Complete samenvatting van Medische Vakken van de opleiding Medische Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken (MBRT). Alle hoorcolleges, werkgroepen en opdrachten die we tijdens de opleiding hebben gekregen staan in het document.
1. Geef een beknopte omschrijving van de medisch-biologische visie op gezondheid en
ziekte.
Gezondheid is een toestand waarin alle vitale functies naar behoren werken. Ziekte is een
afwijking van de normale lichaamsstructuren en -functies die resulteert in verstoring van de
vitale functies.
2. Noem verschillende vormen van anamnese.
Speciële anamnese
=vraaggesprek over o.a. pijnervaring, gevoels- en bewegingsstoornissen.
Algemene anamnese
= vraaggesprek over persoonlijke gegevens en sociale kenmerken.
Tractusanamnese
=vraaggesprek over de ademhaling, spijsvertering en eetlust.
Verpleegkundige anamnese
=relevante informatie die een verpleegkundige opdoet tijdens het zorgproces.
3. Welke vier technieken kan een (huis)arts gebruiken bij het (medisch) lichamelijk
onderzoek?
Inspectie = kijkend zoeken naar afwijkingen.
Palpatie = voelend zoeken naar afwijkingen.
Auscultatie = luisterend zoeken naar afwijkingen.
Percussie = bekloppend zoeken naar afwijkingen.
4. Noem verschillende vormen van aanvullend onderzoek.
Röntenonderzoek, CT, MRI, echografie en nucleaire geneeskunde.
5. Wat is een differentiaal diagnose?
Vaststellen van een aandoening, ziekte of klacht door uitsluiting van andere mogelijke
aandoeningen op grond van de bevindingen uit de anamnese en het medisch onderzoek.
6. Nadat de arts de diagnose heeft vastgesteld, kan hij ook een uitspraak doen over het
verwachte verloop en de uitkomst van de ziekte. Hoe heet zo’n type uitspraak?
Prognose
7. Diabetes en hart- en vaatziekten zijn voorbeelden van chronische ziekten.
Chronisch = aandoening die nooit meer helemaal overgaat.
8. Griep is een voorbeeld van een acute ziekte.
Acuut = ziekte die snel uitbreekt, heftig is en kort duurt.
, 9. Een ongeneeslijke ziekte waaraan de patiënt binnen enkele maanden zal overlijden,
noemen we een terminale ziekte.
10. Wat betekenen de termen remissie, exacerbatie en recidief?
Remissie = een periode waarin de symptomen van een chronische ziekte (tijdelijk)
verminderen.
Exacerbatie = als de symptomen van een ziekte in alle hevigheid terugkeren.
Recidief = als een ziekte na weken of maanden na een (schijnbare) remissie weer de kop
opsteekt.
11. Wat betekenen de termen mortaliteit en morbiditeit?
Mortaliteit = een maat voor de sterfte. Vaak weergegeven als het aantal sterfgevallen per
100.000 inwoners in een bepaalde periode.
Morbiditeit = de mate van voorkomen van ziekte of ziekte gerelateerde beperkingen
(handicaps) in een populatie.
12. De etiologie is de leer van de ziekteoorzaken. Centraal hierbij zijn de begrippen
oorzaak en risicofactor. Wat is het verschil tussen een oorzaak en risicofactor van een
ziekte?
Een oorzaak kun je als mens niks aan veranderen, een risicofactor wel.
13. Noem de belangrijkste ziekteoorzaken en geef bij iedere oorzaak een voorbeeld van
een aandoening.
Erfelijkheid, aangeboren (congenitaal), degeneratie, ontsteking/auto-immuniteit/allergie,
neoplasmata (kanker), metabool, traumatisch, voedingsgerelateerd.
14. Wat is een idiopathische ziekte?
Een ziekte waarvan de oorzaak niet bekend is.
15. Noem vier vermijdbare risicofactoren voor chronische aandoeningen.
Slechte voeding, tekort aan lichaamsbeweging, roken en overmatig alcoholverbruik.
o Symptoom: klachten.
o Syndroom: een ziektebeeld.
o Diagnose: het vaststellen van een ziekte
o Indicatie: aanwijzing.
o Contra-indicatie: omstandigheid waardoor een bepaalde behandeling of
geneesmiddel niet kan worden toegepast.
o Acuut: treed plotseling op, vaak met hevige verschijnselen, duurt tijdelijk.
o Chronisch: gaat nooit helemaal weg
o Prognose: een voorspelling van een te verwachten resultaat of vermoedelijke
uitkomst.
o Remissie: een periode waarin de symptomen van een chronische ziekte (tijdelijk)
verminderen.
o Exacerbatie: als de symptomen van een ziekte in alle hevigheid terugkeren.
