Kennistoets blok 1C
Casus 1: “Peuter Onno”
OO-C: RSV
RSV: Respiratoir Syncytieel Virus.
Peuters in risicogroepen (prematuur, hart/long aandoening of syndroom van down)
worden tegenwoordig gevaccineerd tegen RS-virus.
RS-virus moet je uitzieken (3-7 dagen). Behandelen van symptomen, benauwdheid: vernevelen.
Symptomen behandeld door middel van spray, vernevelen, zoutoplossing en druppels.
PICU: Pediatrische Intensive Care Unit, een afdeling Intensive Care voor kinderen.
Kinder IC: Amsterdam, Rotterdam, Leiden, Groningen, Nijmegen, Maastricht.
Kind is ziektebron. Als hulpverleners beschermen tegen kruisbesmetting, beschermende isolatie
(ziek kind beschermt tegen andere ziektebronnen).
Ouder participatie: zorg aan kind leveren, afspraken wie wat doet in de zorg.
Rooming-in: ouders slapen bij kind, een ouder mag blijven slapen bij het kind.
PEWS: Pediatric Early Warning Score, wil een trend in vitale functies inzichtelijk maken.
Hierdoor is een verpleegkundige in staat om risicopatiënten te indentificeren en een vroege
behandeling mogelijk te maken.
HC
Organisatie van zorg
Veel verschillende instellingen voor zorg (hospice, psychiatrie etc.).
Palliatieve zorg: kwaliteit van zorg zo hoog mogelijk houden bij iemand die niet meer te
genezen is. PICU Paediatric Intensive Care Unit.
Waarom kunnen de ouders/verzorgers van een op de kinder IC opgenomen peuter angstig zijn?
Een opname op de kinder IC is een ingrijpende ervaring, onzekere periode.
Het kind is ernstig ziek en voor ouders is dit vaak een onzekere periode in een vreemde
omgeving.
Uitdrogen door RS?
Veel kinderen door veel snot/slijm niet goed drinken .
Welke interventies zijn onder andere nodig bij een peuter met RS virus
Druppelen van de neus met fysiologisch zout, slijm wegzuigen uit neus en bovenste luchtwegen
eventueel zuurstof geven.
Interventies ademhaling RS-virus?
Tellen van de ademhaling intercostale intrekkingen, neusvleugelen en ademhaling tellen
wanneer het kind slaapt.
,CGO
RSV Respiratoir Syncytieel Virus, een verkoudheidsvirus.
Komt vooral voor in maanden die eindigen op de -er (september – april).
Risicogroepen: Prematuurkinderen, chronisch zieken, lage weerstand, mensen met hart-
& longaandoeningen.
Overdracht vindt vooral plaats door druppeltjes (hoesten/niezen).
Symptomen: Loopneus, hoesten, koorts, lusteloosheid, moeheid, verkoudheid, oorpijn.
Symptomen van benauwdheid zijn centrale cyanose (blauwe mond) of perifere cyanose
(vingers & voeten) of apneu (ademhaling stopt even.
Vitale functies die belangrijk zijn om te meten bij RSV zijn hartslag, ademhaling, temperatuur,
saturatie en bloeddruk.
EWS Early Warning Score (gericht op vitale functies)
PEWS Pediatric Early Warning Score
Bij kinderen zijn de normaalwaarden van vitale functies hoger.
Dehydratatie: weinig urine, huidplooi blijft rechtop staan, droge lippen/slijmvliezen, tranen?
Diagnose gesteld door een eiwittest.
Voor de meeste infecties met RSV is geen behandeling noodzakelijk. Als een kind voeding of
benauwdheidsproblemen krijgt is een ziekenhuisopname vereist.
Symptomen bestrijden: zuurstof, vernevelen etc.
Bij een kind van 1,5 jaar spuit je de neusdruppels in en laat je het zijn of haar hoofd achterover
houden en bij een kind van 8 jaar leg je uit dat hij of zij haar neus moet ophalen.
Een kind van 1,5 jaar kan zuurstof krijgen via een zuurstofmasker of via een neusbrilletje.
De neus van een kind van anderhalf wordt uitgezogen door een vacuümpompje/zuigertje.
Vochtbalans is van belang voor het voorkomen van uitdroging.
Meten van hoeveelheid urine door plaszakje, luier wegen of een katheter.
Een kind moet naar de kinder IC bij een lage saturatie, beademing door incubatie.
Hiervan zijn er 8 in heel Nederland.
