Chemie en inleiding tot biochemische processen (D000854A)
All documents for this subject (38)
Seller
Follow
ellagoosens
Content preview
1. Chemie en materie
1.1. Een beetje geschiedenis
Chemie= wetenschap die probeert om gedrag v materie te verklaren door gedrag v atomen &
moleculen te bestuderen
Idee v Aristoteles: alle stoffen op wereld= combinatie vd 4 elementen: aarde, vuur, water en
lucht
Democritus: atomos als bouwstenen vr alle materie
Ontstond soort wetenschap: alchemie
Doelstellingen: omzetten vd ene stof id andere stof via één of andere transmutatie
(omzetting), waarbij basiselementen (lood) om zetten in goud
Occulte praktijk, MAAR belangrijk bij ontwikkeling ve #chemische technieken: destillatie,
extractie, filtratie
Kenden minerale zuren: zoutzuur, zwavelzuur, salpeterzuur
- Geneeskunde: bijpraktijk vd alchemisten
Band tssn geneeskunde & chemie
Lavoisier & Priestley (18e eeuw): methodiek v observatie, hypothese, experimenten &
theorie ingevoerd
19e eeuw: ontwikkelen v fysische chemie, anorganische chemie, organische chemie,
biochemie
1.2. Materie
Materie= alles wat massa & volume heeft (lucht)
- Fysische toestand
- samenstelling
Stof= specifiek deel vd materie
1.2.1. fysische toestand v materie: vast, vloeibaar, gasvormig
3 fysische toestanden: aggregatietoestanden: vast, vloeibaar, gasvormig
vaste toestand: deeltjes vd stof op vaste plaatsen tov elkaar
1
, trillen rond evenwichtspositie
atomen & moleculen tov elkaar in rust
gevolg: vast volume & vaste vorm
vb: ijs & diamant
kristallijne vaste stoffen: atomen & moleculen gerangschikt in regelmatige patronen over
grote afstand uitstrekken
regelmatige structuur
vb: diamant
amorfe vaste stoffen: geen regemaltige structuur
vb: glas
polykristallijn: kristallijne structuur maar geen vaste vorm
vloeibare stoffen: deeltjes even ver v elkaar MAAR vrij om te bewegen
vast volume, geen vaste vorm
nemen vorm aan v vat waarin zich bevinden: geen vaste vorm & volume
vb: water, alcohol, olie
gassen: deeltjes kù vrij bewegen & op grote afstand tov elkaar
nemen vorm & ruimte in v vat waarin zich bevinden
vb: helium
1.2.2. samenstelling v materie: elementen, verbindingen &
mengsels
materie als mengsel= verschillende compontenten (vb: lucht)
2 soorten mengsels:
heterogene mengsels: 1 of meer zichtbare fasegrenzen tssn compontenten (baksteen)
soms fasegrenzen amper zien (bloed)
homogene mengsels: geen zichtbare fasegrenzen => componenten gemengd onder kleisnte
individuele vorm: atomen, ionen, moleculen
in alle punten dezelfde eigenschappen
lucht= homogeen mengsel v verschillende gassen
heterogene & homogene mengsels: samengesteld uit:
zuivere stoffen: vaste chemische samenstelling & vaste eigenschappen
uit homogene/ heterogene mengsels afgezonderd mbv fysische scheidingstechnieken:
filtratie, extractie, destillatie, kristallisatie, chromatografie
onder invloed v elektrische stroom/ verwarming: verder ontbonden in andere zuivere stoffen
water en keukenzout => samengestelde stoffen/ verbindingen
elementaire/ enkelvoudige stoffen= zuivere stoffen die niet verder ontbonden kù worden in
meer eenvoudige zuivere stoffen
Verbinding= stof tot stand komt door chemische binding v 2 of meer verschillenden elementen ie
vaste verhouding
H2, O2, Na, Cl2, C60: geen verbindingen MAAR enkelvoudige stoffen
Molecule= atomen waartussen covalente binding tot stand komt
Kleinste eenheid vd stof
Formule-eenheid= eenheid vr verbindingen gevormd uit ionen (ionaire binding)
Enkelvoudige stof: 1 soort atomen
1.3. Fysische & chemische omzettingen
Fysische omzetting: alleen aggregatiestoestand/ kristalstructuur verandert
Identiteit vd deeltjes verandert NIET tijdens omzetting
Vb: water kookt: v vloeibaar nr gasvormige toestand MAAR gas bestaat uit watermoleculen
Chemische omzettingen: veranderingen die samenstelling vd stof veranderen
Chemische verandering = chemische reactie
2
, Stof omgezet in 1 of meerdere andere stoffen met andere chemische samenstelling & andere
fysische eigenschappen
Fysische eigenschap: chemische samenstelling verandert niet (smeltpunt, kookpunt, kleur)
Chemische eigenschap: chemische verandering (ontvlambaarheid, giftigheid)
