Samenvatting Dieetleer
Hoofdstuk 21 Ondervoeding
§21.1 Chronische en acute ondervoeding: oorzaken en gevolgen
Ondervoeding is een acute of chronische toestand waarbij een tekort of disbalans van
energie, eiwit en andere voedingsstoffen leidt tot meetbare, nadelige effecten op
lichaamssamenstelling, functioneren en klinische resultaten.
Ondervoeding door onvoldoende voedselinname heet chronische ondervoeding.
Spaarstand/ energetische ondervoeding/ eiwit- en energie sparend.
Voorbeeld: anorexia.
Er wordt overgeschakeld op vetverbranding waarbij ketonen gevormd worden. De
hersencellen gaan over op verbranding van ketonen. Het basaal metabolisme wordt
verlaagd, er is een beperkte gluconeogenese en een beperkte en selectieve eiwitafbraak.
Energie kan vrijgemaakt worden uit koolhydraten, vetten en eiwitten. De voorraad
koolhydraten is gering. De voorraad aan vetten in de vorm van onderhuids vetweefsel is
groot. De lichaamscellen schakelen dan ook over op vetverbranding. De totale hoeveelheid
energie die nodig is, neemt af. Bij voedseltekort daalt het basaal metabolisme.
Er is minder energie nodig omdat:
- De spiermassa afneemt;
- Het warmteverlies beperkt wordt;
- De zweetproductie verminderd wordt;
- De persoon minder aan lichaamsbeweging doet;
- Er hoeft geen voedsel verteerd te worden.
Hierdoor is de gluconeogenese beperkt. De spierwiteiwitten worden afgebroken en pas in
een later stadium worden de eiwitten afgebroken.
Kenmerken bij chronische ondervoeding zijn extreme vermagering en spierzwakte.
Gevolgen bij chronische ondervoeding zijn extreme vermoeidheid en apathie (gebrek aan
emotie, motivatie of enthousiasme). Daarnaast kunnen er psychische stoornissen optreden,
zoals depressies, angstgevoelens en vervlakking van het gevoelsleven.
Ondervoeding door ziekte heet acute ondervoeding.
Vechtstand/ ernstige eiwitondervoeding/ extra eiwitafbraak.
Voorbeeld: bij ernstig zieke patiënten door fysieke stress, na een zwaar trauma of grote
operatie, bij ernstige infectie.
Alles is gericht op het bestrijden van infecties en het herstellen van weefsel dat kapot of
verloren is gegaan. Het basaal metabolisme is verhoogd; het lichaam heeft meer energie
nodig. De reservevoorraden worden aangesproken. Niet alleen vet, maar ook eiwitten
worden afgebroken om in de verhoogde behoefte aan energie te voorzien. Er vindt een
verhoogde afbraak aan eiwitten plaats om aan de aminozuren te komen die voor
wondgenezing zorgen. Het lichaam verliest eiwit. Deze reactie van het lichaam wordt
stressrespons genoemd. De eiwitvoorraden raken heel snel uitgeput wat kan leiden tot
eiwitondervoeding.
,Verschillende oorzaken van ondervoeding:
- Te geringe voedselopname: slechte eetlust, lusteloosheid, depressiviteit, malaise,
angst, ziekte, handicaps, chronische longaandoeningen, veelvuldig braken, kauw- en
slikproblemen.
- Verterings- en resorptiestoornissen: voedsel gaat verloren.
- Verlies aan voedingsstoffen: uitgebreide verwondingen en brandwonden, decubitus,
grote chirurgische ingrepen, glucosurie, nierdialyse en medicijnen.
- Sterk verhoogde behoefte aan energie en voedingsstoffen: infecties, kanker, aids,
hyperthyroïdie en postoperatief, verhoogde lichamelijke activiteit, verhoogde
stofwisseling door roken, overmatig koffiegebruik en nervositeit.
Soorten oorzaken van ondervoeding:
- Medische oorzaken: ziekte, verminderde smaak, geur en eetlust, gebitsklachten,
slikproblemen, ontregeling honger- en verzadigingsgevoel, verstoorde vertering en
absorptie, pijn, dementie, bijwerkingen medicatie, alcoholisme, brandwonden en
ouderdom.
- Fysieke oorzaken: verminderde mobiliteit, vermoeidheid en verstandelijke handicap.
- Psychische oorzaken: angst, depressie en verminderde cognitie.