,Casus 2: “Dochter Jet”
CGO
Eetstoornissen:
- Verschillende vormen van eetstoornissen
- Systeemtherapie
- Motiverende gespreksvoering
OO-B: Recht
Recht: het geheel van overheidsregels dat de samenleving ordent.
Rechtsgebieden: strafrecht, burgerlijk recht, bestuursrecht, staatsrecht, internationaal recht.
Gezondheidsrecht: het recht van de gezondheidszorg.
Het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de zorg voor gezondheid en de toepassing
van overig burgelijk, bestuurs en strafrecht in dat verband.
1. Zorgverleningrecht
Verhouding verpleegkundige tot patiënt.
2. Zorginkooprecht
Verhouding zorgaanbieders: zorgverzekeraars, ziekenhuizen, fysio etc.
3. Zorgverzekeringsrecht
Verhouding burger tot zorgverzekeraar.
Wet Geneeskundige behandelingsovereenkomst.
Wet Beroepen in de individuele gezondheidszorg.
Wet Bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen.
Wet Zorg en Dwang.
Leervragen RECHT:
a. Welke rechten heeft de patiënt?
Privacy (geheimhoudingsplicht), inzage in het medisch dossier, gezamenlijke besluitvorming
(toestemming), recht op informatie (+ toestemming = informed consent).
b. Welke plichten heeft de patiënt?
Betalen, informeren naar beste weten.
c. Is de huisarts verplicht om je toe te laten tot zijn praktijk?
Nee, een huisarts mag iemand weigeren (denk aan naasten etc.).
2. Omdat je last hebt van je kies ga je langs bij je tandarts. Hij kijkt even, geeft je een
verdoving en vult vervolgens het gat in je kies.
a. Handelt je tandarts correct? Leg waarom wel of waarom niet.
, Eerst inlichten en toestemming vragen (informed consent).
3. Je bent net afgestudeerd als verpleegkundige en je loopt op straat. Om de hoek blijkt er
een vrouw op straat te liggen, ze heeft waarschijnlijk een hartaanval gehad en is buiten
kennis. Ze kan geen toestemming geven voor de behandeling.
a. Mag je haar nu toch helpen? Leg waarom wel of waarom niet.
Noodsituatie dus als hulpverlener mag je handelen.
Je begint te reanimeren en dan zie je dat ze een non-reanimeerpenning om heeft.
b. Ga je door met reanimeren?
Nee, stoppen.
a. Wie geeft er toestemming voor de behandeling van kinderen? De ouders of het kind?
Ouders.
b. Maakt het nog uit hoe oud het kind is?
T/m 12 ouders (gezaghebbers) toestemming geven.
12-16 ouders en kind gezamenlijk.
a. Hoe kun je bepalen of iemand nog wilsbekwaam is?
Kijken naar psychische gezondheid en leeftijd.
Niet wilsbekwaam als je niet in staat bent om een redelijke waardering te hebben over de stand
van zake (relevant, ziekte inzicht, consequenties).
b. Indien je opa vertegenwoordigd moet worden, wie zouden er vertegenwoordigers kunnen
zijn? Maak onderscheid tussen wettelijk benoemde en onbenoemde vertegenwoordigers?
Curator (neemt alle beslissingen over)/mentor (gezamenlijke beslissing): (door rechter
bepaald), familie
Het blijkt dat er geen benoemde vertegenwoordigers zijn en je oma is een paar jaar geleden
overleden. Zowel je moeder als haar broer en je neef willen de vertegenwoordiger van je opa
zijn. Ze zijn het onderling niet eens over welke behandeling je opa zou moeten krijgen.
c. Hoe bepaalt de hulpverlener wie de vertegenwoordiger van je opa is? Kan hij/zij nog wat
ondernemen als de situatie onduidelijk blijft?
Vragen aan de patiënt, familie, rondvragen (anders mentorschap aanvragen).
Inmiddels is besloten dat je moeder als vertegenwoordiger zal optreden. Ze wil graag dat je
opa een bepaalde behandeling krijgt.
d. Kan de hulpverlener alsnog weigeren deze behandeling uit te voeren?
Kennelijk ernstig nadeel voorkomen, bijvoorbeeld bij kanker etc. toch uitvoeren.
e. Wat houdt goed hulpverlener schap in?
Vak kennis bijhouden, houden aan protocollen, denken aan belangen patiënt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophykevankouterik. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.65. You're not tied to anything after your purchase.