Vraag 1
Lees de overwegingen 18 t/m 26 van het arrest Euro Park (C-14/16) over de
verhouding tussen het primaire en het secundaire Unierecht.
1. Leg in je eigen woorden uit waarom het HvJ EU in deze zaak tot de conclusie
is gekomen dat de Franse wetgeving in deze zaak getoetst mocht worden
aan de verkeersvrijheden.
In beginsel geldt als hoofdregel dat een nationale regeling m.b.t. een materie die op het
Europese niveau uitputtend is geharmoniseerd getoetst moet worden aan de bepalingen
van de harmonisatieregeling en niet aan het primaire recht.
In Euro Park ging het om een specifieke bepaling van de MD-richtlijn. Daar stond dat
lidstaten de mogelijkheid hadden om de richtlijn niet toe te passen als er sprake was van
misbruik en er moest iets zijn van zakelijke overwegingen. Die zakelijke overwegingen
moesten ingevuld worden door de lidstaten waardoor er geen sprake was van
uitputtende harmonisatie.
In dit arrest is geoordeeld dat de anti-misbruik-bepaling, art. 11(1)a van richtlijn
90/434 niet tot doel heeft een uitputtende harmonisatie op Unieschaal tot stand te
brengen. Omdat het geen uitputtende harmonisatie op Unieschaal ten doel heeft, mag
het worden getoetst aan de verkeersvrijheden (primair unierecht) i.p.v. aan de
bepalingen van de harmonisatieregeling.
Geen uitputtende harmonisatie, er is een mogelijkheid om iets zelf in te vullen, dan mag
je de maatregel toetsen aan de vrijheden.
Als er wel uitputtende harmonisatie is, dan kun je op dat punt de nationale maatregel
niet toetsen aan de vrijheden maar aan de richtlijn.
2. Geef gemotiveerd aan of het nieuwe – op de ATAD gebaseerde – art. 15b
Wet Vpb getoetst mag worden aan de verkeersvrijheden.
Art. 15b Vpb is gebaseerd op art. 4 ATAD.
In art. 4 ATAD zijn bepaalde onderdelen ‘hard’ daar moet dat betreffende onderdeel
ingevoerd zijn, maar het kent ook ‘zachte’ onderdelen waarin een keuzemogelijkheid
gegeven wordt. Als een onderdeel van de implementatie getoetst moet worden dat ‘hard’
is, dat punt, was volledig uitputtend geharmoniseerd en dus moet het aan de richtlijn
getoetst worden. Maar als een onderdeel van de implementatie getoetst moet worden
dat ‘zacht’ is, dat punt, was niet volledig geharmoniseerd want er was een
keuzemogelijkheid en dat kan getoetst worden aan de vrijheden. (splitsing)
Andere lezing: je moet kijken naar de bepaling als geheel. De bepaling biedt keuzes en
dus is de bepaling onvoldoende geharmoniseerd en dus kan je het toetsen aan de
verkeersvrijheden.
Het is nog niet duidelijk welke kant het HvJ opgaat.
1
, Stel je komt tot de conclusie dat de richtlijn op bepaalde punten volledig
geharmoniseerd is, is er dan nog een kans dat er getoetst kan worden aan de
verdragsvrijheden? (aan het primaire EU-recht) of is die kans verkeken?
Beuer denkt dat die kans er nog is, er is een beroep tot nietigverklaring mogelijk binnen
twee maanden nadat die richtlijn van kracht is. Daarnaast biedt een prejudiciële
vragenprocedure ook een kans: de nationale rechter moet dan vragen of de richtlijn in
strijd is met de verdragsvrijheden. De rechter moet dan wel aantonen dat de vraag
relevant is voor die zaak. Als de rechter het goed bewoord dan kan hij de richtlijn
toetsen aan het primaire recht.
Vraag 2
Lees het arrest van het HvJ EU van 26 februari 2013, zaak C-617/10, Akerberg
Fransson, en beantwoord daarna de vraag in welke gevallen art. 67q AWR
mogelijk in strijd is met het Unierecht.
1e vraag: kan je überhaupt het handvest toepassen? Is er toegang? Art. 51 Handvest. Het
moet gaan om de tenuitvoerlegging van het Unierecht. Daar staat ook in dat het
Handvest niet de bevoegdheden van de EU vergroot.
Wordt hier Unierecht ten uitvoer gelegd? Bij de BTW is dat wat makkelijker te bepalen
omdat dat gebaseerd is op de btw-richtlijn. Maar hoe zit dat bij bijv. de
inkomstenbelasting?
1. In geval er sprake is van een grensoverschrijdende situatie, dan is het unierecht
als zodanig van toepassing.
2. Geharmoniseerde wetgeving, zoals bijv. de fusierichtlijn. De implementatie van
de fusierichtlijn vinden we terug in de Wet IB. In dat geval kan je een zuiver
nationale fusie hebben, maar de nationale wetgeving is geïmplementeerde EU-
regels van de richtlijn en daardoor is ook sprake van tenuitvoerlegging van
Unierecht.
Op grond van art. 67q AWR kan de inspecteur een vergrijpboete opleggen wegens
hetzelfde feit als waarvoor eerder een verzuimboete is opgelegd, mits nieuwe bezwaren
bekend zijn.
Akerberg Fransson: dhr. Akerberg had OB en IB ontdoken, ter zake daarvan werden
naheffingsaanslagen en vergrijpboetes opgelegd. Voor datzelfde feit werd hij ook
strafrechtelijk vervolgd. De vraag is of dat in strijd is met het ne bis in idem-beginsel.
Zweedse zaak: Zweden kent een fiscale boete en strafrechtelijke sanctie. Als ze allebei
als criminal charge worden aangemerkt dan is er een dubbele sanctie en dat mag niet
i.v.m. ne bis in idem.
Er moet dus bepaald worden of die fiscale boete een criminal charge is.
R.o. 33 Akerberg: er zijn 3 voorwaarden waar je aan moet toetsen:
1. juridische kwalificatie van de sanctie in het nationale recht;
2. De aard van de inbreuk;
3. De aard en de zwaarte van de sanctie die aan betrokkene kan worden opgelegd.;
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MRang. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.