Alles wat je (naar mijn idee) moet weten voor het vak sanctierecht. Het is een overzicht van de hoorcollegestof, de literatuur en de uitspraken. De onderdelen zijn waar mogelijk gedetailleerd uitgewerkt.
Dit is een samenvatting van alle kernpunten uit de stof voor het vak Sanctierecht. Hierbij zijn de
hoorcolleges, de voorgeschreven literatuur en de uitspraken als uitgangspunt genomen. Niet alles uit
het boek kan worden besproken, maar alles waarvan ik denk dat erg belangrijk/essentieel is, staat in
deze samenvatting. Alle uitspraken zijn opgenomen en deze zijn in de tekst als dikgedrukt
weergegeven.
Onderdeel 1: Het sanctiestelsel
2 van de voorgeschreven uitspraken worden bij andere onderdelen besproken, omdat deze daar beter
te plaatsen zijn.
Drie straftheoretische benaderingen
1. Retributivistische benadering: Dit is een absolute theorie en kijkt vooral naar achter. Op het
delict moet een absoluut een reactie volgen. De verstoorde balans moet hersteld worden
(vergeldend).
Negatieve retributivisten: Straffen mag, maar hoeft niet. Er mag nagedacht worden over
wat het doel is in de toekomst. De straf mag niet zwaarder zijn dan de evenredigheid
toelaat en straffen mag niet dienen als generale preventie.
Positieve retributivisten: Er moet alleen worden gekeken naar wat er is gebeurd, er hoeft
niet naar de toekomst te worden gekeken. Gerechtigheid eist dat straf uitgedeeld wordt
aan plegers van delicten.
2. Utilitaristische benadering: Dit is een relatieve theorie en deze theorie kijkt vooruit
(toekomstgericht). Er wordt gestraft omdat er iets verbeterd kan worden en omdat andere
mensen afgeschrikt moeten worden. Het nut dat met de straf bereikt wordt rechtvaardigt
het leed dat aan individuele daders wordt toegevoegd. Er moet speciaal (de veroordeelde
zelf) en generaal (andere mensen door wat zij zien gebeuren bij de veroordeelde) afgeschrikt
worden.
3. Herstelbenadering: Deze benadering is gericht op conflictoplossing. De theorie kijkt
bijvoorbeeld naar de mogelijkheid om de benadeelde partijen schadevergoeding te geven.
De theorie bekijkt het als een conflict tussen mensen en er wordt geprobeerd om met elkaar,
bijv. via bemiddeling een conflict op te lossen.
Klassieke strafrechtvaardigingstheorieën zijn dus onder te verdelen in absolute en relatieve
theorieën. Absolute theorieën vinden dus dat er vooral gereageerd moet worden op wat er is
gebeurd. De relatieve theorieën kijken meer vooruit en willen dat gedrag wordt afgeschrikt d.m.v.
straf. De grondslag van en de rechtvaardiging voor het straffen wordt gezocht in het te verwachten
toekomstig effect ervan.
Strafdoelen
1. Generale preventie: Hierbij gaat hem om afschrikking van anderen, het voorkomen van
eigenrichting en het versterken van normen.
2. Speciale preventie: Resocialisatie/re-integratie/gedragsbeïnvloeding. Er wordt getracht af te
schrikken ter voorkoming van recidive. Het gaat om een tijdelijke uitschakeling/incapacitatie.
3. Herstel. Hierbij gaat het om conflictoplossing en schadevergoeding.
Moderne richting
1
, Door de komst van de moderne richting komen er alternatieven voor gevangenisstraf. Straf dient niet
alleen om te vergelden, maar juist ook ter resocialisatie. Er kwamen dan ook maatregelen bij ter
beveiliging. De moderne richting stelde dat een TBS’er net zolang moest worden opgesloten tot deze
niet langer gevaarlijk is en dan kan terugkeren naar de maatschappij. De moderne richting stelde dat
de strafrechtelijke reactie moest worden afgestemd op de persoon en de persoonlijke
omstandigheden van de dader teneinde te voorkomen dat deze opnieuw in de fout zou gaan.
