Dit is een samenvatting van het academiejaar voor het vak academisch schrijven. Ik heb alle lesopnames en gastcolleges meegevolgd en aangevuld met de powerpoints. Soms heb ik het boek gebruikt om enkele dingen te verduidelijken.
2. Hypotheses & conceptueel model ........................................................................................... 56
Van onderzoeksvraag of hypo naar meetvraag.............................................................................. 56
3. Moderatie/mediatie/… ............................................................................................................ 59
Main (hoofd) vs interaction effects .............................................................................................. 61
Testen mediation ....................................................................................................................... 62
Paragraphing ............................................................................................................................... 146
Paragraphs .............................................................................................................................. 147
Extra opmerking van ACTO (Inge DC) ......................................................................................... 147
Recap hoofdstuk rond microstructuur ....................................................................................... 147
Engelse & Nederlandse woordenschat .......................................................................................... 147
Verwarrende woorden .............................................................................................................. 147
Verb affect & noun effect .......................................................................................................... 148
Then vs than............................................................................................................................. 148
they're, there, and their ............................................................................................................. 149
structuurwoorden in NL ............................................................................................................ 150
Kapstokzinnen in NL ................................................................................................................. 150
Herschrijf in NL ........................................................................................................................ 151
Vb. kapstokzinnen .................................................................................................................... 152
Herschrijf in NL ........................................................................................................................ 152
Vb. kapstokzinnen .................................................................................................................... 152
Herschrijf in NL ........................................................................................................................ 153
Engels – time expressions ......................................................................................................... 153
Engelse voorzetsels .................................................................................................................. 154
Countable & uncountable ......................................................................................................... 155
Parallel structures .................................................................................................................... 156
Parallel structuren- verbeter parallelism .................................................................................... 159
Parallelle structuur ook in NL .................................................................................................... 159
Link words ............................................................................................................................... 160
However ≠ although.................................................................................................................. 160
Link words ............................................................................................................................... 160
, Therefore ................................................................................................................................. 161
Link words ............................................................................................................................... 161
Oefeningen herschrijven ............................................................................................................... 162
Combineer deze zinnen met… ................................................................................................... 162
Herschrijf in NL ........................................................................................................................ 162
Herschrijf................................................................................................................................. 163
Start to thesis............................................................................................................................... 167
Topic keuze .............................................................................................................................. 167
Hoorcollege 1
Hoofdstuk 1: onderzoeksproces
Voor wie ga ik schrijven? M.a.w. wie is mijn doelpubliek?
Wat is het doel van mijn tekst
→ Dit vak = focus op wetenschappelijke paper en thesis
Fasen onderzoeksproces
1. Kies topic
2. Brainstormen over topic (bv. mindmap/inhoudstafel)
Je gaat verschillende concepten linken aan je thema: brainstormen. Zelf reflecteren waarbij het
past, je gaat andere papers lezen om ideetjes op te doen en dan ga je ineens een mindmap
maken. Je zet ook referenties erbij.
Mindmap: voeg bronnen toe, praat erover, laat rusten en bekijk het opnieuw, situeer je
onderzoeksvraag.
Inhoudstafel:
, - Maak snel een eerste draft van een inhoudstafel
- Zal veranderen doorheen de tijd
- Denk na over welke ‘pointes of ideeën’ je wil maken
Teken je plan = tekenen van je globaal idee kan helpen om na te denken over onderzoek → Zoek
wat werkt!
Wetenschappelijke paper: wat is het & welke ingrediënten?
= Vaste ingrediënten, maar er is variatie (bv. in domeinen, type onderzoek, etc.):
Het kan een empirische studie zijn: vb waarom is water drinken goed bij het sporten? Je kan ook
een paper schrijven waarbij je literatuur gaat samenvatten (dit word weinig gedaan voor een
thesis, maar wel interessant om te lezen, zijn literature reviews) → Helpt je als je zelf over een
thema schrijft bv. je zegt wat er al geweten is over het thema (dus gaat andere dingen
samenvatten) en dan op het einde zie je dan een heel aantal future research ideas.
- Probleemstelling of onderzoeksvraag = die je door middel van wetenschappelijk
onderzoek tracht te beantwoorden (tal van methodes mogelijk)
- Meestal geschreven door wetenschappers
- Focus wetenschappelijke relevatie en minder op industrie (al begint dit te veranderen
bv. managerial implicaties service domein)
- Beredeneerde argumentatie is key
o Het is niet de bedoeling dat je de paper van een andere persoon samenvat, dus
opletten dat het niet louter gaat om een opsomming.