- Sociale factoren: eenzaamheid, verdriet en armoede.
Kwetsbare groepen: ernstig zieke mensen, chronisch zieken, ouderen en mensen met
verslavingsproblemen.
Gevolgen van ondervoeding:
- Verminderde aanmaak van bloedeiwitten waardoor de colloïd osmotische druk daalt
en oedeem ontstaat.
- De spiermassa van het hart neemt af, waardoor een lage bloeddruk ontstaat.
- Er ontstaat gemakkelijk diarree. Het darmepitheel wordt atrofisch waardoor een
tekort aan enzymen ontstaat er resorptie van voedingsstoffen verminderd is.
- Bloedarmoede en kortademigheid.
- Verminderd welzijn van patiënt.
- Apathisch of depressief gedrag.
- Gewichtsverlies.
- Spierafbraak.
- Verminderde weerstand, door gestoorde aanmaak leucocyten en immuunglobulinen.
- Minder bestand tegen effecten van therapie.
- Vertraagde wondgenezing, door verstoring weefselaanmaak.
- Verhoogde kans op ‘doorliggen’.
- Verhoogde kans op complicaties en overlijden.
- Langere verpleegduur.
Ondervoeding wordt gedefinieerd als:
- Lage BMI: <18.5 (<65 jaar) of <20 (>65 jaar).
- Onbedoeld gewichtsverlies: >10% onbedoeld gewichtsverlies in de laatste 6 maanden
of >5% in de laatste maand. Bij mensen met kanker wordt vaak >5% in de laatste 6
maanden aangehouden.
, §21.2 Vroegtijdige opsporing van (kans op) ondervoeding
Ongewenst gewichtsverlies is de belangrijkste indicator voor ondervoeding. Als vuistregel
geldt dat meer dan 5% onbedoeld gewichtsverlies in een maand en meer dan 10% in zes
maanden duidt op ondervoeding. Een tweede indicator is BMI. Andere indicatoren zijn:
bovenarmomtrek, eetlust en functionaliteit, verminderde voedselinname, afgelopen drie
maanden drink- of sondevoeding gehad, ziektebeeld met verhoogd risico, mate van ziekte,
diarree en braken.
§21.3 Bepalen van de voedingstoestand
Er zijn verschillende manieren om de voedingstoestand te bepalen: subjectieve en objectieve
methoden.
Onder de subjectieve methoden vallen:
- Medische anamnese: hierin kan men nagaan welke risicofactoren een rol kunnen
spelen.
- Voedingsanamnese: hiermee kan een diëtist nader onderzoeken of er een
verminderde voedselinname is en welke oorzaken daarvoor zijn.
- Klinische blik: hiermee kan de voedingstoestand ingeschat worden.
Onder de objectieve methoden vallen:
- Antropometrische bepalingen: het meten van het lichaamsgewicht.
- Biochemische bepalingen: het meten van verschillende eiwitten in het bloed zodat je
eiwitondervoeding kan vaststellen.
- Immunologische tests: de immunologische afweer is een maat voor de
voedingstoestand.
§21.4 Preventie en behandeling van ondervoeding
Ondervoeding kan voorkomen worden door het achteruitgaan van de voedingstoestand en
risico’s voor ondervoeding zo snel mogelijk te signaleren. Bij dreigende ondervoeding wordt
een voedingstherapie ingesteld (adequate voeding). Dit is een voeding met voldoende
energie en voedingsstoffen om een goede voedingstoestand te bereiken en te handhaven.
Bij ernstige ziekte waarbij geen uitzicht is op herstel en de levensverwachting beperkt is,
wordt er gekozen voor voeding die primair gericht is op het maximaal welbevinden van de
patiënt (palliatieve voeding).
§21.5 Palliatieve voeding
Palliatieve zorg wordt gegeven aan mensen wier ziekte niet meer reageert op curatieve
behandeling. Het doel van palliatieve zorg is het streven naar de best mogelijke kwaliteit van
leven voor de patiënt en diens naasten. Het is primair gericht op het maximaal welbevinden
van de patiënt. De doelen liggen op korte termijn, niet op lange termijn.
Een voeding waarbij rekening wordt gehouden met de veranderende en wisselende wensen
van de patiënt wordt wel wensdieet genoemd.
Aantekeningen
Vormen van ondervoeding:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller foodandbusinessstudenthan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.54. You're not tied to anything after your purchase.