatrix (worden de verschillende te verwachten uitkomsten van de
oplossingsrichtingen weergegeven)
- Beslissingsboom (geeft grafisch weer welke oplossingsrichtingen bestaan en welke
externe omstandigheden van invloed zijn op de uitkomst)
De volgende factoren beïnvloeden het besluitvormingsproces:
- Organisatiestructuur
De organisatiestructuur geeft aan de arbeidsverdeling: hoe het werk over afdelingen is
verdeeld; wie welke beslissingsbevoegdheden heeft en welke relaties er bestaan tussen
personen en afdelingen, en ten slotte hoe de afstemming en coördinatie is geregeld.
Arbeidsverdeling: als een onderneming veel verschillende producten maakt voor
verschillende soorten afnemers en is opgebouwd uit de afdelingen inkoop,
productie en verkoop, dan komt vaak niet uit de reguliere informatie naar voren met
welke producten winst gemaakt wordt en met welke verlies.
Beslissingsbevoegdheden en relaties: Het vinden van nieuwe oplossingen kan
versneld worden door het inschakelen van adviseurs die wel advies uitbrengen,
maar geen beslissingsbevoegdheid hebben.
Afstemming en coördinatie: In het geval dat een organisatie snel een oplossing
moet vinden, is het werken via de hiërarchische weg vaak tijdrovend. In zulke
2
, situaties kunnen organisaties er voor kiezen om teams samen te stellen die
oplossingen moeten bedenken en in sommige situatie op zonder toestemming
vooraf kunnen invoeren.
- Kenmerken van organisatieleden
Twee belangrijke kenmerken van organisatieleden die van invloed hebben op de
besluitvorming zijn hun kennis en hun motivatie.
Kennis: Kennis van organisatieleden komt onder andere voort uit hun opleiding en
hun ervaring.
Motivatie: De motivatie van mensen kan er toe leiden dat bepaalde signalen niet
worden opgepakt.
- Technische hulpmiddelen
Er zijn verschillende soorten technische hulpmiddelen die besluitvorming kunnen
verbeteren of gemakkelijker maken. Die zijn er bijvoorbeeld op het gebied van de
infrastructuur van telecommunicatie en software.
- Cultuur van en cultuurverschillen
Cultuur geeft kort gezegd aan ‘hoe we dingen doen en hoe we over bepaalde zaken
denken’.
- Kenmerken van de situatie
De situatie waarin een organisatie besluiten moet nemen kan zeer verschillen. Op die
situatie zelf heeft de organisatie meestal weinig invloed omdat die van buitenaf opgelegd
is.
Hoofdstuk 3
De concurrentiekrachten in het vrijkrachtenmodel zijn:
- De mate van rivaliteit tussen bestaande concurrenten in de bedrijfstak
Hier gaat het om de druk die bedrijven voelen om de stijd aan te gaan met de huidige
concurrenten.
Factoren die deze rivaliteit beïnvloeden:
De verhouding tussen vraag en aanbod
De groei in de markt
De vaste productiekosten
De mate van differentiatie in de bedrijfstak
Hoge uittredingsdrempels
- De dreiging van nieuwe toetreders
Dit is afhankelijk van de barrières die een bedrijfstak opwerpt.
Voorbeelden van toetredingsbarrières in bedrijfstakken:
Strike voorwaarden
Omschakelkosten van afnemers
Grote schaal producten en diensten produceren en daarmee de kostprijs drukken
Grote hoeveelheden kapitaal
Slechte of moeilijke toegang
Belemmerde wet- en regelgeving
- De onderhandelingsmacht van afnemers
Dit beperkt de vrijheid van het bedrijf om de vraagprijs voor producten te verhogen.
De macht van kopers is hoog in bedrijfstakken waarin:
Machtsblok te vormen
Er veel aanbieders zijn
De kosten van de componenten te hoog zijn
- De dreiging van substituut producten of -diensten
Dit bestaat uit het gevaar dat de vraag naar een product of dienst afneemt doordat nieuwe
producten of diensten op de markt komen die hetzelfde kunnen en daarnaast beter of
goedkoper zijn.
Substitutie neemt verschillende vormen aan:
Is dat het ene product het andere vervangt
3
, Is de bevrediging van een behoeft door een compleet nieuw product of nieuwe
dienst
Is de generieke substitutie een product of dienst die sterk afwijkt van het bestaande
product.
- De onderhandelingsmacht van leveranciers
Dit beperkt de mogelijkheden voor het bedrijf om de kosten van in te kopen goederen en
diensten te verlagen.
Welke aspecten verhogen de onderhandelingsmacht van de toeleveranciers in een
bedrijfstak?
Het aantal toeleveranciers kwalitatief hoogwaardige producten en diensten levert
Toeleveranciers met een sterk merk
Toeleveranciers die zelf beschikken over een ruim klantenbestand
Het vijfkrachtenmodel is niet geschikt om de structurele winstgevendheid van bedrijven met
verschillende producten en diensten in een keer in kaart te brengen.
DESTEP-rubricering staat voor:
- Demografisch
Dit zijn van invloed op de omvang en samenstelling van de bevolking, denk hierbij
bijvoorbeeld aan leeftijdsopbouw.
Een belangrijke demografische ontwikkeling is de verandering van de omvang van de
bevolking.
Veranderingen in de woonplaats van de bevolking kunnen ook een rol spelen.
De etnische samenstelling van de bevolking is ook een aspect dat van invloed is op
bedrijfstakken en individuele organisaties.
- Economisch
Een aspect is hierbij de omvang en groei van het nationaal inkomen in verschillende
landen.
Rentestanden en valutakoersen spelen ook een belangrijk rol bij het beeld van de
economie.
Het economisch evenwicht in de wereld zal op de langere termijn gaan verschuiven.
- Sociaal-maatschappelijk
In toenemende mate speelt internet als comminicatiemedium een rol.
Het nieuwe werken is ook een aspect.
Ook de nadruk op duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo)
neemt toe.
- Technologisch
Internet
Biotechnologie
Nanotechnologie en additive manufacturing (3D printing) zijn terreinen die steeds meer
nieuwe mogelijkheden gaan bieden.
- Ecologisch
Veel meer strengere regels voor bijvoorbeeld verwijderen van verschillende soorten afval.
Milieu heeft ook te maken met het gebruik van de open ruimte. Het is van belang dat de
bestaande natuur zo goed mogelijk in stand wordt gehouden.
- Politiek-juridisch
Op het politieke vlak en de wet- en regelgeving gebeurt veel wat van grote invloed is op
allerlei organisaties.
2 voorspellingstechnieken:
- Kwalitatieve methoden
Bij dit maakt men gebruik van begrippen en verschijnselen die men waarneemt.
- Analogie
Een analogie is te gebruiken als men bijvoorbeeld te weten wil komen hoe een
nieuw product door de markt zal worden opgenomen of hoe een concurrent
mogelijk op die productintroductie zal reageren.
- Scenarios
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller andzelika1511. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.