- Strikt onderscheid tussen denken en weten → type paper
o In een wetenschappelijke paper mag je je eigen mening niet opdringen, je moet
onderbouwen waarom je dat idee hebt (opbasis van andere mensen hun werk
het verhaal op te bouwen)
- Klassieke structuur: inleiding – middenstuk – besluit (zie verder)
Er zijn verschillende types wetenschappelijke papers: verschillen in domeinen → ken je
domain
- Empirische papers
Dit is een paper waar dat er effectief een eigen onderzoek is gedaan door de onderzoekers
bijvoorbeeld: survey, experiment of interview. In de meeste gevallen is dat de basis voor je
thesis, je gaat zelf onderzoek doen + gaat het onderbowuen. Dus zoveel mogelijk empirisch
materiaal hebben.
- Review paper & conceptuele paper
Je kan door de lijst gaan van artikels die zij hebben gebruikt en dan kan je die zelf ook gaan
gebruiken of lezen. Je kijkt naar de referentielijst.
3. Exploratie wetenschappelijke literatuur
,Probeer bij te houden met een reference software. Probeer de ideen die je eruit haalt bij te
houden en de referentie erbij te zetten, je moet eerst wat lezen voor je iets kan schrijven en grip
erop hebt (neem voldoende tijd)
- Wetenschappelijke paper:
o Hebben verschillende studies (bv: paper rond chocolade en je doet vier studies)
o Meer to the point
o Minder uitgebreid
o Weinig wordt er iets in de marge uitgelegd.
- Thesis:
o 1 studie
o Diepere theories uitleggen
o Literatuurstudie is uitgebreider, meer theorie gaan uitleggen
Opzoeken van papers WOS/google scholar:
Je moet niet te narrow zoeken bijvoorbeeld enkel een robot opzoeken, het kan ook AI zijn of
technologie of gsm.
Web of science: dit is één van de veiligste tools, hier is een soort van quality check in
ingebouwd. Alles dat hierop verschijnt zou normaal gezien van een bepaalde kwaliteit moeten
zijn. Niet elke journal mag hierin gepubliceerd worden of hierin gezocht worden. Dit is ook
handig als je meer specifieke searches wil uitvoeren.
Google scholar: dit heeft geen quality check, dus je zal hier ook niet kwaliteitsvolle papers in
vinden. Deze tool is handig om breed te zoeken en geen peer reviewde articles. Een goed
voorbeeld hiervan is een conferentie paper: je schrijft een tekstje, stuur dat op naar de
conferentie en iemand zegt dat het wel interessant is dat je daarover komt praten. Dit zegt niks
over de kwaliteit vfan de paper, want niemand heeft het echt uitgebreid bekeken (peer
reviewed).
De focus ligt dus op peer reviewde articles.
Key words:
- Synoniemen (bv. m-advertising)
- Verschillende schrijfwijze en meervoud (gebruik * in WOS bv. vaccin* = vaccin OR
vaccines OR vaccination etc.
- Gerelateerde termen (online adv., social media advertising, location-based
marketing,…)
- Afbekening maar ga eerst breed genoeg
- Antecedenten, consequenties, gelinkte moderatoren/mediatoren (afhankelijk van topic)
- Boolean operators are words or symbols used as conjunctions to combine or exclude
keywords in a search. Bij google scholar: bv. AND, OR, NOT. Ook handig: allintitle/ “ “
, - Ook kijken als iets geciteerd is: (wel indicatie dat het een populair werk is binnen je
werk), als het niet veel geciteerd is dan betekent het niet meteen dat het slecht is
- Conferenties zijn niet ideaal: gebruik wetenschappelijke papers
Oefening: Ik wil een literatuur review schrijven over mobile advertising. Welke keywords kan ik
gebruiken?
Schermtijd (heel niche) is interessant in de introductie bv. gen z is heel veel op hun gsm → Maar
het is niet zo interessant voor de paper.
Welke vormen er zijn (types of mobile advertising), mobile advertising, synoniemen voor mobile
advertising vb. mobile marketing of online advertising. Als je vastloopt kun je het woord
opzoeken in google zodat je synoniemen vind
Kwaliteit journals:
- Welke database? Met google extra kritisch zijn
- Naam journal (bv. Land in naam vaak niet echt top journals)
- Imago journal
- Impact factor (kan je opzoeken)
- Taal (focus op engels!)
- Website journal
- Ranking: er is een mogelijkheid om rankings op te zoeken via web of science.
(impactfactor)
o
→ wees kritisch!!
Opzoeken papers:
Pro tip: Overview papers rond topic, research agenda's, review papers (bv. systematic
literature reviews) zijn handig startpunt
Brainstormen & literatuur ontdekken met AI:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vubstudent1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.88. You're not tied to anything after your purchase.