Samenvatting van alle theorie voor het vak Gedrag in Organisaties in periode 3 van het eerste jaar van de opleidingen Business Studies, Finance & Control en Accountancy op Hogeschool InHolland.
Verschillen tussen Alderfer en Maslow
- Verschillende soorten behoeften kunnen tegelijkertijd aanwezig zijn
- Frustratie-regressiehypothese: Hoe meer bevrediging van hogere behoeften
gefrustreerd wordt, des te belangrijker behoeften van lager niveau worden
Overeenkomsten Alderfer en Maslow
- Deprivatie zal leiden tot activatie
,Behoefteprofielen (McClelland)
- Prestatiebehoefte: Gericht op het neerzetten van goede prestaties.
- Machtsbehoefte: Gericht op het uit kunnen oefenen van macht. Uit onderzoek
blijkt dat machtsbehoefte vooral een rol speelt bij hogere leidinggevenden.
- Affiliatiebehoefte: Gericht op het scheppen van een goede relatie met
anderen.
Verschillen McClelland met Alderfer en Maslow
• Ieder individu ontwikkelt in eerste levensjaren een behoefteprofiel
• In specifieke functies is vaak een dominantie behoefte te vinden.
• Bijv. machtsbehoefte bij midden en hoger management
Externe situaties kunnen gedrag uitlokken
De wet van het effect: Skinner (1953)
- De gevolgen van een handeling bepalen of iemand de neiging heeft om die te
herhalen of juist achterwege te laten (geconditioneerde handeling)
- Bekrachtiging van gedrag
- Groot deel van menselijk gedrag wordt ‘automatisch’ uitgelokt
(geconditioneerd)
Verwachtingstheorie (Vroom)
Attributietheorie
Attributie: Wat is de oorzaak van gedrag?
- Interne Attributie: Oorzaak ligt in de persoon zelf
• Bijv. persoonlijkheid, intelligentie, etc.
- Externe Attributie: Oorzaak ligt in de situatie
Attributiefouten
- Fundamentele Attributiefout: Invloed van situatie op gedrag van een ander
wordt onderschat
- Zelfdienende Vertekening: Neiging om succes intern en falen extern te
attribueren. Hierdoor blijft een positief zelfbeeld in stand.
Mensen hebben de neiging om de oorzaken van gedrag bij andere personen eerder
toe te schrijven aan de eigenschappen van de persoon dan toe te schrijven aan de
omstandigheden.
Mensen hebben de neiging om de oorzaken van gedrag bij andere personen eerder
intern te attribueren dan extern te attribueren.
Relatie tussen Attributie en Motivatie
Via de verwachting dat je zelf invloed kan uitoefenen op een resultaat.
,Capaciteiten
- Intelligentie (IQ): Zegt iets over gemak waarmee mensen zich nieuwe dingen
eigen kunnen maken
Persoonlijkheid: Patroon van karakteristieke gedachten, gevoelens en gedragingen.
Big Five van Goldberg
- Extraversie
- Vriendelijkheid
- Zorgvuldigheid
- Emotionele Stabiliteit
- Openheid voor ervaring
Attitude: Relatief stabiele houding met betrekking tot een ‘attitudeobject’
- Cognitieve aspecten (verstandelijke afwegingen)
- Emotionele / affectieve aspecten
- Gedragsintentie
Het ASE-model
Cognitieve Dissonantie: Ontstaat als attitudes en gedrag tegenstrijdig zijn
Wederzijdse Afhankelijkheid
- Ruilrelatie inbreng en opbrengsten werknemer en werkgever
Betrokkenheid bij de organisatie heeft zijn oorsprong in rationele en emotionele
afwegingen.
, Drie vormen van betrokkenheid (Meyer en Allen)
- Affectieve Betrokkenheid: gevoel deel uit te maken van de organisatie
- Normatieve Betrokkenheid: fatsoenlijk om bij de organisatie te blijven
- Continuïteitsbetrokkenheid: moeilijk om verworvenheden elders weer op te
bouwen
Arbeidssatisfactie & Billijkheid
- Kenmerken van het werk
- Sociale omgeving / sociale steun
- Aard van de beloning
Billijkheid: Vergelijking van verhouding inbreng/opbrengsten van jezelf ten opzichte
van een ander
Het nieuwe werken
- Werken onafhankelijk van tijd en plaats
- Leidinggevende stuurt op resultaten
- Goede ICT-ondersteuning essentieel
- Flexibele arbeidsverhoudingen en contractvormen
Extrinsieke Motivatie
- Motiveren door belonen
- Cafetariasysteem (flexibele beloning)
Motiveren door belonen (Extrinsiek)
- Stukloon (volledig variabel)
- Deel van de beloning is vast en een deel is variabel, afhankelijk van de
prestatie
Variabele deel kan afhankelijk zijn van de individuele prestatie, de prestatie van de
groep of van het bedrijf als geheel (winstdeling).
Cafetariasysteem (Flexibele Beloning) (Extrinsiek)
Er zijn meerdere vormen van beloning mogelijk, waar het Cafetariasysteem op
inspeelt daarop in. Keuzemogelijkheden:
- Geld voor tijd (uitbetalen van vakantiedagen)
- Tijd voor geld (kopen van vakantiedagen)
- Arbeidsregelingen (flexibele arbeidstijden)
- Verzekeringsopties
- Geldregelingen (deel uitbetaling in aandelen)
- Overige regelingen (auto van de zaak, studieregeling etc.)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jordivandam. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.