100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Inleiding in de psychologie: samenvatting van de slides en de uitleg bij de hoorcolleges $7.34   Add to cart

Summary

Inleiding in de psychologie: samenvatting van de slides en de uitleg bij de hoorcolleges

 245 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

Dit document is de samenvatting van de lessen 'Inleiding in de psychologie', onderdeel van het OPO Inleiding psychologie, medische - en gezondheidspsychologie. De samenvatting geeft een duidelijke uitgebreide uitleg over de lessen en is gebaseerd op de slides van het vak en de uitleg gegeven bij de...

[Show more]

Preview 4 out of 90  pages

  • March 28, 2019
  • 90
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
1SCH: Inleiding in de psychologie
Les 1: Wat is psychologie?
Psychologie is een wetenschap waarbij gedrag wordt bestudeerd en gebruikt om de interne processen
te begrijpen die aan de basis liggen van dat gedrag. Aristoteles zei voor het eerst ‘tabula rasa’ wat
‘schoon blad’ betekent, met het idee dat de mens wordt geboren als een ‘tabula rasa” en gevormd
wordt door zijn/haar omgeving. Maar het duurde zeer lang tot de psychologie als een echte
wetenschap gezien werd doordat de het een complex fenomeen is en in de oude tijd de mens als een
uniek wezen werd gezien waarvan alle eigenschappen werden gegeven door God.

1.1 Ontwikkelingen die psychologie een wetenschap maakte
Welke ontwikkelingen zorgden er dan voor dat de psychologie een wetenschap werd?

1. Toenemend belang van de exacte wetenschap in de maatschappij
2. Ontwikkelingen in de filosofie
3. Darwin en zijn evolutietheorie

1.1.1 Toenemend belang van wetenschap in de maatschappij
Na de val van het Romeinse rijk was de katholieke kerk de enige instantie die onderwijs stimuleerde

 Geloofswaarden waren van groot belang! De ziel was niet aards, maar alles werd geregeld door
God. Dit duurde tot de 16e eeuw.

De wetenschappelijke revolutie gebeurde op hetzelfde moment als de protestantse reformatie.

Vb.: Nicolaas Copernicus zei dat de mensen en de Aarde niet langer het middelpunt waren van het
zonnenstelsel: Geocentrisme  Heliocentrisme en dat de mensen zijn onderworpen aan
natuurwetten. Later volgden ook Galilei en Newton.

18e eeuw: wetenschappen en techniek tonen een enorme groei.

1.1.2 Ontwikkelingen in de filosofie
Plato en de Katholieke Kerk: dachten dualistisch.

Descartes (1596-1650): hij dacht nog heel individualistisch maar hij zal toch al dat er een interactie was
tussen lichaam en geest en dat ze dus niet volledig afzonderlijk van elkaar werken.

NADIEN: Empirisme, is tegen rationalisme.

= een filosofische stroming waarin gesteld wordt dat kennis slechts uit de ervaring voortkomt. De geest
komt tot stand via sensorische processen en is niet aangeboren.

Associationisme is een belangrijk principe van empirisme: hogere orde kennis komt tot stand via
associaties van eenvoudige ideeën  Als twee dingen tegelijk ervaren worden, worden die mentaal
geassocieerd

1.1.3 Darwin (1809-1882) en de evolutietheorie
In 1859 werd de evolutietheorie “The origin of species” beschreven. Dit was belangrijk voor de
Psychologie omdat als de mens uit dieren ontstaan is, valt er iets te leren over de mens. Comparatieve
psychologie startte om het gedrag van dieren en mensen als studieobject te gaan vergelijken. Men
begreep dat de mens overhevig is aan natuurwetten. De moderne wetenschapper: systematische
observatie, zorgvuldige documentatie, hypothesen formuleren.

1

,1.2 De eerste scholen van de psychologie
Europa:

- Wilhelm Wundt (1832-1920) en het structuralisme
- Hij richtte het eerste psychologisch laboratorium op in 1879 in Leipzig. Edward B. Titchener
(1867-1927) was één van zijn studenten. Hij deed onderzoek naar de elementen van het
bewustzijn: elk complex proces kan gereduceerd worden tot een combinatie van elementaire
componenten. Hij gebruikt de term ‘structuralisme’ voor het eerst.

STRUCTURALISME:

Drie basisvragen:

- Wat zijn de basiselementen? -> wat zijn de structuren?
- Hoe worden ze gecombineerd?
- Wanneer worden ze gecombineerd?

Methode: Analytische introspectie = is een methode waarbij men de geest onderzoekt door
allerlei associaties te benoemen die men had bij een stimulus. De methode werd veelal
gebruikt door de psychologische school van het structuralisme van Wilhelm Wundt, door velen
beschouwd als de eerste echte psychologische school.

Er was wel wat kritiek op het structuralisme omdat het heel tijdrovend en weinig praktisch is
om zaken te beschrijven. Daarnaast is het ook weinig praktisch omdat er verschillende
meningen zijn. Het verschoof meer naar de achtergrond in 1920.

- Alfred Binet en de toegepaste psychologie
Hij kreeg de vraag van een school hoe men het inteligentiepeil van kinderen kan meten. Hij
ontwikkelde daarom de IQ test om een antwoord re kunnen bieden aan deze praktische vraag
uit de maatschappij.

