Samenvatting van alle stof voor het vak: zorg voor mensen met functiebeperkingen , Universiteit Leiden. Samenvatting is geschreven in studiejaar ; maar literatuur is hetzelfde als in studiejaar .
- Children with disabilities, Batshaw : Hoofdstuk 1 t/m 11, 14, 15, 17 t/m 20, 24, 25, 27, 29, 39, 40...
content complete, but quite a lot of disturbing language errors
By: sarahannevanengeland • 4 year ago
Translated by Google
very nice clear summary!
By: IrisvanMarrewijk • 4 year ago
By: madeleinemijnders • 4 year ago
By: sofiapereira • 4 year ago
By: arintihardjosusono • 4 year ago
By: lisabieleveld • 4 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
elinevanderhoek
Reviews received
Content preview
MFB samenvatting
Children with disabilities
Hoofdstuk 14 patronen in ontwikkeling en handicappen
Disability (handicap) = verminderde/afname in de mogelijkheid om een bepaalde
actie uit te voeren, mee te doen aan een activiteit of het deelnemen aan een
alledaagse gebeurtenis of situatie.
Kan worden onderverdeeld tot omgeving factoren (obstakels voor het individu)
of persoon factoren (bv het onvermogen te lopen door een stoornis).
Vroeger werd een handicap vaak omgeschreven als een individu zijn fysieke,
cognitieve of psychische beperking.
Trend nu is om een handicap te omschrijven in relatie tot de ecologische en
omgevingsfactoren
De DSM-5 en de ICD10 (international classification of mental and behavioral
disorders) geven gestandaardiseerde definities van veel handicapten gebaseerd
op functionele en gedragskarakteristieken.
Etiologic considerations
Etiology = oorzaak van een medische conditie (ziekte of stoornis).
Een ethologische diagnose bevat vaak gespecialiseerde medische testen
(genetische test, breinuitslagen etc.)
Veel genetische, neurologische en medische condities (ethologische diagnoses)
zijn geassocieerd met intellectuele beperkingen.
Societal, cultural and therapeutic considerations
Zijn verschillende classificatie schema’s voor beperkingen, o.a.
o National center for medical rehabilitation research (NCMRR)
Ziet een handicap als elementen in relatie tot individu enerzijds, en
in relatie tot maatschappelijke en culturele context anderzijds.
Pathopathofysiologie, stoornis en beperking refereren naar
kenmerken van het individu, een handicap is een maatschappelijke
beperking wat refereert naar omgevingskenmerken
Model vooral nuttig bij het plannen van therapeutische interventies
o WHO international classification of functioning, diability and health (ICF)
functioneren, handicap en gezondheid kennen veel variatie en
worden beïnvloed door veel verschillende variabele.
Categorieën: fysiek functioneren, activiteiten, participatie en
omgevingsfactoren
Legal considerations
Wettelijke definities van een handicap zijn samengesteld op het aan/afwezig zijn
van functionele beperkingen. Deze hebben betrekking op mate waarin er iets
gedaan kan worden om deze beperking aan te pakken.
Foor de IDEA bestaat een handicap alleen als speciale instructie vereist is
Voor de US-SSA wordt een handicap erkend als het effect heeft op een
volwassene zijn werk
,Development
Ontwikkeling = verandering in menselijk denken, gedrag en functioneren.
Groei = fysieke toename in lengte, gewicht en seksuele rijping.
Ontwikkeling is ook wel de karakteristieke en voorspelbare manier waarop
gedrag verandert in een mensenleven. Gedrag kan worden gekarakteriseerd van
simpel tot complex.
Ontwikkeling is afhankelijk van het brein en de ontwikkeling die plaats vind
parallel met de rijping van het centrale zenuwstelsel.
Meeste veranderingen in het centrale zenuwstelsel gebeuren tijdens de feutale
periode, vroege kindertijd en door tot in de volwassenheid.
Vroege breinontwikkeling is genetisch geprogrammeerd. Eind van 2e semester
zijn alle neuronen al aangemaakt.
Processen die de functionaliteit van bestaande neuronen beïnvloeden :
o Myelinisatie: verbeterd de transmissie van elektrische impulsen. Vooral in
de eerste 3 levensjaren maar proces gaat door tot in de volwassenheid.
o Synaptogenese: de uitbreiding van verbindingen tussen individuele
neuronen. Piek tussen 7 en 8 jaar.
o Myelinisatie van de corticospinal pathways (van de cortex naar de
ruggengraat) tijdens het 1e levensjaar zijn bepalend voor de vroege
motorische ontwikkeling.
o Plasticiteit van het zenuwstelsel neemt af over de levensjaren en
vermindert ontwikkeling
Omgeving zorgt voor externe invloeden op de neurologische rijping.
o Fysieke omgeving: licht, warmte, frictie en zwaartekracht
o Sociale omgeving: activiteiten en sociale settings waardoor het individu
omgeving wordt
Verschillende ontwikkelingstheorieën die de verschillende invloeden in kaart
brengen:
o Gesell benadrukt de rijping processen van ontwikkeling
o Piaget focust op de ontwikkeling van cognitieve en probleemoplossende
vermogens
o Vygotsky identificeert belang van socioculturele systeem in het bieden van
een basis voor de ontwikkelings van hogere orde cognitieve processen
o Bronfenbrenner beschrijft de ontwikkelings settings waarin individu
bevind die zorgen voor ontwikkelingsveranderingen (bv kind leert taal
binnen de context van thuis en ouder-kind relatie).
o Dynamic systems theorieën benadrukken dat gedrag taak specifiek is en
kijken naar processen i.p.v. uitkomsten in ontwikkeling.
