100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting filosofie - KENNISLEER (Durf te denken!) $3.74
Add to cart

Summary

Samenvatting filosofie - KENNISLEER (Durf te denken!)

2 reviews
 701 views  10 purchases
  • Course
  • Level
  • Book

Uitgebreide samenvatting van het vierde domein (D) van het vwo eindexamen filosofie, kennisleer. Deze samenvatting is opgesteld met behulp van het lesboek 'Durf te denken!' voor het vwo.

Preview 2 out of 11  pages

  • No
  • Hoofdstuk 3: kennisleer
  • April 2, 2019
  • 11
  • 2018/2019
  • Summary
  • Secondary school
  • 6

2  reviews

review-writer-avatar

By: torge • 5 year ago

review-writer-avatar

By: jasmijnfu • 5 year ago

avatar-seller
Samenvatting filosofie

Hoofdstuk 3: Kennisleer
3.1 Wat is kennisleer?
Wanneer je vragen zoals: ‘Hoe kunnen we eigenlijk dingen over de wereld te weten komen?’
en ‘Hoe weet je wel zeker dat jezelf kan nadenken?’ probeert te beantwoorden ben je met
kennisleer bezig. Filosofen noemen kennisleer ook wel ​epistemologie​. ​Descartes
probeerde de vraag te beantwoorden waar zekere kennis vandaan komt.
Sceptici​ zijn filosofen die vinden dat je in principe aan alles kunt twijfelen. Michel de
Montaigne​ ging zelfs zo ver dat hij niet wilde zeggen of hij wist dat we niets zeker kunnen
weten. In dat geval zou hij namelijk weten dat we niets kunnen weten en dat is toch kennis.
Montaigne​ vatte zijn sceptische filosofie daarom samen in een vraag: ‘Wat weet ik?’. De
meeste filosofen zijn echter niet tevreden met zo’n sceptische conclusie. Ze houden op
verschillende manieren een pleidooi voor de stelling dat mensen wel degelijk kennis
bezitten.

3.2 Rationalisme
Descartes​ ging op zoek naar iets wat niet te betwijfelen valt. Om dat te vinden besloot hij
een methode van ​radicale twijfel​ te gebruiken. Hij twijfelde aan alles in de hoop dat er iets
zou overblijven waaraan je niet kunt twijfelen. ​Descartes​ was erachter gekomen dat zijn
leraren niet altijd de waarheid hadden gesproken, hoewel ze niet opzettelijk leugens
vertelden. Maar als iemand je één keer, iets verteld heeft wat niet klopt, valt te betwijfelen of
hij in andere gevallen wel de waarheid spreekt. Dus concludeerde ​Descartes​ dat hij zijn
leraren maar beter niet beschouwen als bron van onbetwijfelbare kennis. Je zult al snel
merken dat zelfs onze zintuigen onbetrouwbaar zijn (bijv. een weg lijkt een stuk smaller van
een afstand terwijl het net zo breed is als het punt waar jij staat). Ook zintuigen vallen dus af
als bron van onbetwijfelbare kennis. ​Descartes​ was een katholiek die in een almachtige
God geloofde. Ook aan die almachtige God begint hij nu te twijfelen (wat als het eigenlijk
een demon is die mij van alles wijsmaakt?). ​Descartes​ wil de scepticus tonen dat er wel
degelijk zekere kennis mogelijk is, maar in zijn zoektocht lijkt hij eerder steeds verder van
zijn doel verwijderd te raken. Misschien kan hij alleen zeker weten dat hij niets zeker kan
weten. ​Descartes​ komt gelukkig met een oplossing. ‘Telkens als ik eraan zou twijfelen of ik
besta, twijfel ik. En om te twijfelen moet ik wel bestaan. Je kunt er dus niet echt aan twijfelen
dat je bestaat, want als je twijfelt, denk je en als je denkt besta je - in ieder geval als een
denkend ding, oftewel een ​res cogitans​.’ Descartes vatte zijn argument tegen de scepticus
samen in de slogan ​Cogito ergo sum​ (Ik denk dus ik ben). ​Rationalisten​ zijn de filosofen
die menen dat je tot zekere kennis kunt komen door goed na te denken. ​Descartes​ stelt dat
hij zeker weet dat ‘Ik denk dus ik ben’ waar is, omdat hij dat met zijn verstand helder en
duidelijk inziet. Dit levert hem een rationalistische methode op om tot kennis te komen: alles
wat ik helder en duidelijk inzie moet dus wel wel waar zijn. Alle rationalisten verdedigen op
de een of andere manier het ​nativisme​: de opvatting dat er ideeën zijn die aangeboren zijn.
Descartes​ denkt bijvoorbeeld dat hij met het begrip ‘God’ in zijn geest is geboren (gekke
Descartes). Niet alle ideeën zijn volgens ​Descartes​ aangeboren, er zijn ook ideeën die we
na onze geboorte verworven hebben met onze zintuigen (bijv. de zon). Als ​Descartes​ het
begrip ‘God’ analyseert, begrijpt hij dat daarin besloten zit dat God perfect is. ​Descartes​ zelf
is helemaal niet perfect. Waar komt het idee van ‘God’ vandaan? ​Descartes​ ziet helder en

