100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting wiskunde A VWO eindexamen 2024 $3.44   Add to cart

Summary

Samenvatting wiskunde A VWO eindexamen 2024

 11 views  1 purchase
  • Course
  • Level

Samenvatting/overzicht met alles wat je moet kennen én kunnen voor je eindexamen wiskunde A VWO 2024! Handig om tijdens het leren naast je te hebben en handig als je in je eigen wiskundeboek moeilijk de hoofdzaken van de bijzaken kunt scheiden. Inhoud: de vereiste algebraïsche vaardigheden, alle ...

[Show more]

Preview 7 out of 29  pages

  • May 12, 2024
  • 29
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
CE Wiskunde A
1. Algebraïsche vaardigheden
Volgorde van bewerking

Binnen de haakjes berekenen -> machtsverheffen en worteltrekken ->
vermenigvuldigen en/of delen van links naar rechts -> optellen en/of aftrekken
van links naar rechts

teller
Breuk
noemer

Rekenregels:

Gelijknamig maken A C AD BC AD + BC
+ = + =
B D BD BD BD
Optellen A A BC A +BC
+C= + =
B B B B
Vermenigvuldigen A A
∗C ∗B
B AC en A * B 1 AB
= = =
D BD C C C
Delen A
C A C AC
B = A* = * =
( ) B 1 B B
C
Vereenvoudigen (= getallen boven en A∗C C
onder door hetzelfde grootste getal
= en helen in en uit de breuk
A∗B B
delen) brengen
Kruislings vermenigvuldigen A C
= is te schrijven als A * D = B * C
B D
(mits B én D ≠ 0)


Verhouding

deel
 Een breuk is een verhouding
geheel
 In een verhoudingstabel zijn kruisproducten gelijk.
o Voorbeeld:

Aantal kcal 7800 2144
Toename 1000 ?
gewicht (in
gram)
Er geldt: 7800 * ? = 1000 * 2144
 Voorbeeld: ‘’verdeel het getal 192 in een verhouding van 2:5:9’’
2+5+9=16
192:16=12
Dus 24:60:108

,Evenredig verband

 Recht evenredig
y x 1 2 3 4
o y=ax of =a
x y 3 6 9 12
o Kenmerk: de deling van y en x is constant.



 Omgekeerd evenredig
x 1 2 3 4
a y 24 12 8 6
o xy=a of y =
x
o Kenmerk: de vermenigvuldiging van x en y is constant.

Macht ap

 a is het grondtal en p de exponent
o Gehele exponent an (dus a*a*a..)
1
o Negatieve exponent a-n = n
a
o Gebroken exponent = ap/q = √ q p
a
 Rekenregels
o ap * aq = ap+q
o ap / aq = ap-q
o (ap)q = ap*q
o a0 = 1 als a ≠ 0
 Wetenschappelijke notatie: een getal schrijven als k * 10p, met k een getal
tussen 1 en 10
o Voorbeeld: 135.687 = 1,35687 * 105
0,03 = 3 * 10-2
0,15 * 105 = 1,5 * 10-1 * 105 = 1,5 * 104

Wortel √
p
a

 √ a ; de tweede machtswortel uit a
o √ a = b als a = b2
 √3 a ; de derde machtswortel uit a
o √ 3
a = b als a = b
3


 Rekenregels
o √ A∗B = √ A * √B
o
√ A =
B
√A
√B
Absoluut en relatief

 Absolute verandering: een verandering in aantal of hoeveelheid
 Relatieve verandering: een verandering is procenten

, absolute verandering
o Procentuele verandering berekenen: * 100%
totaal

Procent

deel
 Percentage: berekenen met * 100%
totaal
nieuw−oud
 Procentuele stijging of daling: berekenen met * 100%
oud

Breuk en decimaal getal

 Decimaal getal = getal met een komma erin
o 1e getal na de komma -> een tiende
o 2e getal na de komma -> een honderdste
o 3e getal na de komma -> een duizendste
 Een breuk kun je schrijven als een decimaal getal en andersom

