100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Achtergronden van het SJD-werkveld boek Profiel van de Nederlandse overheid $6.96   Add to cart

Summary

Samenvatting Achtergronden van het SJD-werkveld boek Profiel van de Nederlandse overheid

3 reviews
 202 views  9 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek Profiel van de Nederlandse overheid. Dit boek gebruikte ik in het eerste jaar van de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening (SJD) voor het van 'Achtergronden van het SJD-werkveld'.

Preview 4 out of 43  pages

  • Yes
  • March 25, 2019
  • 43
  • 2018/2019
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: elinecouperus35 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: tijshafkamp • 5 year ago

review-writer-avatar

By: rinekeplettenburg • 5 year ago

avatar-seller
Week 2, achtergronden van het SJD-werkveld, 12-9-2018, samenvatting Profiel
H1: Introductie

Vrijwel iedereen krijgt met de overheid te maken. Er zijn erg veel manieren van hoe je me de
overheid te maken kunt krijgen. Voorbeeld:
- Je vraagt een paspoort aan
- Je vult je digitale belasting aangifte in
- Je bezeert je aan een loszittende stoeptegel
- Je vraagt je af waarom de zorginstelling waar je oma verblijft, wordt gesloten
- Etc etc etc…

De overheid is overal. De overheid grijpt in onze maatschappij diep in. Maar de overheid is niet altijd
te begrijpen of te volgen, ook voor zichzelf niet.

De discipline die de overheid centraal stelt heet bestuurskunde. Een andere naam voor
bestuurskunde is beleidskunde. Als in Nederland wordt gesproken over bestuurskunde heeft men het
over de discipline die zich bezig houdt met de voorbereiding, de bepaling, de uitvoering en de
evaluatie van overheidsbeleid.

Veel overheden vinden overigens zelf ook dat het ingewikkeld en onoverzichtelijk wordt. Ze proberen
hun organisatie zo aan te passen om de burgers beter te kunnen helpen. Veel gemeentes hebben
bijvoorbeeld een ‘publiekdienst’, waar veel contacten met burgers worden afgehandeld. Ook is er
een klachtencontact centrum. Doel daarvan is dat de meeste vragen in één keer worden
afgehandeld. Je wordt dus direct geholpen.

Ten eerste helpt bestuurskunde de overheid zelf om efficiënter te werken, en ten tweede helpt
bestuurskunde om doelgerichter met een overheid om te gaan.

,H2: Enkele begrippen

Het is gebruikelijk om van een staat te spreken als er aan drie criteria is voldaan.
1. Er moest sprake zijn van een afgegrensd grondgebied.
2. Er moet een geaccepteerd bestuursgezag aanwezig zijn. Soevereiniteit speelt hierbij een
belangrijke rol. Soevereiniteit betekent namelijk de hoogste macht of gezag. De staat heeft
namelijk als enige organisatie de controle over de binnenlandse aangelegenheden.
3. Er moet een (te onderscheiden) staatsvolk zijn.

Veel moderne staten kennen twee pijlers die ten grondslag liggen aan de inrichting van hun bestuur:
de scheiding tussen kerk en staat en de scheiding van de drie machten.

In feite is er sprake van bestuur sinds er menselijke samenlevingen zijn. Het bestuur heeft lange tijd
in het teken gestaan van de strijd tussen kerk en staat. De kerk was namelijk de staat. Tegenwoordig
hebben we een scheiding tussen beide. In ieder geval in onze westerse samenleving. In Iran
bijvoorbeeld niet.

Er zijn verschillende soorten samenleving waarin macht op een andere manier verdeeld is:
- Samenlevingen op basis van gelijkheid.
o Jagers-verzamelaars
o Leiderschap op deelgebieden
- Samenlevingen met rangorde
o Agrarische samenleving
o Nieuwe machtsposities door middel van bezit
- Samenlevingen met gelaagdheid
o Standensamenleving
o Geestelijkheid, adel, boeren en burgerij
o Bepaalde stand -> allemaal rechten en plichten
o Je zult je hele leven in de stand blijven. Je kan niet stijgen of dalen.

