Aantekeningen gemaakt tijdens hoorcollege 1 t/m 4, hoorcollege 6 en alle kennisclips van het eerstejaarsvak Genomica aan de Universiteit Utrecht. Bovendien bevat dit ook notities gemaakt tijdens het lezen van de verplichte literatuur over GWAS en ~omics.
hc0. introductiecollege
verplichte hoorcolleges
29 april
31 mei
werkcollege zijn allemaal verplicht
● maximaal 25% afgemeld missen → genomica.afmelding@uu.nl
○ vermelden met nummer van werkgroep
practica zijn allemaal verplicht
tentamen
● afmelden via science.bio.ba@uu.nl en L.M.Will@uu.nl
● 40% deeltoets 1 (22 mei 13:30-16:30)
○ hoor- en werkcolleges week 1 t/m 4
○ verplichte werkopdrachten deel 1
○ theoretische inhoud/achtergrond practicum
○ campbell hoofdstuk 13, 14, 15, 19 en 20
○ achtergrondinformatie hoofdstuk 23
● 40% deeltoets 2 (28 juni 13:30-16:30)
○ hoor- en werkcolleges week 5 t/m 9
○ blackboard informatie
○ inhoud bb-toetsen
● 10% factsheet
● 5% poster
● 5% bioinformatica bb toets
herkansing op 12 juni
practicum genomica
veldwerk op locatie naar keuze
● 2x 2 ml Eppendorf buisje
● 1x 50 ml centrifugebuis
● 1x ziplock zakje
● 1x plantensteker
voorbereiding
● labbuddy module maken
● factsheet over Arabidopsis
● mobiel → foto’s + QR code
inlevermoment 29 april
,hc1. meiose en seksuele levenscyclus
§13.1 nakomelingen verkrijgen genen van ouder(s) door het erven van hun chromosomen
● genetica: studie van erfelijkheid en overerfbare variatie
vormen van reproductie
● aseksueel: individu geeft zijn genen door aan nakomeling zonder fusie van gameten
○ kloon: groep genetisch identieke individuen
○ uitzondering – hoewel onderstaande groepen aseksueel reproduceren, kan
dit resulteren in genetische variatie via alternatieve DNA-opname
■ bdelloid rotifer
■ bacteriën
■ planten
● seksueel: 2 ouders hebben nakomelingen waarbij een unieke combinatie van genen
wordt geërfd van de ouders
genen: eenheden van erfelijkheid die bestaan uit segmenten DNA
● genen worden doorgegeven aan de volgende generatie via gameten (reproductieve
cellen, eicellen/zaadcellen)
● we erven genen over, geen eigenschappen
DNA (met alle genen) is gepakt in chromosomen
● bestaan uit DNA-helix en eiwitten
● mensen hebben 46 chromosomen in somatische cellen
● somatische cellen: alle cellen behalve de gameten en hun voorlopers
● locus: plaats van een gen op een chromosoom
● allelen: 2 varianten van een lucus
§13.2 fertilization and meiosis alternate in sexual life cycles
● chromosomen sets
○ karyotype: afbeelding van rangschikking van chromosomen op grootte
○ menselijke chromosomen set: 23 paar (46 totaal)
■ 1-22 autosomen
■ X, Y geslachtschromosomen
○ karyotypes worden gemaakt in de metafase: duidelijkste condensatie van
chromosomen, er is dus al replicatie geweest
naamgeving van chromosomen
● chromosoom: structuur van DNA en eiwitten, drager van de erfelijke informatie
(genen) van de cel
● sekschromosoom: chromosoom, geassocieerd met geslacht
● autosoom: alle andere chromosomen
● lineaire of circulaire (bacteriën) chromosomen
● homologe chromosomen: chromosomen van dezelfde grootte en vorm met
dezelfde genen op dezelfde positie
● niet-zusterchromatiden: 2 homologe (maar niet identieke) chromatiden van
homologe chromosomen
● zusterchromatiden: 2 identieke chromatiden van een gerepliceerd chromosoom
,homologe chromosomen hebben dezelfde
● lengte
● bandering
● genen
● maar net een andere sequentie
ploïdie: # of each type of chromosome present
● haploïd 1 of each type of
chromosome (n)
● diploïd 2 of each type of chromosome (2n)
● polyploïd more than 2 of each type of chromosome (3n), (4n), etc.
menselijke levenscyclus
● gameet (sperma- of eicel)
○ enkele set chromosomen (23): haploïde cel (n)
○ eicel, sekschromosoom: X
○ spermacel, sekschromoosom: X of Y
● bevruchting
○ fusie van gameten
○ bevruchte eicel = zygote = diploïde cel (2n)
● zygote ontwikkelt door mitose tot adult
○ adult produceert door meiose weer gameten in geslachtscellen van gonaden
alternatieve ‘sexual life cycle'
● animals meiose → bevruchting → mitose
● plants and some algae meiose → (2x) mitose → bevruchting → mitose
direct na meiose vindt er mitose plaats
● most fungi and some protists meiose → (2x) mitose → bevruchting → meiose
● meiose vindt alleen plaats als er sprake is van homologe chromosomen (2n)
, §13.3 meiosis reduces the number of chromosome sets from diploid to haploid
chromosomen dupliceren vóór meiose
● zusterchromatiden cohesie
● meiose bestaat uit 2 celdelingen
○ meiose I: scheiding homologe chromosomen (2n → n)
○ meiose II: scheiding zusterchromatiden (zusterchromatiden)
● 4 dochtercellen (i.p.v. 2 bij mitose)
● dochtercel is ½ chromosomen oudercel
fasen van meiose I
1. profase I
2. metafase I
3. anafase I
4. telofase I en cytokinese
profase I
● chromosomen zijn gedupliceerd
● homologe chromosomenparen
● crossing-over vindt plaats: chiasmata
○ hoe groter het chromosoom, hoe
vaker dit plaatsvindt; op chromosoom
1 vindt het dus vaker plaats
● net zoals in profase van mitose:
○ kernmembraan afbraak
○ chromosoom condensatie
○ centrosoom relocatie
○ microtubuli vast aan kinetochoren
○ chromosomen naar metafase plaat
metafase I
● chromosomen op metafase plaat
● microtubuli vast aan kinetochoren
● homologe chromosomen vast aan microtubuli van verschillende polen
anafase I
● homologe chromosomen scheiden van elkaar
● zusterchromatiden blijven aan elkaar
telofase I en cytokinese
● cytokinese tegelijk met de telofase
● beide dochtercellen zijn nu haploïd (1n)
● chromosomen bestaan wel nog uit 2 zusterchromatiden → geen chromosoom
duplicatie nodig vóór meiose II
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ribizlik. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.