In deze samenvatting staat alle stof die je nodig hebt om je nog maximaal voor te bereiden op het eindexamen als je je nog niet goed voorbereid hebt. Van Plato tot Biesta alle filosofen zijn volledig en duidelijk uitgelegd zoals je ook antwoord moet geven op het eindexamen. Met deze samenvatting he...
INLEIDING
Het woord democratie is afgeleid van het Griekse demos, volk, en kratein, heersen. Een
democratie is dus letterlijk een heerschappij van het volk.
Volgens Robert Dahl heeft een democratie 10 belangrijke voordelen
1. Democratie helpt een regering van wrede autocraten voorkomen;
2. Democratie garandeert een aantal fundamentele rechten die niet-democratische
systemen niet (kunnen) verlenen, zoals bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting;
3. Democratie verzekert burgers een grotere mate van vrijheid dan andere haalbare
alternatieven;
4. Democratie helpt mensen hun eigen fundamentele belangen te beschermen;
5. Alleen een democratische regering biedt zicht op vrijheid tot zelfbeschikking, dat wil
zeggen: leven onder wetten die zelf gekozen zijn;
6. Alleen een democratische regering kan personen maximaal in staat stellen om morele
verantwoordelijkheid te nemen;
7. Democratie bevordert de menselijke ontwikkeling vol waardiger dan een haalbaar
alternatief;
8. Alleen een democratische regering kan een relatief hoge mate van politieke gelijkheid
bevorderen;
9. Moderne representatieve regeringen voeren geen oorlog met elkaar;
10. Landen met een democratische regering zijn welvarender dan landen met een niet-
democratische regering.
KWESTIE 1: WIE MAG ER MEEDOEN IN EEN DEMOCRATIE?
Plato
Volgens Plato leidt een democratie tot onverstandige beslissingen omdat het gewone volk
onvoldoende verstand heeft. Volgens hem moet de staat bestuurd worden door koning-
filosfen.
Plato’s mensbeeld is dualistisch; de mens bestaat uit 2 onderscheidbare delen; een
veranderlijk en stoffelijk lichaam en een onveranderlijke en onsterfelijke ziel. De ziel bestaat
uit 3 delen: de rede, het gemoed en de begeerte. Het is de bedoeling dat de rede de baas is
over de moed en de begeerte. Deze driedeling is ook terug te zien in de verdeling van de
maatschappij: heersers regeren over de staat, wachters beschermen de staat en arbeiders
en boeren verichten arbeid. Rechtvaardigheid komt pas tot stand als iedereen datgene doet
waar hij van nature voor geschikt is.
Plato metafysica kent 2 werelden: de schijnbare wereld van materie en de ideeënwereld.
Een wijs mens zal naar deze ideeën streven en zal zich in zijn denken door deze ideeën
laten lijden. De hoogste ideeën, in al hun abstractie, zijn het goede, het ware en het schone.
Filosofische kennis van de ideeën zal zorgen voor rechtvaardig handelen. Moed en begeerte
zijn op het vergankelijke gericht en daarmee geen goede grond om tot kennis van het goede
en het ware te komen. Daarom zijn koning-filosofen volgens Plato bij uitstek geschikt om
een rechtvaardige samenleving tot stand te brengen. Plato eist van bestuurders dat zij wel
kennis hebben van de Idee en van het Goede en Rechtvaardige. Deze Idee geeft de
bestuurder inzicht in de natuur van de mens en hoe een samenleving van deze mensen het
best geregeerd kan worden.
,Volgens Plato bestaat er ook iets als de wetenschap van het regeren, waarin koning-
filosofen opgeleid worden. In deze wetenschap versmelten filosofische kennis, morele
kennis en de kunde van het regeren tot een geheel. Koning-filosofen weten wat moreel goed
is en beschikken over de kennis en kunde om dat goede in praktijk te brengen.
Koning-filosofen laten zich niet zomaar verleiden door hun begeerten. Ze zijn getest op hun
onpartijdigheid en deugdzaamheid. Toch is het niet geheel uitgesloten dat de macht de
heersers corrupt kan maken. Plato stelt een paar maatregelen tegen corruptie:
1. Ze mogen geen eigendom bezitten
2. Ze mogen geen liefdes relaties onderhouden
3. Ze mogen niet weten wie hun kinderen zijn
4. Van jongs af aan worden zij getraind tot deugdzaamheid, onpartijdigheid en
onderwezen in de wetenschap van het regeren.
De nobele leugen moet ervoor zorgen dat koning-filosofen zich schikken in dit lot en de
onderdanen hun leiderschap accepteren.