Afronden

 Afronden bij berekeningen
o Decimaal groter of gelijk aan 5 -> voorafgaand getal afronden naar
boven
o Decimaal kleiner dan 5 -> voorafgaand getal afronden naar
beneden
o Afronden in één decimaal -> kijk naar de tweede decimaal
o Afronden in twee decimalen -> kijk naar de derde decimaal
 Afronden en nauwkeurigheid in praktijksituaties
o Kijk welke nauwkeurigheid gevraagd wordt; euro’s, centen etc.
o Afronden op tientallen; 23 wordt 20 en 27 wordt 30
o Afronden op honderdtallen; 347 wordt 300 en 352 wordt 400
o Afronden op duizendtallen; 4512 wordt 5000 en 6417 wordt 6000

Herleiden

 Haakjes wegwerken
o A(B + C) = AB + AC
o (A + B)(C + D) = AC + AD + BC + BD
o (x + a)(x + b) = x2 + (a + b)x + ab
 Substitutie van getallen: invullen van een getal voor een letter
 Substitutie van een formule: invullen van een formule voor een letter (in
een andere formule)
 Formule herleiden
o A * B = A * C is gelijkwaardig met A = 0 of B = C
o A * B = A * C en A ≠ 0 is gelijkwaardig met B = C
A
o = C is gelijkwaardig met A = B * C, mits B ≠ 0
B
A C
o = is te schrijven als A * D = B * C, mits B ≠ 0 én D ≠ 0
B D

, o A2 = B2 is gelijkwaardig met A = B of A = -B
o √ A = B is gelijkwaardig met A = B2
TE
 Voorbeeld: B = 1 -
¿+TE
Schrijf B uitgedrukt in één breuk.
TE ¿+TE TE ¿+TE−TE ¿
B=1- = - = =
¿+TE ¿+TE ¿+TE ¿+TE ¿+TE

 Voorbeeld: 30 = 79,78 *

Druk P uit in R
3 P

R √
30
79,78
=
P
R√
3
geeft 0,376… =

P

3 P
R
(0,376…)3 =
R
P = 0,053…R

Grootheden

 Lengte; basiseenheid meter (m)
 Oppervlakte; basiseenheid vierkante meter (m2)
 Inhoud;
o Basiseenheid liter (l)
o Basiseenheid kubieke meter (m3)
 Gewicht; basiseenheid gram (g)

Metriek stelsel, geeft de samenhang tussen de verschillende eenheden

Lengte km hm dam m dm cm mm
Gewicht kg hg dag g dg cg mg
Inhoud hl dal l dl cl ml
Elke stap naar links is : 10, elke stap naar rechts is x 10

Oppervlak hm2 dam2 m2 dm2 cm2 mm2
te
Elke stap naar links is : 100, elke stap naar rechts is x 100

Inhoud dam3 m3 dm3 cm3 mm3
= 1 liter
Elke stap naar links is : 1000, elke stap naar rechts is x 1000

Voorvoegsels bij grote en kleine getallen; voorkomt het opschrijven van
(veel) nullen

 Milli (m) 0,001 = 1 duizendste
 Centi (c) 0,01 = 1 honderdste
 Deci (d) 0,1 = 1 tiende
 Deca (da) 10 = tien
 Hecto (h) 100 = honderd
 Kilo (k) 1000 = duizend

,Tijd

 1 eeuw: 100 jaar
 1 kwartaal: 13 weken of 3 maanden
 1 jaar: 365 of 366 dagen
 31 dagen: januari, maart, mei, juli, augustus, oktober, december
 30 dagen: april, juni, september, november
 28 of 29 dagen: februari

Snelheid

 Km per uur (km/uur)
 M per seconde (m/s)

2. Telproblemen
Visualiseren (overzichtelijk weergeven)

 Boomdiagram; gebruiken voor telproblemen waarbij steeds gekozen kan
worden uit meerdere keuzemogelijkheden




*elke uitkomst (kop of munt) doet steeds weer mee*

 Wegendiagram; gebruiken voor telproblemen met meerdere wegen en
plaatsen




 Voorbeeld:
o Op hoeveel manieren kun je van A naar D lopen? 3 * 4 * 3 = 36
o Op hoeveel manieren kun je van D naar A lopen, zonder een weg te
lopen die je al op de heenweg hebt gelopen? 2 * 3 * 2 = 12
o Op hoeveel manieren kun je van D naar A lopen, langs een andere
route dan op de heenweg? 36 – 1 = 35
 Rooster maken

,  Systematisch tellen; alle mogelijkheden uitschrijven
o Voorbeeld: een overzicht van alle verschillende volgordes van de
letters A, B en C, waarbij elke letter maar één keer gebruikt mag
worden: ABC, ACB, BAC, BCA, CAB, CBA

Faculteit; gebruiken bij berekenen van aantal manieren om X dingen op
volgorde te zetten

 n! is de notatie
o n! = 1 * 2 * 3 * 4 etc.
o 0! = 1
 Berekenen met grafische rekenmachine; math  prob  4: !
 Voorbeeld: op hoeveel manieren kun je verschillende rijtjes maken van de
15 letters A t/m O? 15!

