Samenvatting Neurobiologische Achtergronden van opvoeding en ontwikkeling literatuur en colleges (8 gehaald!) Universiteit Leiden
4 views 0 purchase
Course
Neurobiologische achtergronden van opvoeding
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Samenvatting compleet (boek + colleges) Neurobiologische achtergronden van opvoeding en ontwikkeling. Vak uit de pre-master Pedagogische Wetenschappen. 8 gehaald voor het tentamen middels alleen deze samenvatting! Bevat alle informatie die je nodig hebt om het tentamen te halen.
Neurobiologische achtergronden samenvatting
Online college 1 - Introductie
Waarom neurobiologie?
- Als het in een gezin slecht loopt
- Moeite op school: ADHD, dyscalculie
- Gezinspedagogiek
- Hoezo leert de ene sneller dan de ander?
Leerdoelen vak
- Kennis opdoen van neurobiologische achtergronden van opvoeding en ontwikkeling
- Bekend raken met methoden en technieken die gebruikt worden in biologisch getint
pedagogisch onderzoek
- Beter in staat zijn om vakliteratuur in deze richting te lezen en begrijpen
Online college 2 – Het zenuwstelsel
Centrale zenuwstelsel: Hersenen en ruggenmerg.
Perifere zenuwstelsel: Bestaat uit het autonomische en
somatische zenuwstelsel.
Autonome zenuwstelsel: Bestaat uit het sympathische
en parasympatische zenuwstelsel (verdere uitleg
hieronder).
Somatische zenuwstelsel: Voor het aansturen van
spieren.
Autonome zenuwstelsel
2 standen
Rust: Parasympatische zenuwstelsel is betrokken
bij de rustsituatie, lage hartslag, spijsvertering,
wordt energie opgenomen, het bouwt reserves op
en het lichaam herstelt.
➔ Links in plaatje, duurt langer
Actie (fight, flight): Sympatische zenuwselsel.
Verhoogde hartslag, snellere ademhaling,
spijsvertering stopgezet voor energie, acties die
het mogelijk maken om snel te reageren etc.
➔ Rechts in plaatje
Centrale zenuwstelsel: hersenen en ruggenmerg
➔ te zien in het midden van het plaatje.
1
,Anatomie hersenen
Occipitaalkwab: Achterin de
hersenen (paarse gedeelte).
Prefrontale cortex: Voorkant van
de hersenen (blauwe gedeelte).
Temporaal kwabben: Zitten aan
beide kanten van de hersenen
(geel).
Richtingen:
- Dorsal/superior: bovenin de hersenen
- Ventral/inferior: beneden in de hersenen
- Anterior/rostral: voorin de hersenen
- Posterior/caudal: achterin de hersenen
Blood Brain Barrier (BBB): Muurtje/laagje om de hersenen. Zorgt dat er vanuit bloed een selectie van
stoffen overgegeven kan worden naar de hersenen. Voorkomt bepaalde virussen/ziekten niet kunnen
binnendringen in de hersenen, maar ook grotere moleculen zoals medicatie en hormonen. Sommige
stofjes kunnen er juist wel doorheen, zoals vet oplosbare stofjes. Soort filter.
Veel verandert in de afgelopen eeuwen in de
hersenen. Oudste delen hersen zijn de diepst
liggende delen, zoals:
- Centrale zenuwstelsel;
- Het brein;
- Het voorbrein (en alles wat hierbij hoort).
De nieuwere delen:
- De delen juist aan de buitenkant
- Cerebrale cortex: witte rand in plaatje
- Hoe meer groeven (Cirium Culci): Hoe verder
in de evolutie de hersenen zijn ontwikkelt.
Maken de hoger cognitieve functies
mogelijk.
2
,Neuronen: zorgen voor het doorgeven van signalen. Bestaat uit verschillende onderdelen:
Dendrieten: Ontvangen
signalen van andere
neuronen.
Cellichaam (Soma):
Hersenkern, daar worden
beslissingen genomen vanuit
de neuron. Geef ik het signaal
door? Of is het niet sterk
genoeg en laat ik het rusten?
Axon: geeft signalen over
naar andere neuronen.
