Dit is een samenvatting van het boek ‘Administratieve verwerking van winstbelasting (1 e druk)’. Deze
samenvatting bevat ook voorbeelden.
Hoofdstuk 1: Fiscaal versus bedrijfseconomisch
Er worden twee soorten jaarrekeningen onderscheiden: bedrijfseconomisch en fiscaal.
- Bedrijfseconomisch: jaarrekening die moet worden aangeboden aan aandeelhouders en die
openbaar gemaakt moet worden. Dit is de jaarrekening dat voortvloeit uit je administratie.
- Fiscaal: is onderdeel van je aangifte vennootschapsbelasting (vpb). Over de fiscale winst moet
vpb betaald worden. Voor vaststelling van de fiscale winst zoekt de wet vpb aansluiting bij de
afdeling ‘winst uit onderneming’ van de wet inkomstenbelasting (goedkoopmansgebruik).
Er kunnen verschillen ontstaan tussen de bedrijfseconomische en fiscale jaarrekening. Dit kan komen
door verschil in regelgeving.
Tarieven vpb: over de eerste €200.000 is het tarief vpb 20%, over de rest is het tarief 25%.
Bij bepaling van het resultaat gaat het niet om een confrontatie van ontvangsten en uitgaven, maar om
een vergelijking van opbrengsten en kosten. Eén van de te verrichten uitgaven betreft de over de
behaalde winst van de onderneming verschuldigde belasting. Op de bedrijfseconomische jaarrekening is
de verschuldigde winstbelasting een kostenpost en daarmee onderdeel van de winstbepaling. De
kostenpost winstbelasting wordt aan het betreffende boekjaar toegerekend, onafhankelijk van de
periode waarover de winstbelasting verschuldigd is of van de periode waarin de winstbelasting wordt
betaald.
Bij bepaling van de in de bedrijfseconomische resultatenrekening op te nemen belastinglast, staat
toepassing van het matchingprincipe centraal. De kosten dienen toegerekend te worden aan de jaren
waarin de oorzaak van die kosten is gelegen.
De belastinglast en verschuldigde winstbelasting kunnen van elkaar afwijken. Als er geen verschil tussen
zit, wordt de volgende journaalpost gemaakt:
9.. Belastinglast
a/ 1.. Te betalen vpb
Het is ook mogelijk dat de belastinglast niet gelijk is aan de verschuldigde winstbelasting.
Bedrijfseconomisch wordt er gestreefd naar een zo hoog mogelijke winst, maar fiscaal wordt een lage
winst als positief beschouwd. Je hoeft dan namelijk minder belasting te betalen. De betaling van
belasting wordt dan uitgesteld (uitgestelde belasting). Ook kan de fiscale belasting al eerder betaald
worden, dan wordt gesproken van vervroegde belasting.
,Uitgestelde belastingen (belastbare tijdelijke verschillen)
Als op grond van de bedrijfseconomische wet- en regelgeving de belastinglast in een eerder jaar
genomen moet worden dan in het jaar waarover volgens de fiscale wetgeving de winstbelasting moet
worden afgedragen aan de fiscale autoriteiten, dan is er sprake van uitstel van belastingbetaling.
De boeking die hierbij plaatsvindt is:
9.. Belastinglast
a/ 0.. Uitgestelde belastingen (rubriek 0, dus langlopende post)
a/ 1.. Te betalen vennootschapsbelasting
Het uitstellen van de belastingbetaling betekent voor de onderneming een rentevoordeel.
Vervroegde belastingen (verrekenbare tijdelijke verschillen)
Als op grond van de bedrijfseconomische wet- en regelgeving de belastinglast in een later jaar genomen
moet worden dan in het jaar waarover volgens de fiscale wetgeving de winstbelasting moet worden
afgedragen aan de fiscale autoriteiten, dan is er sprake van vervroegde belastingbetaling.
De boeking die hierbij plaatsvindt is:
9.. Belastinglast
0.. Vervroegde belastingen (rubriek 0, dus langlopende post)
a/ 1.. Te betalen vennootschapsbelasting
Het vervroegen van de belastingbetaling betekent voor de onderneming een rentenadeel.