,o Recidief: als een ziekte na weken of maanden na een (schijnbare) remissie weer
de kop opsteekt.
o Complicatie: er is een probleem opgetreden tijdens een ziekte of behandeling.
o Curatief: kan nog genezen.
o Palliatief: er is geen genezing meer mogelijk.
o Causaal: de manier waarop het verband tussen de klacht en de oorzaak wordt
bekeken.
o Idiopathisch: onbekende oorzaak.
,Anatomie:
,Orgaanstelsel Nederlandse Functie Organen
benaming
Tractus circulatorius Cardiovasculaire Transporteert cellen Cor, arteriën, venen,
stelsel en opgeloste stoffen, capillairen
waaronder
voedingsstoffen,
afvalstoffen, zuurstof
en koolstofdioxide
Tractus respiratorius Ademhalingsstelsel Vervoert lucht naar Nasofarynx, sinus,
plaatsen in de longen farynx, larynx, trachea,
waar gaswisseling bronchiën, pulmones,
plaatsvindt tussen de diafragma
lucht en de
bloedcirculatie;
produceert geluid
voor communicatie
Tractus digestivus Spijsverteringsstelsel Verwerkt voedsel, Speekselklieren,
neemt mond, gebit, tong,
voedingsstoffen op en farynx, oesophagus,
verwijdert afvalstoffen gaster, duodenum,
jejunum, ileum, colon,
rectum, anus, hepar,
vesica biliaris,
pancreas
Tractus uropoeticus Urinaire stelsel Verwijdert Ren, ureter, vesica
afvalproducten uit het urinaris, urethra
bloed; reguleert de
waterbalans door het
volume van de
geproduceerde urine
te reguleren
Tractus genitalis Voortplantingsstelsel Man: produceert Prostaat, vesiculae
geslachtscellen en seminales, ductus
hormonen deferens, urethra,
epididymis, testis,
penis, scrotum
Vrouw: vormt Glandulae lactiferi,
vrouwelijke ovaria, tubae uterinae,
geslachtscellen uterus, vagina,
(oöcyten of onrijpe uitwendige
eicellen), produceert geslachtsorganen
hormonen,
ondersteunt
embryonale en foetale
ontwikkeling van
bevruchting tot
geboorte
Tractus locomotorius Bewegingsapparaat Biedt ondersteuning, Botten, spieren,
beschermt weefsels, pezen, gewrichten,
slaat mineralen op en gewrichtsbanden
vormt bloedcellen;
, levert beweging, biedt
bescherming en steun
voor andere weefsels
en produceert warmte
Tractus neurologicus Zenuwstelsel Maakt onmiddellijke Hersenen,
(neurologie) reactie op prikkels ruggenmerg, zenuwen
mogelijk, meestal door
het coördineren van
de activiteiten van
andere orgaanstelsels;
levert en interpreteert
sensorische informatie
over interne en
externe
omstandigheden
Endocriene stelsel Hormoonstelsel Reguleert langdurige Epifyse, hypofyse,
veranderingen in de schildklier,
activiteit van andere bijschildklieren,
orgaanstelsels thymus, pancreas,
bijnieren, ovaria
(vrouw), testes (man)
, Klinisch redeneren:
o Symptoom: klachten.
o Syndroom: een ziektebeeld.
o Diagnose: het vaststellen van een ziekte
o Indicatie: aanwijzing.
o Contra-indicatie: omstandigheid waardoor een bepaalde behandeling of
geneesmiddel niet kan worden toegepast.
o Acuut: treed plotseling op, vaak met hevige verschijnselen, duurt tijdelijk.
o Chronisch: gaat nooit helemaal weg
o Prognose: een voorspelling van een te verwachten resultaat of vermoedelijke
uitkomst.
o Remissie: een periode waarin de symptomen van een chronische ziekte (tijdelijk)
verminderen.
o Exacerbatie: als de symptomen van een ziekte in alle hevigheid terugkeren.
o Recidief: als een ziekte na weken of maanden na een (schijnbare) remissie weer
de kop opsteekt.
o Complicatie: er is een probleem opgetreden tijdens een ziekte of behandeling.
o Curatief: kan nog genezen.
o Palliatief: er is geen genezing meer mogelijk.
o Causaal: de manier waarop het verband tussen de klacht en de oorzaak word
bekeken.
o Idiopathisch: onbekende oorzaak.
1. Beschrijf in eigen woorden wat klinisch redeneren is.
De vaardigheid om hetgeen wat je ziet te koppelen aan de medische kennis.
2. Wat is volgens jou het belang van klinisch redeneren voor de MBB-er?
Om tot oplossingen te komen als je het onderzoek niet uit kunt voeren zoals
normaal.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aimeevanbovene. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.86. You're not tied to anything after your purchase.