Robert Dahl
Dahl is het niet eens met het uitgangspunt van Plato, dat door hun aanleg en training
filosofen zouden beschikken over de volgende deugden:
1. morele kennis, het intellectuele vermogen om onderscheid te maken tussen het
eigen en het algemeen belang,
2. een morele houding, de wens om het algemeen belang na te streven, en
3. technische kennis over hoe het algemeen belang het beste wordt gediend
Volgens Plato zouden koning-filosofen kennis hebben van de Idee van het Goede en
Rechtvaardige. Maar volgens Dahl begaat Plato hier een denkfout. Plato doet alsof die
kennis vergelijkbaar is met bijvoorbeeld wiskundige kennis en dat is niet het geval. Morele
kennis is niet objectief, zoals wiskunde: er bestaat geen wetenschap van het regeren.
Hoewel Dahl het eens is met Plato als hij zegt dat technische kennis noodzakelijk is voor
goede beslissingen, vindt hij dat geen reden om de voorkeur te geven aan een
ondemocratische regering van experts. Technische kennis over economie, milieu,
volksgezondheid, is niet hetzelfde als bedenken wat rechtvaardig is voor de samenleving.
Specialisatie gaat bovendien ten koste van algemene kennis. Naast kennis op veel
verschillende gebieden is er ook een morele overweging nodig: wat is het juiste om te doen?
Daarin expert worden is niet mogelijk volgens Dahl.
John Stuart Mill
Ook Mill vindt een regering door een of enkele experts geen goed idee. Zelfs de meest
welwillende en goedgezinde heerser beschikt niet over alle kennis die nodig is om goede
beslissingen te nemen. Dan zou die heerser een allesweter moeten zijn, en dat is simpelweg
onmogelijk. Hij weet niet wat er speelt onder de bevolking, en daardoor mist hij essentiële
, informatie. Volgens Mill neemt de kwaliteit van beslissingen toe als mensen uit alle lagen
van de bevolking deelnemen aan de politieke besluitvorming. Zo komt de informatie die
nodig is om goede beslissingen te nemen beschikbaar.
Beslissingen worden ook rationeler in een democratie, doordat het gebruik van de vrijheid
van meningsuiting de regering dwingt om de verschillende belangen mee te wegen en de
beslissingen goed te onderbouwen.
In zijn theorie ging Mill uit van een representatieve democratie, dat wil zeggen een
democratie waarin het volk vertegenwoordigers kiest die voor hen de politieke beslissingen
nemen. Moet dan iedereen evenveel meedoen in een democratie? Daarin was Mill
voorzichtig: aan de ene kant was hij voorstander van universeel kiesrecht, maar aan de
andere kant wilde hij niet iedere stem even zwaar laten meewegen. Hij vindt pluraal
stemrecht beter, dat wil zeggen dat de stem van iemand die intelligenter is of meer
opleiding heeft genoten zwaarder meeweegt.
Schumpeter
Volgens Schumpeter maakt de gewone burger in vooral politieke kwesties irrationele
keuzes. Als het gaat om het dagelijks leven, zijn er al redenen om aan te nemen dat de
mens minder rationeel is dan we vaak veronderstellen. Hier had hij 4 redenen voor:
1. Menselijk gedrag wordt beïnvloed door groepsdruk, waardoor zij zich minder
intelligent gaan gedragen.
2. Het onderbewuste speelt een grote rol bij het nemen van beslissingen.
3. Mensen voelen afstand tot de politiek en de beslissingen die daar worden genomen,
waardoor zij zich minder zullen verdiepen in de beslissingen.
4. De stem van de kiezer is er maar 1 van de vele; waardoor hij weinig tot geen
individuele invloed heeft en weinig verantwoordelijkheid voelt.
Schumpeter is daarentegen niet tegen democratie, het kan functioneren, zolang politieke
beslissingen worden beschermd tegen de irrationaliteit van burgers. De invloed van het volk
moet daarom beperkt worden en experts moeten de kans krijgen om hun deskundigheid om
te kunnen zetten in verstandig beleid. Politici moeten volgens hem wel door het volk worden
gekozen, maar eenmaal aan de macht moeten zij zo ongestoord mogelijk kunnen regeren.
Alleen als de regering slecht functioneert, heeft het volk het recht om een nieuwe regering te
kiezen.
KWESTIE 2: KOMEN MENSEN TOT BLOEI IN EEN DEMOCRATIE?
Plato
Democratie is volgens Plato niet goed; democratie heeft een negatief effect op het karakter
van mensen. Het levert mensen op die alleen nog maar naar vrijheid streven en die alleen
nog maar luisteren naar onderbuikgevoelens. De mensen slaan los, waardoor de
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kevinvandermaarel. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour $6.06. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.