Rangschikken of kiezen van X dingen uit X dingen

 Rangschikken: op volgorde zetten van een aantal dingen
 Zonder terugleggen: wat getrokken is doet niet meer mee
o Permutatie; volgorde is van belang
 Berekenen met grafische rekenmachine; math  prob  2:
nPr
 Voorbeeld: het aantal verschillende rangschikkingen van 3
letters uit 5 letters A, B, C, D of E, waarbij de volgorde van
belang is, is 5 * 4 * 3 = 60; er is steeds één mogelijkheid
minder om uit te kiezen
 Voorbeeld: bereken het aantal verschillende mogelijkheden
om uit het alfabet (van 26 letters) rijtjes te maken van 15
letters, waarbij de volgorde van de letters van belang is. In
een rijtje mag een letter niet tweemaal gebruikt worden. Hier
is sprake van een trekking van 15 letters uit 26 zonder
terugleggen, volgorde van belang  permutatie die je
berekent met de rekenmachine
o Combinatie; volgorde is niet van belang
 Berekenen met grafische rekenmachine; math  prob  3:
nCr
 Voorbeeld: Op het lot dat je koopt staan de getallen van 1 t/m
80. Om mee te spelen moet je 10 getallen aankruisen.
Bereken hoeveel verschillende mogelijkheden er zijn om 10
verschillende getallen op het lot te kiezen. Hier is sprake van

, een trekking van 10 getallen uit 80 zonder terugleggen,
volgorde niet van belang  combinatie die je berekent met de
rekenmachine
 Met terugleggen: wat getrokken is, doet steeds weer mee
o Machtsboom; volgorde is van belang
 nr ; aantal verschillende mogelijkheden voor r uit n
 Voorbeeld: hoeveel verschillende 4-cijferige pincodes zijn er
mogelijk op een smartphone? Je kunt steeds opnieuw uit
dezelfde 10 verschillende getallen kiezen. Getallen mogen
vaker voorkomen, dus 104
 Somregel (OF), bij het berekenen van het aantal verschillende
mogelijkheden; deze bij elkaar optellen
 Vermenigvuldigingsregel (EN), bij het combineren van het aantal
verschillende mogelijkheden; deze met elkaar vermenigvuldigen
 Som- en vermenigvuldigingsregel combineren; aantal mogelijkheden is
een combinatie van OF en EN
o Het aantal manieren om van A naar C via D of B te gaan is 2 * 3 + 3
* 3 = 15 (van A naar D EN van D naar C OF van A naar B EN van B
naar C)




Vaasmodel, een vaas met gekleurde en/of genummerde balletjes erin

*voorbeelden met een vaas met 10 genummerde balletjes met de nummers 1
t/m 10

 Machtsboom; de balletjes worden één voor één met terugleggen gepakt en
er wordt gelet op de volgorde van pakken
o Voorbeeld: hoeveel mogelijkheden zijn er als je 4 balletjes trekt met
terugleggen? 10 * 10 * 10 * 10 = 10.000 mogelijkheden
 Permutatie; de balletjes worden één voor één zonder terugleggen gepakt
en er wordt gelet op de volgorde van pakken
o Voorbeeld: hoeveel mogelijkheden zijn er als je 4 balletjes trekt
zonder terugleggen en de volgorde van pakken is van belang?
10 * 9 * 8 * 7 = 5040 mogelijkheden
 Combinatie; de balletjes worden één voor één zonder terugleggen gepakt
en er wordt niet gelet op de volgorde van pakken, dit is gelijkwaardig met
de balletjes in één greep pakken
o Voorbeeld: hoeveel mogelijkheden zijn er als je 4 balletjes trekt
zonder terugleggen en de volgorde van pakken is niet van belang?

(104 ) = 210 mogelijkheden

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isa346. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.44  1x  sold
  • (0)
  Add to cart