Geschiedwetenschap gaat over het vaststellen van feiten. Het moeilijke met geschiedenis is dat het
in een andere tijd is, je kan dus niet met eigen waarnemingen feiten vaststellen. Wat feiten
vaststellen in de geschiedenis ook moeilijk maakt is dat de meeste gebeurtenissen willekeurig of
onvolledig zijn. Ook maakt het feit dat er in de andere tijden natuurlijk ook andere waarden patronen
waren. Dit maakt dat we altijd vragen stellen vanuit onze hedendaagse waardenpatronen, die komen
niet overeen met die van vroeger. Ook maakt het feit dat woorden in verloop van tijd veranderen
feiten vaststellen moeilijk, zo was een dictator bij de Romeinen iets anders dan een dictator nu. Een
historicus is een soort van tolk, hij vertaalt de denkbeelden van mensen van vroeger zodat mensen
die nu leven het kunnen begrijpen, dit word ook wel hermeneutiek genoemd.
Verleden en geschiedenis
De definitie van verleden is een niet meer bestaande werkelijkheid. Het woord geschiedenis
daarentegen betekent beelden van het verleden zoals ze door een geschiedwetenschapper worden
vastgesteld. Maar waar gaat geschiedenis over? Je kan niet zeggen alles wat er vroeger is gebeurd,
want over heel veel dingen of gebeurtenissen zijn niet genoeg feiten beschikbaar om alles zeker te
weten. Geschiedenis gaat over het verleden van de menselijke cultuur. Het gaat dus over wat we
vanuit onze huidige cultuur over de cultuur van het verleden kunnen zeggen. Er zijn verschillende
tijden dat men zegt dat ‘’de geschiedenis’’ begint. Je kan het laten beginnen bij de eerste mens of bij
het ontstaan van het schrift.
2. Historisch denken
Traditie en verandering
Vroeger was vrijwel geen belangstelling voor geschiedenis. Dit kwam omdat de mentaliteit toen was:
wat vroeger belangrijk en goed was, is dat tegenwoordig nog steeds en zal in de toekomst ook zijn.
Er was dus niet genoeg afstand tussen vroeger en nu om belangstelling ervoor te hebben. Na de
grote revoluties kwam er een enorm gat tussen het verleden en het heden, dit stimuleerde de
belangstelling (de ruimte van ervaring en de horizon van verwachting groeide uit elkaar)
Kenmerken
Door het inzicht dat de moderne tijd heel anders is dan de geschiedenis kwam ook de gedachtegang
op dat je de geschiedenis ook wel in verschillende perioden onderscheidde kon worden. Het indelen
van geschiedenis in perioden met duidelijke eigen karakteristieken werd een belangrijke taak van de
historicus: periodiseren. Het begrip chronologie is bij periodisering van belang. Het is soms wel
moeilijk om te zien wanneer een periode eindigt of begint. Omdat men op zoek ging naar de
specifieke kenmerken van iedere periode, ontstond een belangrijke ‘wet’ van de geschiedenis: wat
bij de ene tijd hoort mag nooit worden verward met iets dat bij een andere tijd hoort. Wie dat wel
doet maakt zichzelf schuldig aan anachronismen: het verkeerd plaatsen van zaken in de tijd. Het
voorkomen van anachronismen kost het meeste tijd voor een historicus. De gedachte zelf in de ene
tijd te leven en over een andere tijd te spreken, die nooit helemaal voor honderd procent kan
worden begrepen heet historische distantie: het gevoel van afstand. Bij historische distantie zijn de
begrippen overblijfselen en generaties van belang. Om deze distantie niet te verkleinen kan je in de
geschiedenis net met het ‘wij effect’ praten. Je kan dus geen geschiedenis schrijven over je eigen tijd,
,aangezien er dan niet genoeg afstand is. Meestal word er bij geschiedenis gekeken naar de invloed
op het heden. Wie dat doet ziet geschiedenis niet als geschiedenis maar als voorgeschiedenis van het
heden. Bij welke gebeurtenissen belangrijk zijn voor het heden hang je deels af van toeval en
onvoorspelbaarheid. Dit toeval wordt ook aangeduid met het begrip contingentie: het feit dat iets
bestaat zonder dat daarvoor een dwingende noodzaak is. Wat ten slotte ook erg belangrijk is bij
historisch denken is een historisch tijds bewustzijn : zodanig denken over tijd, dat je je bewust bent
van een langdurige opeenvolging van tijden die telkens essentieel van elkaar verschillen.