Straffen en maatregelen
Straffen en vergelden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Geen straf zonder schuld. Straffen is
gegrond op het verleden. De straf mag de mate van schuld niet overtreffen. Straf is het opzettelijk
leed toevoegen.
Maatregelen kunnen ook leed meebrengen, maar het klassieke verschil is dat maatregelen inhouden
dat geen sprake is van opzettelijk leed toevoegen. De grondslag van de maatregel is niet geleden in
de schuld van de verdachte, die soms ook ontbreekt. Soorten maatregelen:
Beveiligingsmaatregelen: Plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis (artikel 37 Sr), TBS
(37a Sr), ISD (38m Sr), GVM (38z Sr) en onttrekking aan het verkeer (36b Sr).
Herstelmaatregelen: schadevergoedingsmaatregel (36f Sr) en de ontnemingsmaatregel
(36e Sr).
Vrijheidsbeperkende maatregel: 38v Sr.
Straffen in het Wetboek van Strafrecht
Hoofdstraffen: De hoofdstraffen zijn, gevangenisstraf, hechtenis, taakstraf en geldboete (de volgorde
bepaalt de zwaarte, zie artikel 61 lid 1 Sr). Combinaties zijn mogelijk, maar de begrenzingen staan in
artikel 9 lid 3 en 4 Sr.
Bijkomende straffen: Ontzetting van bepaalde rechten (zie artikel 28 Sr en zie bijv. artikel 251 lid 2
Sr), verbeurdverklaring (zie onderdeel 13), openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak (alleen bij
bepaalde feiten toegelaten, zie artikel 36 Sr). Deze zijn, anders dan de naam doet vermoeden, ook
afzonderlijk op te leggen (artikel 9 lid 5 Sr). In bijzondere wetten staan ook bijkomende straffen
(rijontzegging in 179 WvW en stillegging bedrijf in de WED).
Of straffen met maatregelen of maatregelen met maatregelen kunnen worden gecombineerd staat
niet in de wet maar soms geven bepalingen uitsluitsel (36b lid 3, 38 lid 3, etc. Sr). De HR kent bij de
combinatie gewicht toe aan de aard van de sancties.
Artikel 10 lid 2 Sr bepaalt dat de duur van de tijdelijke gevangenisstraf ten hoogste 18 jaren bedraagt.
Dit kan volgens lid 3 30 jaren worden in de gevallen daar bepaald. 30 jaar is het maximum voor de
tijdelijke gevangenisstraf (lid 4). Het strafminimum is een dag, zie artikel 10 lid 2 Sr). De minima en
maxima voor hechtenis zijn geregeld in artikel 18 Sr. Zie voor de taakstraf en de geldboete de
afzonderlijke bespreking hiervan verderop.
Artikel 63 Sr ziet op situatie dat iemand, nadat hem een straf is opgelegd, schuldig wordt verklaard
aan een misdrijf of een overtreding die voor die eerdere strafoplegging is gepleegd. De veroordeelde
moet dan kunnen profiteren van de regeling van samenloop. In HR Rechter straft bewust zwaarder
dan mogelijk strafte een rechtbank bewust zwaarder dan mogelijk is ex. artikel 63 Sr, om een signaal
af te geven aan de wetgever. De rechtbank zei dat in dit geval onverkorte toepassing van artikel 63 Sr
niet valt uit te leggen aan de slachtoffers en de samenleving. In deze zaak zei de rechtbank dat het
OM de theoretische mogelijkheid niet had om de zaken gelijktijdig op zitting te brengen, omdat DNA
pas 10 jaren na de verkrachtingen werd ontdekt. De rechtbank lijkt hier dus van een nieuw criterium
te spreken, namelijk dat er een ‘theoretische mogelijkheid’ moet zijn geweest. De HR casseert echter
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinefj. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.91. You're not tied to anything after your purchase.