Samenvatting met alles wat je voor je schoolexamen/eindexamen/toets VWO aardrijkskunde voor domein 'leefomgeving Nederland: vraagstukken van stedelijke gebieden' moet weten! Alle begrippen zijn inbegrepen, de samenvatting legt veel verbanden, is makkelijk te begrijpen & er worden plaatjes gebruikt!
CE Aardrijkskunde
Leefomgeving Nederland: vraagstukken van stedelijke
gebieden
Steden en stedelijke vraagstukken
Groei grote en middelgrote steden
De ontwikkeling van steden volgt de ontwikkeling van de
maatschappij
o Agrarische maatschappij; tot eind 19e eeuw verspreide bewoning,
beperkt aantal steden zoals handelssteden
o Industriële maatschappij; concentratie van industrie in steden
leidt tot urbanisatie
o Dienstenmaatschappij; versterkt de groei van steden, ook
diensten zijn hier geconcentreerd
Groei van steden sterk bepaald door migratiestromen
o Urbanisatie; trek van platteland naar de stad, overheerst tot
ongeveer 1960, motief is werk
o Suburbanisatie; trek uit de stad naar omringende platteland en
voorsteden, overheerst na 1960, motief is verbetering van de
woonsituatie
o Recent ook re-urbanisatie; trek terug naar de grote stad, motief
is onder andere hoogwaardig woonmilieu en werk
o Buitenlandse migratie vanaf 1960, vooral arbeidsmigranten,
mensen uit Rijksdelen, vluchtelingen/asielzoekers, motief is
verschillend
Buitenlandse migranten trekken relatief vaak
naar grote steden
Opbouw grote en middelgrote steden, zichtbaar in uiterlijke kenmerken
Ontwikkeling in tijd: stad, agglomeratie, stadsgewest, stedelijke
zone
o Deze ontwikkeling startte met de urbanisatie vanaf eind 19 e eeuw,
waardoor de steden sterk groeiden; eerst werd dat opgevangen
binnen de stad, de eigen gemeente; later spreidde de stad zich uit
over het omringende gebied; in volgorde van tijd: agglomeratie: de
stad met de eraan vastgegroeide randgemeenten – stadgewest: de
agglomeratie, het omringende platteland en de voorsteden
waarmee een nauwe relatie bestaat; als gevolg van suburbanisatie
vervaagt het onderscheid tussen stad en platteland; er ontstaat
verstedelijkt platteland – stedelijke zone: hierin lopen
stadsgewesten in elkaar over zoals bij de Noordvleugel en de
Zuidvleugel van de Randstad
Naar periode van bouw verschil in bouwstijl/type gebouwen,
bouwdichtheid en stratenpatroon; veel grote steden zijn vanuit een
historische binnenstad uitgegroeid en hebben een concentrische opbouw
(een middelpunt)
o Historische binnenstad: compact met smalle straten en ‘oude’
gebouwen, weinig groen, veel voorzieningen (centrale zakenwijk),
meer werk- dan woongebied met vaak grote aantrekkingskracht
o 19e-eeuwse arbeiderswijk: eerste uitbreiding van de oude
binnenstad met veel kleine, kwalitatief slechte woningen door komt
, van industriearbeiders, dit leidde later tot veel vertrek van
oorspronkelijke bewoners en komst van mensen met een
migratieachtergrond, relatief veel renovatie en sloopwoningen
o Bouw van net na WOII: bouwachterstand en zwakke economie
vroegen snelle en goedkope woningbouw zoals portiekwoningen en
rijtjeshuizen, matige kwaliteit en weinig groen, relatief veel
bewoners met een migratieachtergrond en/of lage inkomens,
woningen vaak aan vernieuwing toe, veel vertrek en vestiging
o Jaren ’60: hoogbouw in galerijflats mogelijk door nieuwe
bouwtechnieken, relatief grote woningen en veel openbaar groen,
nu soms al gesloopt voor laagbouw; dat moet meer variatie
brengen, ook in de bevolkingssamenstelling
o Jaren ’80: bloemkoolwijken: kronkelige straten met woonerven, geen
doorgaand verkeer
Opvallend: de Randstad (Holland); grote steden rond een open gebied
Ruimtelijke ordening
Beleid van de overheid waarbij schaarse ruimte zo wordt ingericht
dat alle belangen tot hun recht komen, regels voor ruimtegebruik met
bescherming van zwakke partijen
o Het rijk zet een lijn uit voor een oplossing voor nationale
vraagstukken, zoals versterking van de economie, infrastructuur,
milieu, wateroverlast en overstromingen
Groeikernenbeleid, compacte-stadbeleid,
vinexlocatiebeleid
Groeikernenbeleid: was een reactie op de
suburbanisatie na 1960 die leidde tot een groot
beslag op de open ruimte en toename van
verkeersstromen als forensisme (het open en
neer reizen tussen woon en werk); een beperkt
aantal groeikernen moest de suburbanisatie
opvangen, de grote steden (de vertrekgebieden)
ondervonden onder andere verpaupering (snelle
achteruitgang van de kwaliteit) en verlies van
koopkracht, het leidde ongewild tot leegloop en
economische uitholling van de grote steden en
werd vervangen door het compacte-stadbeleid
en nieuwbouw op vinexlocaties
Compacte-stadbeleid: is bedoeld om in grote
steden meer mensen en bedrijven te vestigen,
ook verdichting genoemd, bijvoorbeeld door de
bouw van kwalitatief goede woningen en het
creëren van aantrekkelijke vestigingsplaatsen
onder andere door het herinrichten van oude,
vervallen bedrijventerreinen en nieuwbouw op
open plekken
Vinexlocaties: zijn nieuwbouwlocaties die
grenzen aan steden die zelf onvoldoende ruimte
hebben, de vinexwijk is daardoor onderdeel van
de stad, waar men vaak werkt en van
voorzieningen gebruik maakt; deze manier van
bouwen beperkt de verkeersstromen; nadeel: de
vinexwijk heeft soms zelf weinig voorzieningen
o Provincie voert het landschapsbeleid uit voor groene ruimte in
en rondom steden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isa346. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.44. You're not tied to anything after your purchase.