3. Historische redeneerwijzen
Het maken van een documentaire
Het maken van een historische documentaire of boek wordt ook wel een historisch project genoemd.
De bedoeling hiervan is een accuraat beeld geven van gebeurtenissen die invloed hebben op een
aspect van de menselijke cultuur. Voordat zo’n project plaatsvindt moet er eerst informatie worden
verzamelt, dit kan bijvoorbeeld via interviews. Dit heeft wel een kanttekening want interviews
worden meestal gebaseerd op herinneringen. Omdat niemand een perfect geheugen heeft zijn
herinneringen als historische bron niet deugdelijk. Na het verzamelen van de informatie moet er een
inleiding worden gemaakt. Belangrijk is ook dat je je bij het maken van een historisch project af
vraagt waarom iets plaatsvindt.
Vier redeneer wijzen
Bij elke wetenschap word er op vier wijzen geredeneerd:
Het verzamelen van bronnen en gegevens en van het vaststellen van feiten.
Het ordenen van de feiten in perioden en thema’s.
Het verklaren wat er gebeurde door analyses van oorzaken en gevolgen.
Het zich vormen van een beeld: een interpretatie van het geheel die er een betekenis aan
geeft
Bij de geschiedwetenschap gaat het er iets anders aan toe dan bij de meeste wetenschappen. Het
gaat niet over het verzamelen en ordenen van gegevens, maar denken en argumenteren vanuit het
besef van tijdsverschil. Er zijn een aantal dingen waar je op moet letten dat je geen fouten maakt
door het tijdsverschil bij het analyseren van bronnen. Een historicus moet zich realiseren dat de bron
of overblijfselen uit een andere tijd komen. De historische context waarin de bronnen zijn ontstaan,
moet bij de uitleg ervan worden betrokken. Ook is het belangrijk dat je altijd zoveel mogelijk
achtergrond informatie verzamelt over de schrijver. Vaak laat men een nieuwe periode beginnen op
een moment van een belangrijk keerpunt, maar of iets ene belangrijk keerpunt is, kan alleen achteraf
worden bepaalt. Indelen van historische beelden kan altijd alleen vanuit een achterafperspectief. Bij
het geven van historische verklaringen is van belang dat het bij geschiedenis om menselijk handelen
gaat. Het is moeilijk erachter te komen waarom mensen iets hebben gedaan. Hun echte motieven
zijn soms niet meer te achterhalen, want we weten nooit precies wat er in iemand hoofd afspeelt. Om
motieven van mensen in het verleden te begrijpen is goede kennis van de historische context nodig.
Omdat onvoorspelbaarheid en onbedoelde gevolgen bij geschiedenis zo’n grote rol spelen, kunnen
verklaringen alleen met historische distantie worden gegeven. Ten slotte speelt tijdsverschil ook een
belangrijke rol bij historische beeldvorming. Daarbij is het perspectief van het heden vaak beslissend.
Waarden en normen van het heden komen soms in aanvaring met waardepatronen uit het verleden.
, 4. Het nut van historisch denken en redeneren
Een beroep op geschiedenis
Gebruikmaken van geschiedenis betekent niet altijd dat er historisch gedacht en geredeneerd wordt.
Je moet je er ook bewust van zijn dat geschiedenis moet worden gebaseerd op een zorgvuldige
reconstructie van zo veel mogelijk feiten, op analyses van oorzaken en gevolgen en dat pas daarna
een enigszins waarheidsgetrouw beeld van het verleden kan worden gegeven. Ook moet je je bewust
zijn tussen de afstand tussen verleden en heden.
Gebruik voor hedendaagse dooleinde?
De vraag of historisch denken nu heeft, brengen we in verband met een aantal manieren waarop het
nu heeft op de huidige samenleving. De eerste manier is het leren van lessen uit het verleden.
Oftewel een pragmatische opvatting van geschiedenis. De mate waarin lessen kunnen worden
genomen vanuit het verleden is gering, want de situatie in het verleden is nooit hetzelfde als die in
het heden. Geschiedenis is wel een soort ‘geweten’ dat ons eraan herinnert dat we in de eerste plaats
de waarheid moeten spreken. Een historicus zet mensen ertoe aan om genuanceerd te zijn in hun
oordeel en geschiedenis niet te gebruiken om je gelijk te halen.
