Dementie is een hersenaandoening met cognitieve stoornissen als gevolg. Er is een complex van
symptomen waaraan verschillende oorzaken ten grondslag kunnen liggen. Dementie betreft een
syndroom en geen ziekte. De klinisch relevante kenmerkende (neuro)cognitieve stoornissen van een
dementiesyndroom betreffen voornamelijk:
• Geheugen.
• Oriëntatie en herkenning.
• Taal en handelingen.
• Uitvoerende (executieve) vermogens.
• Aandacht/concentratie en/of mentale verwerkingssnelheid.
• Visueel-ruimtelijke en constructieve vermogens.
Als gevolg van de hersenaandoening kunnen verschillende cognitieve stoornissen optreden.
• Geheugenstoornis: een verminderd vermogen om nieuwe informatie aan te leren of zich
eerder geleerde informatie te herinneren.
• Afasie: zich niet goed meer kunnen uitdrukken in woord of schrift en/of gesproken of
geschreven taal niet meer goed begrijpen.
• Apraxie: geen doelbewuste handelingen kunnen uitvoeren.
• Agnosie: geen objecten meer kunnen herkennen.
• Stoornis in uitvoerende functies: niet meer in staat tot abstraheren, logische
gevolgtrekkingen maken, organiseren, plannen maken, doelgericht handelen.
• Stoornissen in aandacht/concentratie en/of mentale verwerkingssnelheid.
• Stoornissen in visueel-ruimtelijke of -constructieve vaardigheden.
Naast de genoemde cognitieve stoornissen zien we bij dementie vaak neuropsychiatrische
symptomen, oftewel ontregelingen in stemming en gedrag, zoals depressief, angstig, achterdochtig,
geagiteerd en agressief gedrag, nachtelijke onrust, wanen en hallucinaties. De oorzaak hiervan wordt
gezocht in een combinatie van biologische, psychologische en sociale factoren en het ervaren van
stress. Deze symptomen kunnen zowel voor de patiënt zelf als voor de mantelzorger zeer belastend
zijn.
8a.2
De meest voorkomende vorm van dementie is de ziekte van Alzheimer. Bij 60-70% van de mensen
met dementie betreft het deze vorm.
Ongeveer 20% van de mensen met dementie heeft vasculaire dementie.
Hierbij heeft circa 10% een mix van alzheimer en vasculaire dementie.
Terwijl circa 10% een mix heeft van alzheimer en lewy-bodydementie.
Frontotemporale dementie komt eveneens in zo'n 5-10% van de gevallen voor, maar bij mensen met
dementie jonger dan 65 jaar komt deze vorm veel vaker voor. De percentages variëren in dat geval
van 20% tot 50%.
Andere vormen van dementie zijn veel zeldzamer en komen in aanzienlijk lagere percentages voor,
zoals de ziekte van Parkinson (2%) en de ziekte van Huntington (2%).
, 8a.3
Hoewel de oorzaak van de ziekte van Alzheimer nog steeds niet volledig duidelijk is, weten we wel
dat de ziekte gepaard gaat met het afsterven van hersencellen, een proces dat vooraf wordt gegaan
door ophopingen van eiwitten (zogenoemde bètaamyloïd- en taueiwitophopingen). Hierdoor kunnen
de hersencellen niet meer goed functioneren.
Het proces begint in de hippocampus, het hersengebied dat belangrijk is voor het geheugen.
Kenmerkend voor de ziekte van Alzheimer is dat er een geleidelijke toename van functiestoornissen
optreedt. Aanvankelijk is er meestal een geleidelijke vermindering van het kortetermijngeheugen en
de oriëntatie. Vervolgens wordt ook het langetermijngeheugen aangetast en ontstaan stoornissen in
het abstract denken en het oordeelsvermogen, problemen met de taal (zoals moeite met het vinden
van woorden of het formuleren van zinnen) en met het handelen en/of het herkennen van de
betekenis van voorwerpen (zoals kunnen klokkijken of het herkennen van een stoel als een stoel).
Door deze stoornissen is men gaandeweg niet meer goed in staat zelfstandig te functioneren in het
dagelijks leven en heeft men dus hulp van anderen nodig.
Frontotemporale dementie komt vooral voor op jongere leeftijd (tussen 40 en 65 jaar) en begint met
geleidelijke gedrags- en persoonlijkheidsveranderingen, zoals apathie, ontremd gedrag of
dwangmatig gedrag. De ziekte wordt veelal niet meteen als dementie herkend vanwege de op de
voorgrond staande gedragsproblemen. Gezien de jongere leeftijd worden deze vaak geweten aan
overspannenheid, depressie en relatieproblemen. Hierdoor kan het wel meer dan vier jaar duren
voordat de juiste diagnose wordt gesteld.
Bij een vasculaire dementie is de doorbloeding in de hersenen slecht, waardoor hersencellen
beschadigd raken en kunnen afsterven. Hierdoor ontstaan problemen in het cognitief functioneren.
Bij vasculaire dementie is het begin vaak abrupter dan bij alzheimerdementie. De toestand
verslechtert vervolgens stapsgewijs, en er kunnen langer durende stabiele perioden zijn.
Lewy-bodydementie→ bij deze vorm van dementie zijn er specifieke ophopingen van eiwitten in de
hersencellen, zogenoemde lewylichaampjes. Lewy-bodydementie wordt gekenmerkt door denk- en
bewegingsstoornissen. De ziekte begint doorgaans met aandachts- en concentratiestoornissen en
vaak komen ook visuele hallucinaties voor. Later in het ziektebeloop treden tevens
bewegingsstoornissen op.
De hersenen, om precies te zijn de neuronen, hun axon, hun dendrieten en de bijbehorende
synapsen, worden in hun functioneren sterk beïnvloed door zowel zintuiglijke prikkels uit de
buitenwereld als door de algemene biologische omstandigheden waarin de hersenen verkeren.
Voldoende prikkels en goede biologische omstandigheden zijn allebei voorwaarden voor optimaal
fysiologisch functioneren van de hersenen op celbiologisch niveau.
Het metabool syndroom is een benaming voor een serie van gezondheidsklachten die nauw met
elkaar verband houden, hoofdzakelijk overgewicht, hoge bloeddruk, slechte cholesterolwaarden en
een verstoorde bloedsuikerspiegel.
Het syndroom ontstaat door de combinatie van ongezond eten, weinig bewegen en andere
negatieve leefstijlfactoren, zoals roken en overmatig alcoholgebruik.
Het metabool syndroom geeft een verhoogd risico op onder meer diabetes mellitus en
cardiovasculaire aandoeningen (herseninfarct, hersenbloeding), met als gevolg een grotere kans op
vervroegd overlijden en multifunctieproblematiek.
Een geheel ander algemeen biologisch aspect betreft het vermogen van de hersenen tot op hoge
leeftijd nieuwe neuronen aan te maken (circa 1000 per dag): neuroplasticiteit.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NinaScholten4. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.76. You're not tied to anything after your purchase.