- Sigmund Freud en het onbewuste
Psychoanalyse. Gedrag en bewustzijn zijn slechts oppervlakkige fenomenen. Veel belangrijker
is het onbewuste.
Psychologische problemen in volwassenheid gaan terug op problematische ervaringen die
verdrongen zijn
Onbewuste onderzoeken door analyse van ‘vergissingen’, droomduiding, vrije associatie
Maar er was veel kritiek: vaag (niet echt toetsbaar), onsystematische gegevensverzameling
(case-studies patiënten)

Verenigde Staten:

In het lab van Wundt waren veel Amerikaanse studenten aanwezig die bij terugkeer allemaal
ook zelf een laboratorium oprichtten.

- Functionalisme (hoe functioneert iets?)
William James (1842-1910) deed vooral testen op mentaal gehandicapten en dieren.

- Behaviorisme: sterk beïnvloed door de evolutieleer  vooral aangepast gedrag is van belang
Reactie op structuralisme: zich afzetten tegen de introspectie (gedrag als enige studieobject)
Reactie op functionalisme: studie van de geest is onmogelijk (functionalisme bestudeerden
deze via gedrag). De studie beperkt zich tot “beperkt observeerbaar gedrag”.

2

, John Broadus Watson deed experimenten op baby Albert
Burrhus Skinner: hoe leer je gedrag te veranderen? Door consequenties
Belang van experimenteel onderzoek + systematische observatie

- Cognitieve psychologie: kwam samen met de opkomst van de computer, rond de jaren 60-70
Tot dan: homunculus: een klein mannetje in de hersenen die een vrije wil heeft (de geest in de
machine)
De computer leidde tot het inzicht dat zo’n mannetje niet nodig is (bv. thermostaat;
doelgerichtheid zonder homunculus maar met feedback mechanisme)
Visie: de mens is een informatieverwerker en krijgt input uit de omgeving  verwerkt deze
informatie (proces)  output = gedrag
Methode: exact wetenschappelijke van het behaviorisme werd behouden

Psychologie vandaag: diverse wetenschap.

Invloed van de ‘oude’ scholen nog merkbaar maar  integratie




1.3 Onderzoeksmethoden in de psychologie
1.3.1 Beschrijvend onderzoek: Naturalistische observatie
Systematische observatie van gedrag in de natuurlijke context (ethologie, antropologie)

Observatie van natuurlijk gedrag in een natuurlijke omgeving. Geen inspanningen om het gedrag onder
controle te houden. Sterke hypothesen zijn meestal afwezig. Een flexibele strategie: onderzoeker kan
aandacht verleggen naar gedragingen die interessant lijken.

Bruikbaar om een generaliserende hypothese te stellen, om die hypothese later te testen in een
onderzoek met meer constraint.

Wat is het nut van de naturalistische obseratie?

- Adviezen die ‘op evidentie gebaseerd zijn’

- Levendig beeld

Maar ook gevaarlijk! Omdat mensen hun gedrag aanpassen als ze doorhebben dat ze worden
geobserveerd  Reactieve gedragingen. De onderzoeker moet streven naar niet-reactieve observaties
(via camouflage of integratie in groep)

Daarnaast zijn de resultaten ook sterk afhankelijk van de ondervraagde. Het hoeft ook niet
noodzakelijk een weergave te zijn van de realiteit.




3

, Interviews

Er zijn gestructureerde en ongestructureerde interviews.

Gevaar: Soms kan er wel een vertekening zijn van een correct beeld doordat de participant sociaal
wenselijk gedrag wilt stellen  antwoorden op een manier die door de maatschappij gewaardeerd
wordt.

Opiniepeiling

= een bevraging van meningen bij een representatieve steekproef

Gevaar: Representativiteit en sociale wenselijkheid

Psychologische testen

= Gestandaardiseerde tests (procedures liggen vast) zoals intelligentietest, persoonlijkheidstest, Big
Five,..

Gevalsstudie / Case study

Als onderwijsmethode wordt bij een gevalsstudie aan de studenten een casus voorgelegd die een
(meestal fictieve of historische) probleemsituatie uitbeeldt. De opgave is dan een oplossing voor het
probleem uit te werken. Als onderzoeksmethode is een gevalsstudie een vorm van empirisch
onderzoek, waarbij een onderzoeksonderwerp wordt bestudeerd in de natuurlijke omgeving. Deze
methode wordt bijvoorbeeld in de sociale of medische wetenschappen aangewend.

1.3.2 Correlationeel onderzoek
= Beschrijvend onderzoek geeft statisch beeld en is weinig informatief. Om fenomenen echt te
begrijpen moeten we het verband bepalen tussen twee «variabelen»

Een variabele is “een kenmerk” dat kan veranderen en gemeten worden (lengte, IQ, punten op
examen, aantal vrienden…). Een correlatie geeft het verband weer tussen de variabelen (correlatie-
coëfficiënt) +, 0 of -.

Gevaren:
“Negatieve correlatie tussen huwelijkstevredenheid
en aantal kinderen”
Wat leert ons dit?
- A is oorzaak van B (huwelijksontevredenheid
oorzaak van meer kinderen)
- B is oorzaak van A (vele kinderen oorzaak van
ontevredenheid)
- A en B veroorzaakt door derde factor -> storende
variabele of confound (ontevreden koppels zonder
kinderen scheiden sneller en zitten niet in
steekproef)

Voorbeelden van derde factor:

– Positieve correlatie tussen het loon van een vrouw en haar gewicht
o leeftijd
– Positieve correlatie tussen het aantal kerken en het aantal moorden in een stad
o grootte


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller frawli. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77764 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$7.34  9x  sold
  • (0)
  Add to cart