➔ Neuron kan verschillende dendrieten hebben, maar één axon. Axon is ook veel langer dan de
dendriet. Er kan best veel afstand dus overbrugd worden van een axon. Daarvoor zit er om de
axon een vorm van isolatie: de Myeline schede/Myelin sheath. Zorgt ervoor dat de geleiding
van de axon beter wordt, dus minder signaal verloren gaat. De pijlen geven aan hoe het
signaal springt over schedes heen naar de knopen van de axon.
In de neuron vinden veel chemische
reacties plaats. (Hoeven niet alle namen te
kennen).
Neuron met drie axonen van drie
verschillende neuronen. Blauwe lijnen is
het elektrische signaal (ionen). Als de
signalen aankomen bij de dendrieten dan
komt alles samen in het cellichaam. Als het
signaal sterk genoeg is, zal de neuron
besluiten dat het signaal belangrijk is en
het doorgeven. Het zal dan via de axon van
de neuron naar de volgende neuron gaan.
De lading binnen de neuron wordt positief
(komt uit boven 0), wanneer het signaal
belangrijk is en het word doorgegeven.
Wanneer dit in een bepaald hersengebied
heel veel gebeurt, zoals voorin het brein.
Zal de lading daar positiever zijn dan
achterin het brein.
3
, Witte vs. zwarte stof in het brein
Axonen: Zorgen ervoor dat de hersenen wit gekleurd
zijn, omdat de Myeline schede wit is. Hierdoor zie je
waar de axonen aanwezig zijn in het brein (de
binnenkant van de hersenen). Andere delen die niet
daarmee verbonden zijn, zijn grijs/zwart.
Hormonen (en neuropeptiden): Boodschapperstofjes die gemaakt worden door gespecialiseerde
neuronen (dan zijn het neuropeptiden) of klieren (dan zijn het hormonen). Hebben vaak dezelfde
werking, maar er zit wel een verschil tussen.
Hormonen/neuropeptiden kunnen ervoor zorgen dat de neuronen anders gaan reageren en zelfs
door de BBB kunnen, dus de hersenen beïnvloeden.
Endocrine cell: Maakt hormonen. Deze hormonen worden gemaakt uit normale biologie of vanuit
een reactie en worden afgegeven aan het bloed. Via het bloed verspreiden ze zich door het lichaam.
Ze kunnen dus op alle gebieden waar bloed is
komen. Ze kunnen alleen invloed uitoefenen op de
cellen die kunnen binden aan deze hormonen.
Target cell: in groen weergegeven. Hebben
happertjes aan de buitenkant. Alleen als het
hormoon hieraan kan binden zal er een reactie
plaatsvinden.
Effecten kunnen langdurend of kortdurend zijn:
- Langdurig: door bijvoorbeeld geslachtshormonen.
- Kortdurend: door bijvoorbeeld cortisol. Je krijgt bijvoorbeeld een korte reactie op een spin. Er
zal ook weer teruggegaan worden naar de normale staat van het lichaam. Oxytocine:
knuffelhormoon.
➔ Lagere 2D (wijsvinger) – 4D (ringvinger) ratio staat in verband met blootstelling aan
testosteron. Hoe meer testosteron hoe lager de ratio. Dit komt door de langdurige effecten
door geslachtshormonen.
Hormonen meten
- Baseline vs. Reactie: Is er bijvoorbeeld een verschil als ik iemand in een stressvolle situatie
breng? Of juist in een positieve situatie? Zijn er veranderingen in bloed, speeksel etc.? Je kan
vasopressine en oxytocine meten via speeksel.
- Toedienen: Als je wil manipuleren. Zoals via neusspray, zalfje wat gebeurt er met levels als ik
de hormonen kunstmatig omhoog breng?
- Receptoren (epigenetica): Hoeveel hormonen zijn er aanwezig? Of de hormonen kunnen
binden en in welke maten. Als dat niet meer kan, wat is er dan aan de hand? Komt dit door
epigenetica (erfbare verschillen die niet in het DNA terug te vinden zijn)?
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Pedagooginspe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.22. You're not tied to anything after your purchase.