100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Overzicht van de historische kritiek - Aantekeningen hoorcolleges/samenvatting (B001630A) $5.72   Add to cart

Summary

Overzicht van de historische kritiek - Aantekeningen hoorcolleges/samenvatting (B001630A)

 45 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit document heeft de powerpoints + eigen notities van het vak 'Overzicht van de historische kritiek'. Als deze informatie gekend is, ben je klaar voor het examen!

Preview 4 out of 50  pages

  • No
  • H1-4
  • May 10, 2024
  • 50
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Overzicht van de historische kritiek
TYPOLOGIE

BRONNEN
Historische bronnen:
 Wat is een bron?
o Alles waaruit men bewijzen put voor wat men beweert
o Bron = elk spoor van menselijke activiteit waaruit informatie ons bereikt (teksten, materiële
zaken, mondelinge gespreken, …)
o Wetenschappelijk veld: bron = bouwsteen voor onderzoek (ruwe data)
o ‘1985’: casus privémilities
 Vlaamse militanten orde (extreem rechtse organisatie, para militair, opgericht jaren 70,
werden verboden als privémilities = elke organisatie die poogt om taken van
politie/leger wil overnemen, jaren 20-30: ook in België para militaire organisaties,
gewapend, geüniformeerd, trainingskampen, namen geweldsmonopolie van politie
over, 1943: verbod op privémilities  stel je wil meer info over privémilities voor
onderzoek, welke bronnen gebruik je?  parlementaire debatten en stukken over de
totstandkoming van de wet (discussie over wat in wet moet opgenomen worden) 
goede bron veel criminologische fenomenen staan erin die impact hadden op België +
je weet hoe de politiek dacht over specifiek fenomeen
 Privémilities in VS: Proud Boys: ten tijde van Trump, vernietigen van
overheidseigendom,
 Onderzoek beeldvorming van organisaties/crimineel fenomeen in algemene zin, welke
bron?  media: hoe wordt er vanuit journalistieke wereld gekeken naar bepaald
fenomeen + survey: bevraging naar mening van bevolking
 Wat zijn historische bronnen?
o Artefacten en materiele overblijfselen  minder interessant voor criminologen
o Natuurlijke overblijfselen
o Landschap: begroeiing en steden
o Teksten (handgeschreven, gedrukt, digitaal, …)  voor criminologen interessant
o Visuele bronnen  Afbeeldingen, foto’s, films, schilderijen, mug shots (politiefoto), … 
culturele criminologie

‘overblijfselen’ vs. ‘getuigenissen’
 Overblijfselen VAN het verleden
o Voorwerpen/artefacten uit het verleden (materiële sporen): vb. botten
o Domein van archeologie
o Het zijn voorwerpen die alleen al door hun bestaan aan de onderzoeker een spoor van het
verleden opleveren
 Getuigenissen OVER het verleden
o Geschreven ‘teksten’: vb. dagboek van vroeger
o Domein van geschiedenis
o In boek: overleveringen
o Het zijn mondelinge of geschreven getuigenissen, die een eenvoudige/complexe gebeurtenis
beschrijven, verhalen of van commentaar voorzien
 Maar: overlap