Extensieve eigenschap: afhankelijk vd hoeveelheid materie (massa, volume)
Intensieve eigenschap: onafhankelijk vd hoeveelheid materie (chemische eig: kleur)
Flogiston theorie
Alchemie: stoffen die verbranden geven “flogiston” af, as= originele product waarvan
flogiston is afgescheiden
Kwik + ΔT per se + flogiston (per se: rode neersalg ontstond vanzelf)
Zink zink-as + flogiston, MAAR
Zink-as + houtskool zink (houtskool= flogiston-rijk product, want laat weinig tot
geen as na bij verbranding, dus ‘puur’ flogiston)
MODEL= beste benadering vd realitiet op basis vd bestaande kennis, cultuur, inzichten
= menselijke poging om wetten vd natuur te verklaren, voorspellen & benaderen
Joseph Priestley: verwarmt rode neerslag >500°C gas (air vital)
A. lavoisier: ontkracht flogistontheorie mbv wet v behoud v massa: per se woog meer dan
oorspronkelijke kwik
Verklaard door opname v air vital
Ging om kwik dat met O2 reageert (oxideert)
2 Hg + O2 2HgO (<500°C)
2 HgO 2 Hg + O2 (>500°C) ontleding v kwikoxide
2. Atomen: bouwstenen vd
materie
2.1. Atoomtheorie v Dalton
Materie opgebouwd uit atomen
Wet v behoud v massa & wet vd constante samenstelling: leidden tot ontwikkeling vd atoomtheorie.
2.1.1. Wet v behoud v massa (Lavoisier)
Ie chemische reactie wordt geen massa gevormd of vernietigd.
Ie gesloten systeem: totale massa blijft constant (ongeacht chemische reacties)
3
, 2.1.2. Wet vd constante samenstelling (Proust)
Zuivere verbinding bevat dezelfde elementen in dezelfde massaverhouding, ongeacht oorsprong.
Wnr stoffen reageren: in constante massaverhouding
1808: Dalton => theorie vr chemische wetten te verklaren
Atoomtheorie gebaseerd op postulaten (stelling die niet bewezen kan worden volgens
normen vd wetenschap)
1) Elementen= opgebouwd uit zeer kleine, ondeelbare & niet vernietigbare deeltjes: atomen
2) Atomen ve bepaald elemeten= identiek in massa & in andere eigenschappen & verschillend
vd atomen v andere elementen
3) Verbindingen= resultaat ve combinatie v 2 of meerdere verschillende atoomsoorten ie vaste
& constante verhouding
4) Atomen ve 1 elementen: kù via chemische reacties niet omgezet worden in atomen ve ander
element (atomen veranderen niet)
Chemische reactie= reorganisatie v atomen
2.1.3. Wet vd veelvuldige verhoudingen (Dalton)
Als 2 elementen A & B combineren om meer dan 1 verbinding te vormen => massa’s v B die reageren
met vaste hoeveelheid A zich altijd tot elkaar verhouden als verhoudingen v kleine gehele getallen
Via atoomtheorie verklaard
2.2. Chemische elementen
90 natuurlijk voorkomen
Essentiële elementen vr gezond menselijk lichaam: waterstof, koolstof, zuurstof, stikstof
99%
Andere elementen in kleine hoeveelheid, MAAR essentieel
2.3. Atoomtheorieën
2.3.1. Atoomtheorie v Dalton
Zie hierboven 1,2,3,4
Massa= fundamentele atoomeigenschap
Atoommassa bepalen
Enkel relatief tov atoommassa ve andere element
Hypothese v Avogadro: bij constante temperatuur & druk bevatten gelijke volumes v verschillende
gassen eenzelfde #deeltjes
2 moleculen waterstof combineren met 1 molecule zuurstof met vorming v 2 moleculen
water
Massa v 1 O-atoom= 16x zwaarder dan massa v 1 H-atoom
Atoommassa v andere elementen bepalen waarbij massa v 1 H-atoom als eenheid
2.3.2. Het elektron
Thomson: atomen: negatief geladen deeltjes = elektronen
Elementair deeltje aanwezig in alle atomen
Atoom in zijn geheel elektrisch neutraal => positieve ladingen bevatten
atoom bestond uit homogene wolk v positieve materie waarin negatieve elektronen ingebed:
plumpuddingmodel/ krentenbroodmodel
- Millikan: lading & massa vd individueel elektron bepaald: massa v elektronen: 2000x
kleiner dan masa v waterstof (kleinste atoom)
2.3.3. Het nucleaire atoom
Rutherford: ‘ijle model’/nucleaire atoommodel => 3 basisconcepten:
1) Grootste deel vd massa & alle positieve lading= geconcentreerd ie kern met hoge dichtheid
2) Negatieve elektronen: buiten kern & bewegen zeer snel in ijle ruimte= groot tov atoomkern
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellagoosens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.14. You're not tied to anything after your purchase.