1. Basisbegrippen &
nomenclatuur
1.1. Inleiding
Kanker= 2de balngstrijkste oorzaak v sterfte na cardiovasculaire ziekten
, 1.2. Definities & algemene begrippen
Neoplasie= nieuwe groei= tumor
Moleculaire definitie v tumor= letsel bestaand uit clonale proliferatie (= vermeerdering) v
cellen veroorzaakt door mutaties
Clonaal= tumorcellen ontstaan uit 1 gemeenschappelijke voorloper-cel
mutaties geven aan tumorcelen overlevings- en groeivoordeel
Autonome groei= excessieve proliferatie onafh v externe groeistimuli
2 basiscomponenten:
Clonale neoplastische cellen
Reactief tumorstroma: bindweefsel met fibroblaste, bloedvaten & cellen vh immuunsysteem
(lymfocyten, macrofagen, neutrofiele granulocyten)
Mineure OF belangrijke component
- Desmoplastische stromareactie= tumorcellen induceren grote hoeveelheid lijkt op
celarm bindweefsel rijk aan collageenvezels
Classificatie & naamgeving:
Gebasseerd op clonale componenten
Stromacomponeten: rol bij groei v tumoren & verspreiding v tumorcellen
P7, figuur 1 & 2
Basisindeling v tumoren
Benigne (goedaardige) tumor:
- Geen evidentie vr aggressieve groei: geen invasie/destrucite v weefsel of organen in
buurt v tumor
- Lokaal, geen spreiding nr andere anatomische lokalisaties
- Therapie: chirurgie
Kù veel ziekte veroorzaken: liggen op plaats waar moeilijk kù verwijderd worden (hersenen)
Maligne (kwaadaardige) tumor:
- Lokaal invasie & destructie v nabijgelegen structuren
- Spreiding nr andere organen mogelijk = metastase
Kanker: gebruikt vr maligne tumoren
Prognose is niet altijd slecht
1.3. Naamgeving v tumoren
2 basisprincipes
Te verwachten klinisch gedrag: benigne – maligne
Histogenetisch criterium: obv weefsel waaruit tumor is ontstaan/ weefsel dat door tumor
wordt nagebootst
Epithelaile tumoren:
Eenlagig klierepitheel: adenoma – adenocarcinoma
Meerlagig plaveiselepitheel: papilloma – plaveiselcelcarcinoma= squameuze carcinomen
Overgangsepitheel (urotheel): papilloma – urotheelcelcarcinoma= transitioneel celcarcinoma
Mesenchymale tumoren/wekedelentumoren= tumoren uit steunweefsels
Fibroblasten: fibroma – fibrosarcoma
Bloedvaten: (hem)angioma – angiosarcoma
Niet te onderscheiden
Lymfevaten: lymfangioma – angiosarcoma
Bot: osteoma – osteocarcinoma
Vooral bij jonge mensen
Kraakbeen: chondroma – chrondrosarcoma
Vet: lipoma – liposarcoma
Glad spierweefsel: leiomyoma – leiomyosarcoma
Baarmoeder vleesboom
Gestreept spierweefsel: rhabdomyoma – rhabdomyosarcoma
, zeldzaam
OPM:
- Carcinomen= frequenter dan sarcomen
Goedaardige tumoren v steunweesel= frequent (lipoma, angioma, fibroma)
- Bij tumoren die normale cellen bijna niet meer nabootsen: niet geweten uit welk celtype
tumor is ontstaan
- In weefsels: variatie v tumoren
Herhaling: verschil tssn epitheel & steunweefsels (=mesenchymale
weefsels)
afgelijnd door epitheel:
- huid & alle slijmvliezen thv respiratoir stelsel & baarmoeder
huid bedekt door epiderm
- darmkanaal vd mand tot anus
- klierstructuren id borst, prostaat, pancreas & speekselklieren
- nieren & lever
vormen dun laagje cellen => beschermen tegen micro-organismen
epitheelcellen:
- vormen 1 of meerdere lagen cellen
- hangen stevig vast aan elkaar dmv celjuncties
- rusten op basale membraan
meerlagig squameus epitheel (= meerlagig plaveiselcelepitheel)
- epiderm vd huid => plaveiselcelepitheel= verhoornd
- slijmvlies v mond, keel, strottenhoofd, slokdarm, anus, baarmoederhals
eenlagig/klierepitheel
- maag, dunne darm, dikke darm, rectum
- klierepitheel
1.4. vereenvoudigde indeling v maligne tumoren ih
algemeen
carcinoma
sarcoma
melanoma: melanocyten/pigmentcellen
mesothelioma: longvlies (mesotheel) => asbest
bloedkankers:
- leukemie: witte bloedcellen
- lymfoma: lymfocyten => vormt vaste tumor
type v witte bloedcellen
in weefsel/lymfeknoop
- plasmocytoma: plsamocyten
1.4.1. frequente adenocarcinomen
prostaat-
colon- Bijna altijd adenocarcinoma
borst-
long-
kan ook plaveiselcelcarcinoma => ontstaan uit longblaasjes
1.4.2. plaveiselcelcarcinoma
squameus carcinoma
huid
mond
farynx (keel)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellagoosens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.89. You're not tied to anything after your purchase.