100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
Previously searched by you
Uitgeschreven samenvatting van de 7de module van tekstwetenschap: Module 7: discours als identiteit. Met deze samenvatting behaalde ik 18/20 voor dit vak.$9.84
Uitgeschreven samenvatting van de 7de module van tekstwetenschap: Module 7: discours als identiteit. Met deze samenvatting behaalde ik 18/20 voor dit vak.
10 views 1 purchase
Course
Tekstwetenschap II
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Met deze samenvatting behaalde ik 18/20 voor dit vak. Uitgeschreven samenvatting van de 7de module van tekstwetenschap: Module 7: discours als identiteit
Opfrissing: discourse studies als geïntegreerd project voor de studie van semiotische communicatie
(3) Het concept van discourse studies omvat een geïntegreerd project voor de analyse van
semiotische communicatie. Binnen discourse studies onderscheiden we twee belangrijke takken: de
discoursanalyse en de discourse theorie.
1. Discoursanalyse: Dit betreft de taalkundige discoursanalyse, gericht op het bestuderen van
de relatie tussen taalgebruik en de context waarin dit plaatsvindt. Het kan worden gekoppeld
aan bepaalde praktijken en onderzoekt hoe taalvormen worden gebruikt in verschillende
situaties.
2. Discourse theorie: Deze tak richt zich meer op de relaties binnen discours die verband
houden met macht, kennisuitdrukking en vooral de uiting van subjectiviteit van individuen
die deelnemen aan het discours. Dit omvat hoe personen zichzelf positioneren, welke
identiteiten ze aannemen en welke machtsstructuren er spelen in hun taalgebruik.
Het taalgebruik en de interactie tussen mensen in een communicatieve setting dragen vaak bij aan
het uitdrukken van subjectiviteit en het aannemen van verschillende rollen. Bijvoorbeeld, op dit
moment, terwijl ik spreek, ben ik niet alleen iemand die taal produceert, maar ik ben ook de
professor en jullie zijn de studenten. Dit wordt weerspiegeld in ons taalgebruik en onze interacties,
waarbij we onbewust onze rollen en identiteiten bevestigen. Jullie kunnen bijvoorbeeld aan mijn
stem horen dat ik een man ben en aan mijn uiterlijk zien dat ik ouder ben, terwijl jullie je jeugdige
enthousiasme tonen door jullie stem te laten horen.
Dit toont aan hoe taalgebruik en interactie binnen een context verschillende lagen van subjectiviteit
en identiteit uitdrukken, met verschillende nuances en variaties tussen individuen.
Conclusie: van tekst naar pragmatisch discours
De discourse studies omvatten niet alleen de taalkundige discoursanalyse, maar strekken zich uit tot
een breder politiek domein. Dit domein onderzoekt hoe sociale relaties worden gevormd en
uitgedrukt door discours. Het legt minder nadruk op de louter taalkundige aspecten van Saussures
langue-parole, maar richt zich vooral op politieke, institutionele, historische, psychoanalytische,
gendertheoretische en culturele invloeden op het vormgeven van betekenissen.
Zowel de taalkundige discoursanalyse als de discourse theorie zijn relevant voor de tekstwetenschap
en vormen een integraal onderdeel van uw opleiding. Ik probeer beide benaderingen in deze module
te behandelen, waarbij de nadruk meer ligt op de laatste, die van de discourse theorie.
De discourse theorie, binnen het bredere politieke domein van de discourse studies, focust vooral op
sociale relaties binnen het discours. Hierbij wordt minder gelet op taalvormen, maar meer op de
politieke implicaties van het discours, ingebed in institutionele contexten. Bijvoorbeeld, in een
lescontext zoals deze, zijn er institutionele factoren die de sprekersdynamiek bepalen, maar ook
onbewuste, psychoanalytische aspecten die een rol spelen. Zo kan een spreker zich zenuwachtig
voelen vanwege tijdsdruk, terwijl de toehoorders zich wellicht anders voelen of zelfverzekerd zijn.
,Daarnaast spelen gendertheoretische en culturele aspecten ook een belangrijke rol in het discours. Er
wordt momenteel bijvoorbeeld gediscussieerd over de vraag of onze identiteit als man, vrouw of iets
daartussen voornamelijk biologisch bepaald is, of eerder een sociaal-linguïstische constructie. Deze
verschillende aspecten zijn van belang voor de tekstwetenschap en bieden toegang tot bredere
maatschappelijke discussies, zoals die over racisme, genderidentiteit en populisme.
Discourstheorie in deze module over identiteit
In deze module richten we ons op de wijze waarop subjectiviteit in discours tot stand komt, met
bijzondere aandacht voor individuele identiteit en de identificatie met sociale groepen. We
onderzoeken de gelaagdheid van deze identiteiten.
We kijken niet alleen naar subjectiviteit maar ook naar de politieke dimensies van ons discours. Onze
subjectiviteit gaat vaak gepaard met machtsverhoudingen in interacties. Macht is inherent aan
menselijke relaties; in verschillende contexten nemen we verschillende rollen en posities in. Het gaat
niet alleen om machtsverhoudingen tussen individuen, maar ook om bredere maatschappelijke
structuren. Bijvoorbeeld, een politieagent heeft een machtspositie in het handhaven van openbare
orde, terwijl die positie als privépersoon niet bestaat.
Machtsverhoudingen zijn verweven met de sociologische organisatie van de samenleving. Mensen
proberen voortdurend macht te behouden of te verkrijgen via discursieve strijd. Daarbij worden
discursieve identiteiten soms uitgedaagd of afgewezen. Identiteit, zoals gezien in de discourstheorie,
wordt niet beschouwd als iets statisch maar als dynamisch. Het verandert naarmate we verschillende
sociale rollen en levensfases doorlopen.