Op het moment dat je op de balans een positief verschil hebt (bedrijfseconomisch – fiscaal), heb je
volgens de RJ een belastbaar tijdelijk verschil. Dit zal altijd tot een uitgestelde belasting gaan leiden.
Op het moment dat je op de balans een negatief verschil hebt (bedrijfseconomisch – fiscaal), heb je
volgens de RJ een verrekenbaar tijdelijk verschil. Dit zal altijd tot een vervroegde belasting gaan leiden.
(RJ = Raad van jaarverslaggeving)
Alles bij de RJ is tijdelijk, omdat het uitgaat van de balansbenadering. Verschillen op het eigen vermogen
worden niet meegenomen..
Verband
Balans: Te betalen belasting
+ toename uitgestelde belasting
- toename vervroegde belasting
Winst- en verliesrekening: = belastinglast
Drie mogelijke (winst)verschillen via de resultatenrekening:
- Tijdelijke (winst)verschillen
Een verschil is tijdelijk als de kosten of opbrengsten in een bepaald jaar bedrijfseconomisch
verschillen van fiscaal, maar dat uiteindelijk de verschillen worden opgeheven. Hierbij worden
latenties gevormd. Voorbeeld van tijdelijke verschillen:
o Afschrijvingskosten van een duurzaam productiemiddel
- Permanente / definitieve (winst)verschillen
Er wordt gekeken naar beide resultatenrekeningen (bedrijfseconomisch en fiscaal). Het verschil
hier tussen wordt nooit opgeheven. Het blijft bestaan en wordt zelfs groter. Hierbij worden geen
latenties gevormd.
, Voorbeelden:
o Niet-aftrekbare kosten, zoals representatiekosten of boetes
o Investeringsaftrekken, zoals kleinschaligheidsaftrek
o Deelnemingen, zoals deelnemingsvrijstelling
- Semipermanente / -definitieve (winst)verschillen
Je hebt een semipermanent verschil als er sprake is van een tijdelijk verschil op de balans, maar
een permanent verschil op de resultatenrekening. Voorbeeld:
o Toepassing actuele waarde / herwaardering: bij verkoop wordt het van de balans
afgehaald
Belastingdruk
Definitieve verschillen leiden tot drukverschillen. De belastingdruk wordt als volgt berekend:
Belastinglast x 100% =
Bedrijfseconomische winst voor aftrek van belasting
Je nominale belastingdruk is 20% of 25%. Wanneer de uitkomst van je daadwerkelijke belastingdruk
hoger is, is er sprake van overdruk. Is het lager, dan is er sprake van onderdruk.
Hoe hoger de kosten, hoe lager de winst.
Fiscale gegevens worden niet gejournaliseerd!
Voorbeeld 1
Aanschafprijs machine: €50.000
Bedrijfseconomische afschrijving lineair in 2 jaar tot nihil (restwaarde = € 0,-)
Fiscale afschrijving lineair in 1 jaar tot nihil
De winst voor afschrijving en vpb in beide jaren: €200.000
Tarief vpb: 20%
Geef de noodzakelijke journaalposten in jaar 1 en 2
Jaar Afschrijving Winst voor VPB (na afschr.) VPB (20% van winst)
BE F BE F BE F
1 25.000 50.000 175.000 150.000 35.000 30.000
2 25.000 0 175.000 200.000 35.000 40.000
Totaal 50.000 50.000 350.000 350.000 70.000 70.000
Zoals te zien in bovenstaande tabel is er sprake van een tijdelijk verschil. Gedurende de jaren is er wel
een verschil, maar dit wordt uiteindelijk gelijk, zie totaal.
JAAR 1 DEBET CREDIT
Aanschaf machine
0.. Machine 50.000
Aan 1.. Bank/crediteuren 50.000 Ligt eraan of het al betaald is
Afschrijving (= BE)
4.. Afschrijvingskosten 25.000
Aan 0.. (Afschrijving) machine 25.000 Is er een aparte rekening voor afschrijving?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jkruiper. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.