Wat is het verschil tussen mitose en meiose? Mitose is een vermenigvuldigingsdeling. Dochtercel en moedercel hebben zelfde erfelijk DNA
Meiose is een reductiedeling. Dit gebeurt uitsluitend in de voortplantingscellen en is bedoeld voor het in stand
houden van de soort. Dochtercel bezit ½ van het erfelijk materiaal van de moedercel. (23 chr ipv 46)
Leg uit hoe erfelijk materiaal zich deelt. In de celkern vertoont het erfelijk materiaal zich eerst als vlekken: CHROMATINE → wanneer de cel zich
klaarmaakt om te delen groepeert het materiaal zich tot draden: CHROMATINEDRADEN → ze vormen een
patroon: CHROMOSOMEN → aantal 46 chr (23paar) → verdubbeling → 92 chr (worden nadien gesplitst in
nieuwe dochtercel en moedercel)
Verklaar hoe het komt dat de vader het geslacht Vader kan zowel het gonosomaal chromosoom X en Y doorgeven. Moeder enkel X.
bepaalt van elk van zijn kinderen?
Hoe verhouden genen, sequenties, chromosomen en DNA < sequentie <gen < chromosoom < genoom.
DNA zich van elkaar?
Waarom zijn genetica en erfelijkheid geen Iets kan genetisch bepaald zijn maar daarom niet overdraagbaar aan een volgende generatie (erfelijk)
synoniemen?
Leg uit waarom gen- genoom- en Flexibiliteit en aanpassingsvermogen van ons DNA zorgen ervoor dat we als soort (mens en dier) in staat zijn om
chromosoommutaties niet per sé negatief zijn, maar ons aan te passen aan de veranderlijke omstandigheden van de omgeving
evolutionair zelfs noodzakelijk.
Wat is het verschil tussen een deletie en een duplicatie Deletie: er gaat een stukje chromosoom verloren, er zijn bepaalde genen verdwenen.
in geval van chromosoommutaties?
Duplicatie: er komt een extra stukje chromosoom bij het origineel chromosoom of op een andere plek of op een
ander chromosoom. Leidt tot sequentiedrift
Wat is het verschil tussen een genoom en een Genoommutatie: Verandering in het totale aantal chromosomen, X < 46 < X
chromosoommutatie en geef van beide een voorbeeld
▪ Vb: Syndroom van down (Trisomie: chromosoom te veel, 47 chr)
Chromosoommutatie: Verandering van aard/vorm
▪ Vb: fragile x syndroom (Deletie: stuk chromosoom ontbreekt, barst)
,Illustreer met een voorbeeld hoe recessieve en • Alle genen samen = genotype
dominante kenmeren van belang zijn in het verschil • uiterlijke kenmerken = fenotype
tussen fenotype en genotype • Dominant = overheerst en komt fenotypisch tot uiting ook wanneer men heterozygoot is voor dat
kenmerk.
• Recessief = ondergeschikt aan dominant, komt enkel tot uiting wanneer men homozygoot is voor dat
kenmerk.
• BV: losse oorlellen = DOMINANT vaste oorlellen = recessief
Moeder & vader D D
r rD rD
r rD rD
• Vader:
o genotypisch: autosomaal dominant homozygoot
o fenotypisch: losse oorlellen
• Moeder:
o genotypisch: autosomaal recessief homozygoot
o fenotypisch: vaste oorlellen
• Kinderen:
o genotypisch: autosomaal heterozygoot
o fenotypisch: losse oorlellen
, Schets het overzicht van soorten mutaties in het ➢ Genmutatie: Verandering in de DNA-Structuur
erfelijk materiaal en geef waar mogelijk een voorbeeld • Monogene aandoening: afwijking op 1 gen
• Polygene aandoening: afwijking op meerdere genen
➢ Chromosoommutatie: Verandering van aard/vorm
• Deletie: Stuk chromosoom die afwezig is (te kort)
o Vb: cri-du-chat, fragile x syndroom
• Duplicatie/Insertie: Extra stukje chromosoom (te veel)
o Sequentiedrift: sequentie komt veel voor
o Vb: kanker
• Inversie: Volgorde van de genen op het chromosoom veranderd/verwisseld
o Kunnen meerdere inversies op 1 gen zijn
• Translocatie: Gedeelte van een chromosoom van plaats gewisseld
o Kunnen meerdere chromosomen zijn
➢ Genoommutatie: Verandering in het totale aantal chromosomen, X < 46 < X
• Trisomie: een chromosoom te veel
o Autosomaal: Syndroom van down (47 chr)
o Gonosomaal:
▪ Meisjes: → Triple X, XXXX, XXXXX syndroom
▪ Jongens: → XYY, XXY (klinefelter syndroom)
• Monosomie: 1 of meerdere chromosomen ontbreken
o Autosomaal: Niet levensvatbaar
o Gonosomaal:
▪ Meisjes XX: X0 → syndroom van Turner
▪ Jongens XY: 0Y → niet levens vatbaar
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller myritevancauteren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.91. You're not tied to anything after your purchase.