Om ontwikkeling goed te kunnen observeren is het belangrijk om het op te delen
in componenten. Verschillende manieren waarbij de domeinen kunnen variëren:
o Op functionaliteit domein: communicatie/socialisatie, alledaagse
activiteiten, mobiliteit
o Op basis van vaardigheden: taal, probleemoplossen, sociaal en spel,
zintuigelijk, beweging, attentie en impuls controle, academisch
, Deze 2 schema’s sluiten elkaar niet uit, vaardigheden behoren vaak tot een groter
functioneel domein.
Mijlpalen zijn nuttig bij het verwijzen naar een kind zijn patroon van
vaardigheden en vooral het bijhouden van ontwikkelingsproces.
Wordt wel problematisch wanneer ze niet goed gebruikt of begrepen worden.
therapeutische interventies zouden niet moeten gaan om het behalen van
mijlpalen opzich maar eerder om zinvolle functionele doelen te bereiken die
worden weergegeven door mijlpalen (figuur in uitsneden kunnen doen met als
doel het schrijven met een pen – motorische vaardigheden).
Daarnaast moeten de leeftijden niet precies genomen worden (75% van de
kinderen kan lopen bij 1 jaar, wanneer kind valt bij laatste 10% wordt dit gezien
als een verlate ontwikkeling in een bepaalde vaardigheid).
De ontwikkelings ‘gap’ is de chronologische leeftijd waarop een vaardigheid
bereikt is – de leeftijd waarop dit ‘normaal’ is. Ook kan je dit uitdrukken in
procenten= 12/18 x 100 = ontwikkeld op 67% van de verwachte snelheid van
lopen. > ontwikkelings quotient = ontwikkelingsleeftijd / chronologische leeftijd
x 100
Ontwikkelingssnelheden zijn nuttig voor het ontdekken van verschillende
patronen; bv kind ontwikkeld op 50% van de verwachte snelheid op taal maar
verder normaal kan wijzen op een taalachterstand.
Hoe lager de ontwikkelingssnelheid hoe minder waarschijnlijk dat een kind nog
zijn achterstand tegenover leeftijdsgenoten zal inhalen.
Verstoringen in de ontwikkeling
Ontwikkelingsstoornissen – condities waarbij wordt afgeweken van de
verwachte ontwikkelingspatroon tijdens de vroege kindertijd. Verschillende
manieren:
o Achterstand: langzamere ontwikkeling dan verwacht
o Afwijken: kind laat functionele/gedrag karakteristieken zien niet passend
bij zijn/haar leeftijd
o Dissociation: ongelijk patroon van vaardigheden zien; bv normaal in 1
domein maar vertraagd in een ander domein (bv bij een leerstoornis).
, Hoofdstuk 15 diagnoses van ontwikkelingsstoornissen
Onderzoek naar ontwikkelings wordt vaak gedaan naar aanleiding van het niet
behalen van cognitieve, motorische of sociale mijlpalen. Wordt een diagnose
gesteld, een prognose (wat gaat er gebeuren), behandeling opties bekeken en
oorzaak (etiologie) uitgezocht.
Wordt in dit hoofdstuk gefocust op diagnose stellen en op
ontwikkelingsproblemen met een neurologische oorzaak.
Developmental principles
Ontwikkeling wordt bepaald door DNA volgorde, erfelijkheid, epigentische
modificatie en door de omgevingsinvloeden die positief of negatief kunnen zijn
(hersenbeschadiging).
Worden 3 ‘stromen’ ontwikkelings onderscheiden:
1. Motorische ontwikkeling
Grove en fijne motoriek
Oraal functioneren (kauwen, slikken en spraak)
2. Cognitieve ontwikkeling
Receptieve en expressie taalvaardigheden
Non-taal cognitie (probleem oplossen)
3. Neuro-gedrag ontwikkeling
Sociaal/emotioneel gedrag
Zelfregulatie
Impulscontrole
Aandacht
Aanpassingsvermogen
Angst
Atypische patronen van ontwikkeling
Vertraagde ontwikkeling = achterlopen in het behalen van mijlpanen in 1 of meer
gebieden van de ontwikkeling. Ontwikkeling verloopt in normaal patroon maar
met een lagere snelheid. (Developmental quotient (DQ) = developmental age
(DA) x chronologische age (CA) x 100).
Ontwikkelings dissociatie = significant ander ontwikkelingssnelheid in 2 of meer
van de belangrijke domeinen (grove en fijne motoriek, probleem oplossen,
receptieve en expressieve taalvaardigheden en sociaal/adaptief). Andere
domeinen ontwikkelen op een standaard snelheid.
Ontwikkelingsafwijking = sprake van niet-opeenvolgende oneffenheden in het
bereiken van mijlpalen binnen 1 of meer domeinen. Niet passend bij de leeftijd.
Global Developmental Delay (GDD) wordt gedefinieerd als achterlopen in 2 of
meer van de volgende domeinen: grove/fijne motoriek, spraak/taal, cognitie,
sociaal/persoonlijk en activiteiten/dagelijks leven). (is geen officiële diagnose,
alleen gebruiken tot het kind oud genoeg is om een specifiekere diagnose te
stellen).
Ontwikkelingsregressie is het fenomeen waarin eerder behaalde vaardigheden
(mijlpalen) verloren gaan. Dit komt voor bij bepaalde ziektes.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinevanderhoek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.27. You're not tied to anything after your purchase.