Uitwerking/samenvatting van de leerdoelen een referentiekader opbouwen
155 views 1 purchase
Course
Een referentiekader opbouwen
Institution
Hogeschool Viaa (Viaa)
Book
Sociaal werk in Nederland
In deze samenvatting staan alle leerdoelen beschreven die werden aangedragen door hogeschool Viaa. Leer deze pagina's goed uit je hoofd en je kent het grootste gedeelte van het tentamen!
Een referentiekader opbouwen – uitwerking leerdoelen
1a. De student kan weergeven waar de begrippen verzorgingsstaat en participatiesamenleving voor
staan.
De verzorgingsstaat/welfare state is een maatschappijvorm, die gekenmerkt wordt door een op
democratisch geschoeid systeem van overheidszorg, dat zich bij handhaving van het kapitalistisch
productiesysteem garant stelt voor het collectieve sociale welzijn van haar onderdanen. Bij deze
definitie ligt de nadruk op democratie en kapitalisme.
Een iets gemakkelijkere definitie: een stelsel waarin de overheid zich garant stelt voor noodzakelijk
geachte materiële en immateriële voorzieningen voor alle burgers.
Een participatiesamenleving is een samenleving waarin iedereen die dat kan verantwoordelijkheid
neemt voor zijn/ haar eigen leven en omgeving, zonder hulp van de landelijke overheid.
1b. De student weet hoe er in de 18 e eeuw werd gekeken naar de armen inzake ondersteuning en
opvoeding.
Halverwege de 18e eeuw (de verlichting) vond men dat armen opgevoed moesten worden. Men
wilde de armen verheffen.
Verlichting betekent durven te denken.
Lagere klassen moesten nette en nuttige burgers worden. De maatschappij moest tot nut zijn van
het algemeen. Hierdoor lag het niveau van het lager onderwijs heel acceptabel. Ontstond er het
zogenaamde patronaat: dit hield in dat beschaafde burgers de armen onder hun hoede namen. Ook
ontstond het experiment landbouwkolonie: ook wel het Elberfeld systeem genoemd.
In 1854 ontstond de armenwet
-Johannes van den Bosch (1780-1844)
- rond 1850 ontwikkelt zich in Duitsland een nieuwe aanpak van de armenzorg.
- zij deelden hierbij de steden en gaven hierdoor zorg op maat. Er werd gekeken naar wat armen
nodig hadden.
-Marie Muller-Lulofs (1854-1954)
- vrouwen maakten van liefdadigheidswerk een beroep.
- in de bundel ‘van mensch tot mensch’ uit 1916 komt haar kritische kijk op de gangbare praktijk van
de armenzorg naar voren.
- 1890 werd de Vereeniging tot Verbetering van de Armenzorg opgericht.
- De school voor maatschappelijk werk- 1903 werd de naam Opleidingsrichting veranderd naar
‘School voor maatschappelijk
1c. De student is op de hoogte hoe er in de 19 e eeuw tegen ziekte, ontoelaatbare-,
multiproblemgezinnen werd aangekeken.
In de 19e eeuw werd de oorzaak van armoede in de mensen zelf gezocht, het was gebrek aan
discipline en zelftucht. Er ontstonden woonscholen voor de sociaal ontoelaatbare.
In de 20e eeuw ontstond er een verband tussen erfelijke belasting en de marginale positie. Ze zagen
sterilisatie van de bepaalde bevolkingsgroepen als een mogelijke oplossing.
In de jaren 80 ontstond de benaming multiproblemgezinnen. Rond die tijd was de hulp namelijk nog
teveel individueel gericht en daarom kwamen ze op het idee gezinsbehandelingen op te richten.
In 1958 ontstond het outreachend casework. Dit hield in dat er bij o.a. verwaarlozing van kinderen
een maatschappelijk werker op bezoek kwam.
, Alleen de middenklasse werd destijds nog geholpen. Lagere klassen hadden geen behoefte aan
gesprekken, alleen aan materiele dingen en daarom werden ze de Unhelpable genoemd.
Het outreachend casework hielp o.a. in begeleiding in de huishouding, budgettering en persoonlijke
hygiëne. Er werd destijds al veel gerapporteerd en de maatschappelijk werkers schetsten een
gezinsprofiel. Er werd tegen mensen aangekeken alsof ze niet arm waren van zichzelf, maar door
omstandigheden zo geworden waren.
- Emil Kraepling 1856-1926
- is een van de grootste psychiaters uit de geschiedenis.
- bracht orde in de heersende chaos op het terrein van de naamgeving van de stoornissen
1d. De student kent de historische schets zoals die in het sociaal- cultureel werk is gegeven.
Het sociaal-culturele werk richtte zich op het verheffen op het gebied van educatie en culturele
vorming. Arbeiders werden doormiddel van volksopvoeding on contact gebracht met
beschavingsidealen van de hogere middenklasse.
1884: Echtpaar Barnett opent het eerste centrum voor Sociaal-cultureel werk in Oost-Londen met de
naam Toynbee Hall (ook wel settlement movement genoemd). Ze stimuleren het verenigingsleven,
zetten vakbonden op en brengen de armen en rijken bijeen.
Ook ontstaan er rasphuizen. Een rasphuis is een opvoedingsinrichting voor gevangenen.
Ons Huis in Amsterdam is het eerste volkshuis in Nederland. Het is niet voor onderdak. O.a. de
leeszaal is heel belangrijk in Ons huis omdat arm en rijk elkaar daar kunnen ontmoeten. Op gegeven
moment worden er meer volkshuizen opgericht en gaan arbeiders zich voor kunst en cultuur
interesseren.
- Rond 1900 zetten groepen jongeren in de middenklasse zich af tegen de cultuur van de
ouderen.
- In 1922 richt Arend wil van Wijk een clubhuis op voor jongens tussen de 14 en 24 om te
helpen zoeken naar een baan en om ze de gelegenheid te geven om te sporten.
- Begin 20e eeuw ontstaan er ook jeugdbewegingen. Deze zijn vaak onder leiding van ouderen.
- Na de 2e wereldoorlog nemen de jeugdbewegingen af. Een specifieke jeugdcultuur
ontwikkelt zich.
- Arbeiders Jeugd Centrale (AJC) en padvinderij zijn ontstaan door de jeugdbewegingen. In
1959 is de AJC opgeheven.
Het werk in volks- en clubshuizen had weinig animo. Het werd namelijk nog niet echt als een beroep
beschouwd. Casework and groupwork zullen na de oorlogen het werk gaan bepalen. In de 20 e eeuw
wordt het groupwork verrijkt en verdiept, mede door Kurt Lewin, grondlegger van de
groepsdynamica.
1e. De student kent het begrip sociale cohesie en kan toelichten waarom dit begrip een vlucht heeft
genomen in de eenentwintigste eeuw.
Sociale cohesie heeft te maken met samenhang in de samenleving. Sociale cohesie kan de
solidariteit met anderen behoorlijk selectief maken.
- Vanaf 1999 zijn er allerlei beleidsdocumenten, studies en rapporten.
- Onder het kabinet-Balkenende IV kwam het krachtwijkenbeleid: 40 probleemwijken die
verbetert werden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JoelleHessing. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.