Mythevorming en bestaansverheldering
Historisch denken en redeneren zorgen ervoor dat gemeenschappelijke herinneringen niet ontaardt
in mythevorming. Zonder deugdelijke studie van bronnen en de feiten en zonder goede analyses van
oorzaken en gevolgen ontstaan verhalen die vol zitten met verzinsels. In het privébestaan kan
historisch denken ook van belang zijn, zo kunnen mensen uitvinden waar hun historische wortels
liggen.
Hoofdstuk 2: Verzamelen
1. Bronnenonderzoek
Het belang van bronnen
In de 17de eeuw was geschiedenis geen wetenschap in de moderne zin van het woord. Er waren wel
geschiedschrijvers maar die maakte geen onderscheid tussen verleden en heden. Toen diende de
geschiedenis meer als moraal kompas voor het heden. Het verleden werd dus gezien als verlengstuk
van het heden. Hoewel geschiedenis tegenwoordig nog steeds soms als kompas wordt gebruikt,
wordt het nu met meer distantie benadert. Er werd naar bronnen gekeken als waardevolle
overblijfselen waar je van kan leren. Dit maakte dat het bronnenonderzoek ontstond. Zo ontstond
ook de bronnenkritiek om ervoor te zorgen dat je de juiste bronnen gebruikt. Deze ontwikkelingen
zorgde ervoor dat bronnenonderzoek centraal kwam te liggen in de geschiedenis.
Brongericht en probleemgericht
Door de toenemende belangstelling voor bronnen ontstonden archieven. Omdat historici
gespecialiseerd zijn in klein aantal onderwerpen hanteren ze een brongerichte benadering. Ze laten
zich leiden door interessante dingen die ze in de archieven vinden. Naast de brongerichte benadering
heb je ook de probleemgerichte benadering. Binnen een duidelijk omlijnd onderzoeksthema geven
vragen, hypothesen en de beschikbaarheid van bronnenmateriaal sturing aan het onderzoek.
,Thema’s en vraagstellingen
Overblijfselen worden pas een bron van informatie als er vragen aan gesteld worden. Maar hoe
komen historici op de vragen die ze stellen? Een groot deel van de motivatie is fascinatie voor
geschiedenis, historici willen meer weten over bepaalde onderwerpen. Een andere reden is het
vrijkomen van archiefmateriaal, er worden dan eerder niet openbare stukken gepubliceerd. Wat ook
vaak gebeurt is dat historici door elkaar geïnspireerd raken. Bevindingen van projecten geven altijd
aanleiding tot nieuwe vragen. Ten slotte inspireert de actualiteit historici tot het kiezen van
onderwerpen. Maatschappelijke verschijnselen die in het nieuws zijn of voor veel beroering zorgen,
kunnen aanleiding zijn om zich in de geschiedenis te verdiepen, bijvoorbeeld om de wortels van iets
bloot te leggen. De manier waarop vragen worden gesteld geeft vaak wat aan over de hedendaagse
cultuur. Een goed geformuleerde historische vraag bevat afbakening in plaats en tijd. Er zijn 3
verschillende soorten vragen:
Omdat er super veel verschillende bronnen zijn, maken we onderscheidt tussen de bronnen.
Bijvoorbeeld bronnen die uit de tijd in kwestie zelf komen (primaire bronnen), en bronnen die die tijd
naderhand reconstrueert en inspecteert (secundaire bronnen). Geschreven bronnen verdelen we in
gepubliceerde bronnen en ongepubliceerde bronnen. Er zijn teveel ongeschreven bronnen, dus zijn
alleen de afbeelding en de mondelinge bron belangrijk. De lijn tussen geschreven en ongeschreven
bronnen lijkt duidelijk, maar de schijn bedriegt. Het is belangrijk te kijken wat er het belangrijkste is,
of het meest informatie te halen valt het de tekst of een plaatje. Omdat er andere wetenschappen
nodig zijn om ongeschreven bronnen te interpreteren, behandelen historici vooral geschreven
bronnen. Daar zijn nog een aantal andere redenen voor:
Er zijn meer geschreven bronnen dan ongeschreven
Ze hebben een duidelijke meerwaarde
Ze zijn veelzijdiger
Dit laatste zorgt ervoor dat je aanvullende informatie vanuit een andere optiek kan bekijken.
