De beeldkwaliteit van CT is afhankelijk van:
- Perceptie
= alles zoals jij naar het plaatje kijkt
o Dit is afhankelijk van ervaring en anatomische kennis
o Beperkende factoren:
▪ Kwaliteit van je monitor (waar je de CT beelden op bekijkt)
▪ In welke omgeving (zonlicht of donker, zit je recht voor het
scherm?)
▪ Hoe fit je bent (ben je uitgeslapen)
- Spatiële resolutie
= Het kleinste object dat kan worden waargenomen
Bij bovenstaande afbeelding kun je de lijntjes van elkaar onderscheiden tot
de 5. Je zou dus kunnen zeggen dat je een spatiële resolutie van 5 μm hebt.
Je hebt twee verschillende soorten:
o Inplane spatiële resolutie
▪ Axiale spatiële resolutie → in het x-y vlak
▪ Pixelgrootte
o Not-inplane spatiële resolutie
▪ Longitudinale spatiële resolutie → in de Z-richting
▪ Voxeldiepte
4
,- Contrast resolutie
= de mogelijkheid om weefsel met (nagenoeg) dezelfde dichtheid te
onderscheiden
Hoeveel verschillende grijswaarde kun je zien?
o Dit kun je meten met een fantoom
Je kunt zien dat er erg veel ruis in bovenstaande afbeelding zit. De ruis zorgt
ervoor dat je de verschillende grijswaardes minder makkelijk van elkaar kunt
onderscheiden. De SNR is daarom ook erg belangrijk voor de contrast
resolutie.
5
,Reconstructieparameters
CT acquisitie → ruwe data → reconstructie
Acquisitie parameters
- Na de scan niet aan te passen
- Worden gebruikt bij het verzamelen van de ruwe data
- Denk hierbij aan:
o Buisspanning (kV)
o Buisstroom (mA)
o Collimatie
o Pitch
Reconstructie parameters
- Na de scan wel aan te passen
- Worden gebruikt bij het reconstrueren van de afbeeldingen vanuit de ruwe
data
- Denk hierbij aan:
o (r)FOV
o Matrix
o Slice thickness (mm)
o Slice increment/spacing (mm)
o Filter
FOV
= Breedte van de scanbox
Kan de matrix beïnvloeden.
Matrix
= Grootte van de pixel
Beeldkwaliteit
- Hoe groter de pixel is, hoe meer signaal erin kwijt kan en hoe minder ruis er
aanwezig is, dus betere contrast resolutie
- Hoe kleiner de pixel, hoe meer lijnen per mm en hoe beter de spatiële
resolutie
Slice thickness (coupe dikte)
= De dikte van de plakjes
Beeldkwaliteit
- Hoe dunner de coupes, hoe meer lijnen per mm, des te beter de spatiële
resolutie
6
, - Hoe dikker de coupes, hoe minder lijnen per mm, hoe meer signaal erin past,
hoe beter de SNR is en hoe beter de contrast resolutie
Goede spatiële resolutie goede contrast resolutie
Als je 0,5 mm met 7 mm vergelijkt, zie je dat de schedel bij 7 mm een stuk dikker
lijkt. Dit noem je het partiel volume effect.
Reconstructie index (increment / spacing)
= Bepaald op welke locatie in de z-richting een coupe uit de ruwe data wordt
geconstrueerd ten opzichte van de vorige coupe. Zonder deze index zou het systeem
continu hetzelfde plakje pakken. De index wil dus zeggen om de hoeveel mm het
volgende plakje komt.
Dit kan op 3 manieren:
- Contiguous
o De plakjes komen meteen achter elkaar door
o Als de dikte van de coupe 5 mm is, dan is de index ook 5 mm
- Overlapped
o De plakjes overlappen elkaar
o Als de dikte van de coupe 5 mm is, en de plakjes elkaar precies in het
midden overlappen, is de index 2,5 mm
o Hierbij kun je een object dus op meerdere plakjes zien, waardoor je
het object beter zou kunnen zien
- Non-contiguous
o Er zit ruimte tussen de plakjes
o Als de coupe 5 mm is, en de ruimte tussen de coupes 2,5 mm is, dan
zal de index 7,5 mm zijn
o Hierbij zul je informatie missen, waardoor dit eigenlijk een no-go is.
7
,De reconstructie index is een combinatie van spatiële- en contrast resolutie. Dit is
geen officiële meetbare beeldkwaliteit. Het zegt wel iets over de detail-
waarneembaarheid.
Kernel (convolutie filter)
= Een bewerking op de ruwe data waarbij versterking of verzwakking veranderingen
in signaalintensiteiten teweegbrengt.
Je hebt heel veel verschillende soorten filters, maar nu gaan we specifiek naar twee
kijken:
- Scherp kernel
o Signaalintensiteiten versterken
o Randverscherping en versterking non-signaal (ruis)
▪ Het voordeel hiervan is dat je een betere
detailwaarneembaarheid krijgt.
▪ Dit betekent wel dat er meer ruis in je afbeelding komt en je
daardoor een slechtere contrastresolutie krijgt.
o Je kiest hiervoor bij afbeeldingen waarbij je weinig last hebt van de
ruis
▪ Zoals een thorax
• Longen hebben een breed window width met veel
zwart – wit, dus je hebt weinig last van ruis
• Om deze zelfde reden is de iets mindere
contrastresolutie ook niet erg, omdat je window width
toch al erg breed is.
• Door de betere detail waarneembaarheid kun je de
bloedvaatjes en het longweefsel wat scherper
afbeelden
- Zacht kernel
o Signaalintensiteiten verzwakken
o Randverzwakking en afzwakken non-signaal (ruis)
▪ Het voordeel hiervan is dat je minder last hebt van de ruis en
je contrast resolutie daardoor beter wordt
8
, ▪ Het nadeel is dat je de afbeelding wat gaat uitsmeren,
waardoor je minder details kunt zien
o Je kiest hiervoor bij afbeeldingen waarbij je veel weefsels van
ongeveer dezelfde dichtheid bij elkaar hebt zitten
▪ Zoals een mediastinum
• In deze setting zitten minder details en die details zijn
ook minder belangrijk
• Door de mindere ruis en betere contrast resolutie kun
je de verschillende weefsels wel makkelijker van elkaar
onderscheiden
9
, Acquisitieparameters en beeldkwaliteit
Röntgenbuis van een CT is net iets anders dan van een conventionele röntgenbuis.
- De anode schijf van een CT is een stuk groter en dikker, zodat het meer
warmte kwijt kan.
- De kathode heeft een soort van elektronen-omvormer ertussen zitten, die
ervoor zorgt dat de elektronenbundel op een andere plek op de anode komt.
Dit is dus in een andere hoek, waardoor de bundel ook op een andere manier
naar beneden zal gaan.
o Dynamic Focal Spot (DFS): verdubbelt de bundel met gelijk aantal
detectoren in de XY-richting
▪ Een dubbele bundel zorgt ervoor dat er dus vanaf twee
verschillende hoeken informatie komt
▪ Hierdoor krijg je een dubbele spatiële resolutie
▪ Dit is dan ook een betere spatiële resolutie
o Z-focal spot (ZFS): verdubbeling van de spatiële resolutie in de Z-
richting
Het is systeemafhankelijk of je hiervoor kunt kiezen. De meeste systemen
tegenwoordig hebben dit wel, maar niet altijd is het ingebouwd.
10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aimeevanbovene. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.