Een praktijkgerichte benadering van organisatie en management
Samenvatting van alle theorie voor het vak Organisatiekunde in periode 3 van het eerste jaar van de opleidingen Business Studies, Finance & Control en Accountancy op Hogeschool InHolland.
Organisatiekunde – Week 1
Organisatiekunde (Organisatie en Management) is een interdisciplinaire wetenschap
die zich bezighoudt met het bestuderen van het gedrag van organisaties alsmede de
factoren die dit gedrag bepalen en de wijze waarop organisaties het meest
doeltreffend bestuurd kunnen worden.
- Organisatiekunde is beschrijvend (descriptief) en voorschrijvend (prescriptief)
- Interdisciplinair: Elementen afkomstig uit andere vakgebieden (bijvoorbeeld
bedrijfseconomie, informatica, marketing, psychologie, enzovoort) die worden
gebruikt voor een nieuwe benadering en niet meer als afzonderlijke bijdragen
zijn te onderscheiden
- Besturing: Richting geven aan de processen binnen een organisatie
- Doeltreffend (effectief): De mate waarin de besturing slaagt
- Prescriptieve Aspect: Het adviseren over te volgen handelswijzen en
organisatie-inrichtingen
Ontwikkeling van handel en ontstaan van multinationale ondernemingen
De eerste internationale handelsondernemingen waren opgericht en gesubsidieerd
door nationale overheden met als doel hun koloniale handelsbeleid te ondersteunen.
- Voorbeelden: Engels Oost-Indische Compagnie, Nederlandse Oost-Indische
Compagnie, Frans West-Indische Compagnie
Bijna 90% van de 500 grootste bedrijven ter wereld zijn gevestigd in Noord-Amerika,
Europa en Japan. Nederland is het thuisland van elf van deze 500 grootste bedrijven
(wo. Shell, Ahold, Heineken).
Belangrijke personen en denkrichtingen in de geschiedenis van de
organisatiekunde
,Periode voor de industriële revolutie (400 v.c.j. – 1900 n.c.j.)
- Start bij de oude wijsgeren (Plato, Aristoteles)
- Machiavelli (1469 – 1527, filosoof, diplomaat en schrijver)
o boek Il Principe (De vorst); inhoud gaat vooral over behouden en
uitbreiden van macht
- Adam Smith (1723-1790), grondlegger van de moderne economie
o boek An inquiry into the nature and causes of the wealth of nations;
productieve arbeid de bron van welvaart en door arbeidsverdeling kan
de productiviteit sterk worden verhoogd
Mercantilisme (tot 1776)
Het mercantilisme stelde dat het bezit aan geld en goed de enige welvaartsbron was.
Scientific Management – Taylor (rond 1900)
Taylor is de grondlegger van een meer systematische benadering van
bedrijfsvoering, waarbij de ontwikkeling van het bedrijfsresultaat centraal staat.
De hoofdpunten van Scientific Management (Taylorisme) zijn:
- Wetenschappelijke analyse van het uitvoeren van tijd- en bewegingsstudies
om te komen tot standaardisatie en normalisatie
- Vergaande taakverdeling en training van arbeiders
- De bedrijfsleider moet plannen, coördineren, toezicht uitoefenen en het
resultaat binnen een organisatie controleren
- Juiste man op de juiste plaats door zorgvuldige selectie
- Invoeren van prestatiebeloning met als doel te komen tot lagere
productiekosten
General Management-theorie – Fayol (rond 1900)
Fayol zijn bijdrage was nadrukkelijk gericht op de gehele organisatie. Dit in
tegenstelling tot Taylor die zich vooral richtte op de productieafdeling. De General
Management-theorie legt verbanden tussen de managementgebieden en de
managementtaken. De verantwoording voor de besturing van de organisatie ligt met
name met het management (de managers). Deze besturing bestaat uit vijf
verschillende taken:
- Plannen: Een actieplan opstellen.
- Organiseren: Mensen en middelen op de juiste wijze plaatsen binnen de
organisatie.
- Bevel Voeren: Ervoor zorgen dat de werknemers hun taken uitvoeren.
- Coördineren: Onderling afstemmen wie wat gaat doen.
- Controleren: Komen de resultaten overeen met het actieplan?
, Bureaucratie – Weber (rond 1920)
De bijdrage van Weber was vooral gericht op overheidsorganisaties en grote
bedrijven vanuit een sociologische invalshoek. Kenmerken van een ideale
bureaucratie:
- Sterk doorgevoerde taakverdeling
- Hiërarchische bevelstructuur
- Nauwkeurig afgebakende bevoegdheden en verantwoordelijkheden
- Onpersoonlijke relaties tussen functionarissen
- Werving op basis van bekwaamheden en kennis
- Bevordering en beloning op basis van objectieve criteria en procedures
- Uitvoering van werkzaamheden volgens vaste routineregels
- Gegevens zijn vastgelegd in schriftelijke stukken
- De macht van functionarissen is aan restricties gebonden
Human Relations – Mayo (rond 1945)
Binnen de Human Relations-benadering staan de subjectieve factoren zoals
aandacht en waardering centraal. Mayo bewees met zijn experimenten dat er naast
objectieve factoren ook subjectieve factoren zijn voor het resultaat. Subjectieve
factoren zijn aandacht, zekerheid, bij de groep horen en waardering. Sociale
vaardigheden zijn dus voor leidinggevenden zeer belangrijk.
De eindconclusie van het experiment naar productiviteit en lichtsterkte was dat de
productiviteit steeg door de aandacht die de werknemers kregen tijdens het
experiment. De achterliggende oorzaak bleek dat de productiviteit toenam door de
aandacht en het groepsgevoel dat het experiment teweeg bracht.
Revisionisme – Likert e.a. (rond 1950)
Revisionisme is synthese tussen Scientific Management en Human Relations.
- Scientific Management: organisatie zonder mensen
- Human Relations: mensen zonder organisatie
- Revisionisme: mensen en organisatie
Belangrijke auteurs:
- Likert: Linking Pin
- Herzberg: Motivatie/Hygiëne-theorie
- McGregor: Theorie X en Y
Systeembenadering – Boulding (rond 1950)
Integrale Managementbenadering: Volgens de systeemtheorie zijn organisaties een
geheel van samenhangende delen.
Contingentiebenadering – Lawrence/Lorsch (rond 1965)
- 'There is not one best way of management'
- De kunst van het ontdekken in welke situatie welke managementtechniek het
best kan worden toegepast
- Een belangrijke situationele variabele is de omgeving met consequenties voor
de te kiezen strategie, structuren en systemen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jordivandam. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.