, duidelijk in dat alleen iets wat zelf perfect is, het idee van perfectie en volmaaktheid kan
voortbrengen. ‘God’ en ‘volmaaktheid’ kunnen dus alleen van God zelf komen. Vervolgens
ziet ​Descartes​ in dat bestaan perfecter is dan niet bestaan. Dat impliceert dus dat God wel
moet bestaan. Het gevaar van de kwade demon is nog niet helemaal geweken. Ook hier
biedt ​Descartes’​ rationalistische methode een uitkomst: het is helder en duidelijk dat goed
zijn perfecter is dan slecht zijn. Slecht zijn werd in die tijd gezien als gebrek hebben aan het
goede. Perfect zijn betekent ‘geen enkel gebrek hebben’ en dus is God niet slecht maar
goed. Als God goed is, zal hij ​Descartes​ niet voor de gek houden. Descartes is niet alleen
een denkend ding (​res cogitans​), maar ook een fysisch ding (​res extensa​ - een ding dat drie
dimensies heeft, oftewel uitgebreidheid bezit). Zo heeft ​Descartes​ de wereld terug waarvan
hij in zijn radicale twijfel nog dacht dat deze wellicht niet bestond.

3.3 Empirisme
Tegenover de rationalisten staan de ​empiristen​. ​Empiristen​ beweren dat de mens geen
aangeboren kennis heeft. Alle kennis doe je op tijdens je leven door de zintuiglijke ervaring
en reflectie. John ​Locke​ was een van de invloedrijkste Britse empiristen uit de zeventiende
en de achttiende eeuw. In 1690 publiceerde ​Locke​ zijn ​Verhandeling over het menselijk
begrip​, dat begint met een directe aanval op het idee van ​Descartes​ dat er aangeboren
ideeën zijn. Om een empiristische theorie te ontwikkelen ontdeed ​Locke​ zich eerst van de
cartesiaanse theorie van aangeboren ideeën. Het belangrijkste argument van de
rationalisten voor aangeboren ideeën was volgens ​Locke​ dat er niet empirische principes
zijn waarmee universeel ingestemd wordt. Bijvoorbeeld:
1. Dat wat is, is.
2. Het is onmogelijk voor een ding om tegelijkertijd te zijn en niet te zijn.
3. Er bestaan universele morele principes.
Locke​ was het niet met de rationalisten eens dat de universaliteit van deze ideeën alleen
maar verklaard kon worden doordat het hier om aangeboren ideeën gaat. Zo kan het goed
zijn dat mensen als klein kind bepaalde zaken leren, waardoor het lijkt alsof die kennis
aangeboren is. ​Locke​ stelde vast dat we de eerste twee principes niet vinden bij kinderen
en dwazen. Ook voor het derde principe is geen enkel bewijs. Als je verschillende groepen
mensen beschouwt, vallen er geen universele morele principes te ontdekken die alle
mensen accepteren. De rationalisten hebben dus geen gelijk. ​Locke​ vormde een rigoureus
empiristisch principe. Op de vraag ‘Waar komt kennis vandaan?’ had ​Locke​ als antwoord
maar één woord nodig: ​ervaring ​(waarneming en reflectie). De reflectie kunnen we zien als
een innerlijk zintuig, zodat datgene wat we door innerlijke zintuig waarnemen, opgevat kan
worden als op empiristische wijze verworven kennis. De empiristen hadden een degelijk
fundament: je kunt niet twijfelen aan je eigen ervaringen. Maar stel je voor je ervaart de kleur
‘geel’ door het kijken naar een zonnebloem, weet je dan eigenlijk wel zeker dat de
zonnebloem ook ‘geel’ is in de buitenwereld? Enerzijds besefte ​Locke​ dat de geest geen
andere objecten dan de eigen ideeën rechtstreeks kent. Dus kan onze kennis feitelijk alleen
betrekking hebben op de ideeën. Je kunt natuurlijk verdere kennis hebben over de relatie
tussen die ideeën, maar je weet niet of er ook nog iets met die ideeën correspondeert in de
wereld buiten jou. ​Lockes​ radicale empirisme komt zo uit bij de sceptische conclusie die hij
juist wilde vermijden, namelijk dat hij niet zeker weet of er een wereld buiten hem is. ‘De
sluier of het scherm van ideeën in mijn geest zit als het ware steeds tussen mij en de wereld
in. En ik kan niet achter die sluier vandaan komen of achter dat scherm kruipen.’ ​Locke​ leek

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jowinter. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.74  10x  sold
  • (2)
Add to cart
Added