In een zeker mate vormen de drie machten de basis van het staatsbestel in de samenlevingen. Dit
noemen we ook wel de trias politica van Montesquieu
1. Wetgevende macht
2. Uitvoerende macht
3. Rechterlijke macht

Deze drie machten vormen in principe gelijkwaardige machten, vandaar dat er over een horizontale
machtenscheiding gesproken wordt. Er is dus geen vorm van hiërarchie tussen de machten. Ze
houden elkaar ook in balans. Zo kan geen van de machten oppermachtig worden.

Idee van trias politica is dat je ook binnen de overheid de machten zou moeten scheiden. Op
rijksniveau onderscheiden we de Staten generaal (wetgevende macht), de ministeries (uitvoerende
macht) en de onafhankelijke rechters (rechterlijke macht).

Scheiding is alleen niet strikt. De regering is de uitvoerende macht, maar maakt ook deel uit van de
wetgevende macht. Ook komt het regelmatig voor dat een rechter een uitspraak doet die politici niet
zint. Politici kunnen vaak de verleiding niet aan om hier niks over te zeggen.

Wel voorstelbaar is dat politici nadenken over andere wetgeving als ze bepaalde ontwikkelingen in
de maatschappij willen bijsturen.

,Naast de drie machten kennen we ook nog andere machten. Denk aan het ambtenarenapparaat. Ook
wel aangeduid met de term ‘de vierde macht’.
Ambtenaren voeren tal van zaken voor de minister uit en nemen zij daarbij allerlei
uitvoeringsbeslissingen.

De media, lobbyisten en advies- en organisatieadviseurs worden elk ook machten genoemd. Deze
machten beïnvloeden de politieke besluitvorming achter de schermen.

1848 grondwetswijziging ‘gedecentraliseerde eenheidsstaat’ zoals we die nu ook nog kennen. Dit
werd ook wel de vreedzame revolutie genoemd. De man achter deze grondwet was Thorbecke
(1798-1872). Het Nederlandse bestel dat toen ontstond (het rijk, de provincie en de gemeente) werd
dat ook wel ‘het huis van Thorbecke’ genoemd. Voorbeelden van wijzigingen die nog steeds relevant
zijn -> zie bladzijde 22.

Deze grondwet van meer dan 160 jaar oud is nog steeds de basis van ons staatsbestel. We kennen
namelijk nog steeds het algemeen kiesrecht, verbod van het opleggen van de doodstraf etctec…

De grondwet legt niet alleen het bestuurlijk stelsel vast, maar ook onze grondrechten. Grondrechten
zijn rechten die de burger beschermt tegen de overheid.
1. Klassieke grondrechten, zijn zaken waar de overheid zich niet mee mag bemoeien. Deze
rechten zijn al in de grondwet van 1848 te vinden. Bijvoorbeeld: de vrijheid van
meningsuiting en godsdienst.
2. Sociale grondrechten, zijn onderwerpen waar de overheid zich wel mee mag bemoeien. Deze
zijn later ontstaan. Bijvoorbeeld: het recht op werkgelegenheid en het recht op culturele en
maatschappelijke ontplooiing.
Klassieke grondrechten kunnen afgedwongen worden en sociale grondrechten niet.

Door de grondwet in 1848 begint de moderne tijd (1848-1940). Er is namelijk een grote
bevolkingsgroei, toenemende landbouwproductiviteit, industrialisatie en ontwikkeling van de
wetenschap. Door die veranderingen verandert ook de rol van de overheid.
In de 19e eeuw richtte de overheid zich op de veiligheid van de inwoners door leger en politie in te
zetten. Wetgeving was er wel, maar was vooral gericht op rechtsorde. Verder weinig bemoeienis met
inwoners van het land. Deze periode word ook wel aangeduid met het begrip ‘nachtwakersstaat’.