, o Vb. foto’s: is iets materieel kan overblijfsel van verleden zijn maar een foto verteld ook een
verhaal dus ook spoor dat iets zegt over het verleden/gebeurtenis
 Belang van ontstaanscontext
o Wie schreef de bron? Auteur? Bedoeling?
 Bewust vs. onbewuste creatie
o Onbewuste creatie: men stak vroeger geen zaken in de grond in de hoop dat wij het zouden
vinden
o Artefacten en getuigenissen:
 hebben vaak een specifieke functie voor de tijdgenoten uit de periode waarin ze
ontstonden. Artefacten zijn vaak objecten uit het dagelijks leven voor ze een historische
bron worden. Vaak was het niet de bedoeling om een historische bron te zijn, maar zijn
dit wel gekomen door de blik van de historicus-archeoloog.
 kunnen met opzet gecreëerd worden (om een bepaald doel te bereiken) of per ongeluk
of onbewust ontstaan (bv: etensresten in een afvalput, ze leren ons wat er wel of niet
werd gegeten).
o Bewuste creatie: bewust over iets schrijven (vb. PV politie: registratie van misdrijf = bewuste
creatie van informatiebron)
o ‘unwitting testimony’
 Verwijst naar gegeven dat een bron die werd opgesteld met een bepaalde intentie,
informatie bevat waar in oorsprong niet zou worden naar verwezen (de historicus heeft
er een andere functie aan).
 = onbewust vastleggen van een gebeurtenis
 Vb. moord op John F. Kennedy werd gefilmd  was niet bedoeling om moord te filmen,
was gewoon een man die de parade aan het volgen was
 Vb. 9/11  filmpje PPT  bewust of onbewust? Moeilijk om onderscheid te maken. In
het begin van de video zijn de fragmenten onbewust gemaakt, maar wanneer de feiten
gebeuren beginnen meerdere mensen te filmen en wordt het bewust
 Vb. Kolonel Tejero had een gewapende staatsgreep gepland in het Spaans parlement.
Er waren in het parlement (de Cortes) camera’s aanwezig omdat het debat gefilmd
werd. Tejero en da andere putschisten wisten dit niet. Hierdoor konden ze de weerstand
tegen de staatsgreep tijden en efficiënt organiseren  de camera’s hadden als doel het
aangekondigd debat op te nemen, maar ze hebben uiteindelijk ervoor gezorgd dat ze de
staatgreep konden stoppen.
 Vb. Abraham Zapruder wilde zijn 8 mm camera testen, en filmde de Amerikaanse
president J.F. Kennedy die passeerde met de stoet. Maar op die dag werd de president
vermoord. Als enige heeft hij de moord kunnen filmen (enkel beeld, geen klank) 
Zaprudur wilde enkel zijn camera testen, en heeft uiteindelijk als enige de moord op J.F.
Kennedy kunnen filmen.
 Selectiviteit en betrouwbaarheid
o Er wordt vaak uitgegaan dat overblijfsel betrouwbaarder is dan een getuigenis. Waarom?
Overblijfsel wordt vaak gezien als onbewust overblijfsel, bij getuigenis is het meestal een
bewuste analyse DUS de objectiviteit zou minder zijn. Maar dat is niet altijd zo.
o Casussen waarbij er fraude gebeurt binnen archeologische bedrijven. Overblijfselen via
technieken in waarde doen stijgen. Dus de betrouwbaarheid is niet altijd automatisch hoger

,Primaire versus secundaire bronnen
Primaire bron
 Rechtstreekse (directe) informatie – gelijktijdig met gebeurtenis
 Op directe wijze informeren (vb. botten kunnen informeren over het verleden)
 Rechtstreekse link tussen observatie en het neerschrijven van vb. een tekst
 Ruwe data
 Voorbeelden
o PV politie
o Briefwisseling PdK met gerechtelijke politie (voorbeeld volgende slide)

Secundaire bron
 Onrechtstreeks (indirect) – werk van onderzoekers – niveau van reflectie en interpretatie –
gebruikt andere (primaire en secundaire) bronnen om onderwerp te beschrijven
o Criminologisch onderzoek: bv. publicaties over criminaliteit door onderzoekers (op basis van
primaire bronnen)
 Voorbeelden
o Analyses die gemaakt zijn van specifieke bron obv empirische data
 Analyse wat er voorkomt in PV’s = secundaire bron
 Voorbeeld primaire vs. secundaire bron (PPT)
o Onderzoek Pieter Leloup private bewakingsfirma’s
 Materiaal voor onderzoek: historische bronnen – geschreven teksten
 Links: primaire bron
 Rechts: secundaire bron – artikel geschreven obv analyse van primaire bronnen