Geschreven bronnen: gepubliceerd en ongepubliceerd
Het grootste verschil is dat ongepubliceerde bronnen niet voor openbaarheid zijn bestemd,
gepubliceerde bronnen zijn dat wel. Er zijn 2 soorten gepubliceerde bronnen, bronnen voor het
nageslacht en bronnen voor tijdsgenoten. Bronnen voor het nageslacht noemen we ook wel bewuste
bronnen. Bronnen die voor tijdsgenoten bedoelt zijn, zijn onbewuste bronnen. Tot slot helpt ook
literatuur, dat helpt meer om de geestelijke kant van een bepaalde tijd te begrijpen. Veel
ongepubliceerde bronnen zijn in de archieven. Er zijn 2 categorieën ongepubliceerde bronnen,
bronnen van personen of bronnen van instanties.
Ongeschreven bronnen: de afbeelding en de mondelinge bron
Net als bij geschreven bronnen speelt hier de kwestie of iets bedoelt is voor het publiek of niet en of
het gepubliceerd is. Als het beeld een beeld vertoont van hoe het werkelijk was noemen we dit een
realistische beeldbron, is dat niet zo dan is het een symbolische beeldbron. Een voorbeeld van een
symbolische beeldbron is een spotprent. Waar je voor uit moet kijken bij een symbolische beeldbron,
, is dat de gedachtegang van de bron meestal spreekt voor een groep mensen, niet voor het hele land.
Waar je ook op moet letten is dat je niet een betekenis achter een bron vindt die de tekenaar
helemaal niet bedacht heeft. Ten slot moet erop worden gelet dat afbeeldingen niet de werkelijkheid
zijn, ze vormen daar slechts een afspiegeling van. Afbeeldingen kunnen namelijk ook worden
gemanipuleerd.
Naast afbeeldingen zijn er ook nog mondelingen bronnen. Iets kan van generatie op generatie
worden doorgegeven: Mondelingen traditie. Informatie die wordt gewonnen uit interviews met
getuigen noemen we mondelinge geschiedenis, deze bronnen krijgen de voorkeur.
3. Betrouwbaarheid
Een manier waarop historici de betrouwbaarheid van bronnen checken is door externe
bronnenkritiek toe te passen, dit is bijvoorbeeld de herkomst nakomen of controleren of de bron in
de historische context past. Ook passen historici interne bronnenkritiek toe, dit zijn vragen als ‘wat
was het doel van de tekst?’ of ‘waarop baseert de schrijver zijn verhaal?’
Voor het vaststellen van de betrouwbaarheid worden er op 4 aspecten gelet:
De persoon van de schrijver/maker van de bron
De tijd waarin de bron is gemaakt
De informatie waar de schrijver over beschikte
De bedoeling waar de bron mee is gemaakt.
Gegevens van de persoon zijn nodig om erachter te komen welke positie de schrijver inneemt. Het
tweede punt is belangrijk want hoe groter de tijdsafstand, hoe meer aanleiding er is om de
betrouwbaarheid van de bron te onderzoeken. Het derde punt gaat over de wijze waarop de
schrijver aan z’n informatie is gekomen, hoe betrouwbaar die persoon dus was. En de laatste betreft
of het doel was om als propaganda te dienen of bijvoorbeeld zelfrechtvaardigheid.
Representativiteit
Als iets representatief is, vertegenwoordigt het iets algemeens. De representativiteit van een bron
word gecontroleerd door 3 vragen:
Hoeveel van de dergelijke bronnen zijn er nog meer?
Op hoeveel gevallen is de informatie uit de bron van toepassing?
Op hoeveel informatie heeft de schrijver de bron gebaseerd?
Bij het eerste punt geld dat als er van 1 bron heel veel gevonden worden het kan spreken voor de
algemene mening. Bij het tweede punt geld dat als een bron op heel veel gevallen van toepassing is
kan het spreken voor de algemene mening. Het laatste punt gaat over op hoe meer informatie de
schrijver zijn bron gebaseerd heeft hoe meer het spreek voor de algemene mening.
Historische context
Het allerbelangrijkste om bronnen te kunnen contoleren is kennis te hebben van de historische
context.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Tomkraakman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.