Begin 20ste eeuw gaat overheidsrol toenemen. Er is namelijk grote armoede en
arbeidsomstandigheden zijn slecht. Overheid wordt steeds belangrijker bij het aanpakken van
maatschappelijke problemen. Vervolg: kinderwetje van Van Houten (1871) en de ongevallenwet
(1901)

Na tweede wereldoorlog (1940-1945) gaat de overheid zich meer bemoeien. Je zou deze
verschuiving kunnen aanduiden met de begrippen codificatie en modificatie.
- Codificatie, het schrift stellen van recht (het maken van een boek). Overheid volgt eerst de
ontwikkelingen in de samenleving en stelt daarna wetten op.
- Modificatie (aanpassing), zit het element ‘sturing’, gaat niet over het eenmalig opstellen van
wetten. De overheid wil continue inspelen op de ontwikkelingen in de samenleving en
mogelijk zelfs daarop vooruitlopen en ontwikkelingen beïnvloeden. De overheid gaat de
samenleving dus sturen en schept hiervoor zelf de randvoorwaarde: de verzorgingsstaat
ontstaat.

De AOW, ANW, participatiewet, sociale voorzieningen en sociale verzekeringen zijn ontstaan in die
tijd. Dit hoort onder de verzorgingsstaat.

, In het begin was de financiering van de verzorgingsstaat geen probleem. Nu wel. Dit komt door de
toenemende vergrijzing (waardoor de kosten omhoog gaan), een verslechterde economische situatie
(aantal werklozen en uitkeringen stijgen) en veranderde maatschappelijke patronen (het aantal
eenpersoons- of kleinere huishoudens neemt toe).

Over de huidige situatie wordt ook wel gezegd dat we in een ‘post-verzorgingsstaat’ zijn terecht
gekomen.
Aan de ene kant moet er bescherming zijn, een vangnet voor de zwakkere in de samenleving. Op de
verzorgingsstaat mag dan dus ook niet op bezuinigd worden.
Aan de andere kant is het ook duidelijk te zien dat dit huidige stelsel niet meer vol te houden is en
dat er een nieuw stelsel moet komen.

Gevolg is nu dat de verantwoordelijkheden tegenwoordig steeds meet bij de burger komt te liggen,
waardoor de overheid zich steeds meer kan terugtrekken. Overheidstaken worden ook steeds meer
aan de markt over gedragen. Denk aan de Nederlandse spoorwegen en het postbedrijf PTT.

Een belangrijke rol bij het vermogen van onze postverzorgingsstaat spelen politieke stromingen een
belangrijke rol die in Nederland dominant zijn. Hebben namelijk allemaal een eigen opvatting over de
rol van de overheid.
- Liberalisme, vrijheidsbeginsel
- Christendemocratie, christelijke beginsel
- Socialisme, gelijkheidsbeginsel

Liberalisme staat voor vrijheid van het individu, streeft naar een overheid met een beperkte omvang
en kent de markt als zelfregulerend mechanisme een belangrijke rol toe.

Socialisme staat voor rechtvaardige samenleving met meer sociale gelijkheid. Overheid moet dit
realiseren.

Christendemocraten zitten tussen beide stromingen in. Staat vooral voor naastenliefde en
solidariteit. Deze stroming ziet vooral belangrijke rol weggelegd voor maatschappelijke organisaties
of het maatschappelijke middenveld.

De overheid bestaat niet, want de overheid bestaat in feite uit een heleboel verschillende
overheden. Elke overheidsorganisatie heeft eigen doelstellingen en eigen belangen.
De overheid is dus opgebouwd uit een gecompliceerd geheel van verschillende actoren, met soms
tegenstrijdige belangen en doelstellingen.

Veel mensen definiëren de overheid als ‘het geheel van bestuurders en bestuurlijke colleges in een
staatsverband en het daarbij horende ambtelijke apparaat’.

De boodschap is dus in feite: DE overheid bestaat niet. De overheid is immers een bonte verzameling
van overheidsorganisaties en belangen.

Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Dat houdt in dat veel taken en bevoegdheden
aan andere overheidsorganen dan de centrale overheid zijn toebedeeld en het staat voor de
eenheid.
De bevoegdheden zijn over drie bestuurslagen verdeeld.
- Rijk
- Provincie
- Gemeente

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noordaaleman. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96  9x  sold
  • (3)
  Add to cart