Samenvatting voor het vak 'Functionele Anatomie', een OPO tijdens het eerste bachelorjaar in de opleiding Biomedische Wetenschappen. Gemaakt tijdens het academiejaar . Geslaagd eerste zit.
Anatomie = wetenschap die zich bezighoudt met de bouw van het
lichaam → onderverdeeld in microscopische (histologie) en
macroscopische.
Verschillende soorten:
❖ systematische (ieder functioneel stelsel afzonderlijk bestuderen
en reconstrueren vanaf het skelet)
❖ regionale (anatomie op basis van ‘natuurlijke’ gebieden. De
stelsels komen aan bod in verschillende gebieden van het
lichaam)
Anatomische positie:
❖ Rechtop met ogen naar voor gericht
❖ Armen langs het lichaam
❖ Handpalmen wijzen naar voor
❖ Voeten tegen elkaar
❖ Tenen wijzen naar voor
Anatomische beschrijvingen zijn gebaseerd op
denkbeeldige vlakken (mediaan/ midsagittaal,
sagittaal, coronaal/frontaal en
horizontaal/axiaal/transversaal) door het lichaam
in de anatomische positie.
,Relatie van elke willekeurige structuur ten opzichte van een andere
structuur weer te geven volstaan termen:
❖ Anterior: meer naar voorzijde van het lichaam
❖ Posterior: meer naar achterzijde van het lichaam
❖ Superior: meer naar de kruin van het hoofd toe
❖ Inferior: meer naar de voetzolen toe
❖ Mediaal: meer naar het mediane vlak toe
❖ Lateraal: verder van het mediane vlak af
❖ Ventraal: meer naar de buikzijde toe
❖ Dorsaal: meer naar de rugzijde toe
❖ Craniaal: meer naar het hoofd toe
❖ Caudaal: meer naar de staart toe
❖ Proximaal: korter bij de romp (borst)
❖ Distaal: verder van de romp verwijderd
❖ Superficialis: oppervlakkig
❖ Profundus: diep
❖ Internus: meer naar de binnenzijde van een orgaan of een holte
toe
❖ Externus: meer naar de buitenzijde van een orgaan of een holte
toe
❖ Ipsilateraal: dezelfde kant van het lichaam (afhankelijk van
doorsnede)
❖ Contralateraal: tegengestelde zijde van het lichaam (afhankelijk
van de doorsnede)
,In de anatomie zijn er termen om de beweging van verschillende delen
van het lichaam te beschrijven. Bewegingen gebeuren in gewrichten
waar twee of meer botstukken elkaar raken.
❖ Flexie of buiging = de hoek tussen de bewegende delen verkleint
❖ Extensie of strekking = de hoek tussen de bewegende delen
vergroot
❖ Abductie = van de middellijn weg bewegen
❖ Adductie = naar de middellijn toe bewegen
❖ Circumductie (geen rotatie) = een combinatie van flexie, extensie,
ab- en adductie waarbij een segment van een conus (kegel)
wordt beschreven
❖ Rotatie = rond de lengteas draaien:
➢ naar mediaal = mediale of endorotatie
➢ naar lateraal = laterale of exorotatie
❖ Pronatie = beweging in de onderarm waarbij de radius naar
mediaal over de ulna draait waardoor bij
afhangende arm de handpalm naar achter
kijkt → de handpalm draait naar onder toe
❖ Supinatie = beweging in de onderarm
waarbij de radius naar lateraal draait en
evenwijdig met de ulna komt te liggen → de
handpalm draait naar boven toe (in de
anatomische positie is de voorarm
gesupineerd)
❖ Protractie = beweging naar voor
❖ Retractie = beweging naar achter (samen met protractie gebruikt
voor bewegingen van de onderkaak en van de schoudergordel)
❖ Inversie = zodanige bewegingen in de gewrichten van enkel en
voet dat men zijn voetzool ‘van mediaal’ bekijkt
❖ Eversie = zodanige bewegingen in de gewrichten van
enkel en voet dat men zijn voetzool ‘van lateraal’ bekijkt
✽ Osteologie
Functies skelet:
, ❖ Vorm lichaam
❖ Ondersteunt
❖ Beschermt
❖ Beweging
❖ Opslagplaats mineralen
❖ Rol in bloedaanmaak
Axiale skelet (blauw) = Longitudinale as van het
lichaam, liggen op één lijn
Appendiculair skelet (geel) = aanhangsels van het
axiale skelet (bovenste en onderste lidmaten)
Lange beenderen: langer dan ze breed zijn. Voorbeeld: de humerus
(bovenarmbeen), de femur (dijbeen), de tibia (scheenbeen), de
metacarpalen (middenhandsbeen).
Korte beenderen: ze zijn ongeveer even lang als breed en dik. De botjes
van de tarsus (voetwortel) en de carpus (handwortel) zijn hiervan een
voorbeeld.
Sesambotjes: korte, kleine botstukjes, gelegen in de pees van bepaalde
spieren. Een voorbeeld is de patella (knieschijf).
Platte beenderen: dunne en vaak gebogen beenderen. Het cranium (de
schedelbeenderen), de costae (ribben), de
scapula (het schouderblad) en het
sternum (borstbeen) zijn hiervan een
voorbeeld
Onregelmatige beenderen: botstukken die
geen van de beschreven kenmerken
dragen. De vertebrae (wervels) zijn hiervan
een voorbeeld evenals het heupbeen.
✽ Artrologie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller n3621526. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.91. You're not tied to anything after your purchase.