 In handboek onderscheid tussen historische bron en historisch werk:
 Historische bron = primair
o = voorwerp/getuigenis uit/over het verleden
o Na kritische analyse geeft het ons een bewijs voor het voorkomen van een gebeurtenis
 Historisch werk = secundair
o = het resultaat van die scheppingsdaad
o Het is een bewijsvoering over een gebeurtenis; een lezing door een historicus
o Verwijst naar de studie die er wordt uitgeschreven op basis van primaire bronnen

Echter …
 Geen ondubbelzinnig onderscheid  grens tussen bron en werk is niet altijd duidellijk, de grens
vervaagt hoe meer we terug gaan in de tijd, want het bewaren van bronnen was toen
problematisch
o Werk van Cesare Lombroso (1835 – 1909) bv. L’uomo delinquente (1876)
 Secundaire bron, maar kan ook als primaire bron gezien worden als je zijn
wetenschappelijke publicatie gebruikt om inzicht te krijgen in onderwerp voor eigen
onderzoek
 Verder bouwen op kennis van die periode zonder zelf analyse te maken van die kennis:
secundaire bron
 Meer inzicht krijgen op denkwereld van Lombroso – analyse : primaire bron
 Gelijktijdig?
o Bv. Dagboek: primaire bron (gelijktijdig met observatie = directe observatie)

, o Autobiografie?
 Persoon schrijft zelf zijn/haar levensverhaal op
 Vaak als primaire bron aanschouwd maar gelijktijdigheid is criteria van primaire bron
MAAR vaak zullen personen leven opschrijven als ze in pensioen zijn DUS 30 à 40 jaar na
datum  moeilijk om onderscheid tussen primaire en secundaire bron te maken o.b.v.
gelijktijdigheid
 Criminologische relevantie
o Reisverslagen John Howard (1726-1790): hervormer gevangeniswezen
 Primaire, secundair?
 Analyse dat lijkt op autobiografie
 Wetenschappelijke analyse over gevangeniswezen in Europa  kan als primaire of
secundaire bron worden gezien afhankelijk van hoe je de bron gebruikt
 Wat men betrouwbaarheid geheugen/intenties?
o Directe observatie = meer betrouwbaar?  primaire bron = meer betrouwbaar?
o Selectiviteit geheugen
 Men gaat ervan uit dat iemand die na datum een autobiografie opschrijft, hun carrière
en beslissingen gaan goedpraten (negatieve zaken minimaliseren, positieve zaken
maximaliseren)  niet neutraal
 Vroeger: sociale wetenschappers aanschouwden autobiografie niet als betrouwbaar
 Nu: onder invloed van postmoderne ontwikkeling kan je meer uit autobiografie halen
dan enkel betrouwbaarheid
o Verschil in doelstelling  andere klemtonen en herinneringen
 Statuut ‘primaire’ of ‘secundaire’ bron = afhankelijk van vraagstelling
 Identificatie bronnen – integriteit onderzoeker
o Typologie bron: verschillende logica’s
 Bv. Interviews met gedetineerden
 Zegt niets over beleid in gevangenis zelf  andere bron nodig: praten met directie,
interne documentatie raadplegen
o Kennis brontypes en transparantie onderzoek
 Impact op en beperkingen van eigen onderzoek
 Geen intrinsiek verschil in betrouwbaarheid
Enkele voorbeelden (primaire bronnen die interessant kunnen zijn voor criminologen):
 Arthur Conan Doyle (1859 – 1930)
o Bedenker van Sherlock Holmes
o Beeldvorming over detective
 Genre van de misdaadroman
o Eugène Vidocq (1775 – 1857) (memories, raadgever en informant)
 Opgegroeid en vaak in contact gekomen met gerecht in Frankrijk
 Werkte als informant bij politie
 Ging aan de slag als privé detective
 Kreeg privé dienst binnen recherche dienst van de politie in Frankrijk
 Raadgever voor andere auteurs van misdaadromans
o In die periode wordt dat genre sterk verspreid
o Ook misdaadromans werden als primaire bronnen gebruikt
 Link toenmalige criminologische wetenschap en populariteit misdaadliteratuur (massamedia)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilonamasselis. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.72. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

74534 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.72  3x  sold
  • (0)
  Add to cart