Neem bijvoorbeeld mijn relatie met mijn ouders. Deze relatie is door de jaren heen veranderd. Het
discours dat ik als kind had, op vijfjarige leeftijd, verschilt aanzienlijk van dat op vijftienjarige, en op
mijn 35e of 55e. Evenzo ondergaat uw relatie met uw ouders ook veranderingen doorheen
verschillende levensfasen. Identiteit is dus niet statisch, maar dynamisch en evolueert mee met onze
levenservaringen en sociale interacties.
1. Identiteit – sociale processen en discursieve praktijken EXAMEN: leg uit: de studie van
identiteit veronderstelt de relatie tussen sociale processen en discursieve praktijken
De studie van identiteit impliceert een diepgaande relatie tussen sociale processen en discursieve
praktijken, wat zich op het snijvlak van taalkunde en sociologie bevindt, ook wel bekend als
sociolinguïstiek. In sociale processen, die voornamelijk worden bestudeerd binnen de sociologie,
manifesteren individuen en groepen zich aan zichzelf en anderen. Hierbij representeren en
reflecteren ze over hun identiteit en die van anderen, evenals de onderlinge relaties. Identiteiten
kunnen, aan de ene kant, als statisch en essentialistisch worden beschouwd, inherent aan een
persoon en prediscursief, stabiel over tijd en generaties. Aan de andere kant kunnen identiteiten
dynamisch zijn, fluctuerend afhankelijk van de context, zoals plaats, tijd en sociale omgeving, zelfs
transcultureel.
De dynamische opvatting van identiteit leidt tot ideeën over identiteitsconstructie en
onderhandeling, vooral in interactie met anderen. De structuur van identiteit(en) wordt beïnvloed
door sociale rollen die we aannemen bij de productie en receptie van identiteit. Dit roept vragen op
over hoe identiteiten worden gevormd, onderhandeld en gepresenteerd, en hoe deze variëren in
verschillende sociale contexten.
, Aan de andere kant benadrukt de studie van discursieve praktijken, geïnformeerd door de
sociolinguïstiek van discours, dat sociale processen van aard discursief zijn. Identiteitsrepresentatie,
reflectie en onderhandeling vinden plaats in discours, met een focus op de identiteit van
taalgebruikers en de interactie in teksten, communicatie en interacties. Dit omvat verschillende
schalen van face-to-face interactie tot bredere sociale groepen, lokale interactie tot transnationale
communicatie, en micro-context van taalgebruik tot historisch-culturele context. Deze discursieve
praktijken omvatten globalisering en interculturaliteit,
Het debat over statische versus dynamische identiteit heeft diepgaande filosofische, politiek-
ideologische en interdisciplinaire implicaties. Dit debat wordt geïllustreerd in discussies over
postkolonialisme, postmoderniteit, feminisme, queer theorie, globalisering, racisme, migratie,
onderwijs en sociale kritiek. Zelfs de relatie tussen identiteit en biologie, evenals discussies over
klimaat en neoliberalisme, wordt beïnvloed door deze fundamentele vraagstukken over identiteit.
In conclusie verbindt de studie van identiteit de sociologie en sociolinguïstiek door sociale processen
en discursieve praktijken te onderzoeken, waarbij dynamische opvattingen over identiteit en de
constructie ervan in interactie met anderen centraal staan. Dit interdisciplinaire perspectief biedt
inzicht in complexe vraagstukken die variëren van persoonlijke ervaringen tot bredere
maatschappelijke vraagstukken.
2. Sociolinguïstische identiteit – vorm vs. Functie EXAMEN zie pagina 6
Het begrip van sociolinguïstische identiteit omvat de relatie tussen de vorm en functie van taal in
onze communicatie en de uitdrukking van identiteit. Deze relatie tussen vorm en functie wordt
beïnvloed door verschillende factoren die zich zowel binnen als buiten de taal bevinden.
De taalinterne vorm verwijst naar de manier waarop taal wordt gebruikt op verschillende niveaus van
communicatie, waaronder zowel verbale als multimodale expressie. Het omvat niet alleen wat we
zeggen en schrijven, maar ook hoe we ons lichaam gebruiken, hoe we ons gedragen en hoe we
onszelf visueel en auditief presenteren in sociale interacties. Dit omvat alles van gesproken woorden
tot lichaamstaal, gebaren en stemkwaliteit. De vorm van taal is niet alleen individueel maar
beïnvloedt ook de interacties tussen individuen in verschillende sociale contexten.
Aan de andere kant bepalen ook taalexterne factoren de vorm van taal en de wijze waarop deze
wordt gestuurd in verschillende situaties. Deze factoren omvatten sociale groepen, functionele
doelen, ruimtelijke aspecten zoals plaatsen of regio's, en tijdsaspecten binnen en over interacties
heen. De tijd kan zowel kortstondig zijn binnen een gesprek als historisch over generaties heen.
Daarnaast wordt de vorm van taal ook beïnvloed door taalcontact, zoals eentaligheid, tweetaligheid
of meertaligheid, waarbij mensen soms switchen tussen verschillende talen, varianten of registers,
bekend als code-switching of diglossie.
Kortom, de relatie tussen identiteit en taalvormen en -functies wordt gedefinieerd door de manier
waarop we taal gebruiken en onze communicatie vormgeven in verschillende sociale contexten. Het
omvat zowel de interne expressie van taal als de externe factoren die deze vormen en functies van
taal beïnvloeden in diverse interacties en situaties, en daarmee mede bepalen hoe we onze identiteit
uitdrukken in verschillende sociale omgevingen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller I159753. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.84. You're not tied to anything after your purchase.