Samenvatting van de volgende hoofdstukken:
5.1 5.2
6.1 6.2
7.1 7.2
8.1 8.2
9.1
Dit moet je kennen voor Wereldwonderen voor jaar 2 van de pabo. Uitgebreide samenvatting waarin alles is behandeld.
5.1 Het didactische aspect
De voorwaarde voor het gebruik van jaartallen is dat kinderen kunnen tellen en begrip van
grote getallen hebben. Voor leerlingen is het goed om zich te realiseren dat de jaartallen
gebaseerd zijn op een afspraak uit het verleren, cultureel bepaald zijn en per periode/plaats
kunnen verschillen.
De westerse jaartelling werd door abt Dionysius Exiguus in 525 ontworpen, omdat hij de
datum van het paasfeest goed wilde vaststellen. Hij baseerde het op de al bestaande
Juliaanse kalender (samengesteld door Julius Caesar in 45 v.Chr.). de Anno Domini-kalender
(A.D.-kalender) ging uit van de geboorte van Christus.
Er bestaat geen historisch jaar 0 omdat dat cijfer toen nog niet bekend was in de (Romeinse)
rekenwereld. Dit betekent dat een eeuw pas om is na 100 jaar en een millennium na 1000,
en niet eerder.
In 1582 besloot Paus Gregorius XIII dat een nieuwe kalendervorming nodig was, omdat het
verschil in jaartelling was opgelopen tot 10 dagen. De nieuwe, naar hem vernoemde,
Gregoriaanse kalender werd opgelegd, en dat had gevolgen:
De dagen tussen 4 en 15 oktober was verdwenen, zodat de kalender gelijkliep;
Er kwamen minder schrikkeljaren;
Een eeuwwisseling deelbaar door 400 werd een schrikkeljaar;
De afwijking van het Gregoriaanse jaar en het zonnejaar bedraagt nog geen 26
seconden. Na 3000 jaar is het verschil opgelopen tot meer dan een dag.
De indeling van de geschiedenis zag er op de algemene tijdbalk (tot de introductie van de 10
tijdvakken) als volgt uit:
Prehistorie Oudheid Middeleeuwen Vroegmoderne tijd Moderne tijd
(tot 50 v.Chr.) (tot 500 v.Chr.) (tot 1500 v.Chr.) (tot 1800 v.Chr.)
Sinds 2001 gebruiken wij de 10 tijdvakken, samengesteld door de commissie De Rooy, om
het chronologische geschiedenisonderwijs te benadrukken. De Commissie historische en
maatschappelijke vorming stelde een indeling in 10 tijdvakken met afgeronde jaartelling en
associatieve namen, die zorgen voor herkenning. De nadruk ligt op de chronologische
hoofdlijnen van de West-Europese geschiedenis, met nationaal erfgoed. Elk tijdvak is
herkenbaar aan een eigen icoon en wordt door 1 of 2 begrippen gekarakteriseerd.
De achterliggende gedachte is dat leerlingen met de tijdvakken een stevig referentiekader
opbouwen. Leerlingen zullen zich door herhaling steeds beter in de tijd oriënteren en
bouwen oriëntatiekennis op. De commissie heeft zich mede gebaseerd op het werd van de
Amerikaanse onderwijskundige Jerome Bruner. Hij stelde dat kinderen in een zo vroeg
mogelijk stadium kennis moeten maken met de basisbegrippen van een vak, om daar
, vervolgens mee te oefenen. Hierdoor leert de leerling het vak kennen op een steeds hoger
representatieniveau. Dit kan bereikt worden door het toepassen van een spiraalcurriculum
(steeds terugkeren op een hoger niveau). Het is de bedoeling dat de tijdvakken 3 keer aan
bod komen: in de bovenbouw van het basisonderwijs, de onderbouw van het voortgezet
onderwijs en in de bovenbouw van het voorgezet onderwijs.
Door herhaling kan er beter worden geautomatiseerd, en de indeling en iconen moeten
daarbij helpen. Het historisch besef zal zich beter ontwikkelen doordat de leerkracht kan
voortborduren op wat er in een eerdere fase geleerd is.
Tijdvak Jaren/perioden Kenmerkende aspecen PO Canonitems
Jagers en Prehistorie Levenswijze jager-verzamelaars Hunebedbouwers
boeren Ontstaan landbouw(samenlevingen)
Grieken en Tot 500 na Chr. Verspreiding Grieks-Romeinse De Romeinse limes
Romeinen (Oudheid) cultuur + confrontatie Germaanse
cultuur
Christendom in het Romeinse rijk
(van verboden tot enig toegestane
godsdienst)
Monniken en 500 – 1000 Verspreiding christendom tot in de Willibrord, Karel de
ridders (Vroege Lage Landen Grote
middeleeuwen) Hofstelsel en horigheid
Steden en 1000 – 1500 Opkomst handel en ontstaan steden ‘Hebban olla
staten (Late Opkomst stedelijke burgerij en vogola nestas,
middeleeuwen) toenemende zelfstandigheid steden Floris V, Hanze
Ontdekkers en 1500 – 1600 Begin Europese overzeese expansie Erasmus, Karel V,
hervormers (Vroegmoderne De Opstand en het ontstaan van een Beeldenstorm,
tijd, 16e eeuw) onafhankelijke Nederlandse staat Willem van Oranje
Regenten en 1600 – 1700 Ontstaan handelskapitalisme en VOC, Rembrandt,
vorsten (Vroegmoderne begin wereldeconomie Hugo de Groot,
tijd, 17e eeuw) Burgerlijk bestuur en stedelijke slavernij, Michiel
cultuur in Nederland de Ruyter
Pruiken en 1700 – 1800 Slavenarbeid op plantages en Buitenhuizen, Eise
revoluties (Vroegmoderne opkomst abolitionisme Eisinga, de
tijd, 18e eeuw) Het streven naar grondrechten en patriotten
politieke invloed van de burgerij in de
Franse en Bataafse revolutie
Burgers en 1800 – 1900 Ontstaan van een parlementair Napoleon, eerste
stoommachine (Moderne tijd, stelsel, de toename van volksinvloed spoorlijn, van
s 19e eeuw) De industriële revolutie en de Gogh, grondwet,
opkomst emancipatiebewegingen Aletta Jacobs
Wereld- 1900 – 1950 De economische wereldcrisis Anne Frank, de
oorlogen (Moderne tijd, 1e Duitse bezetting in Nederland en de wereldoorlogen,
helft 20e eeuw) Jodenvervolging de crisisjaren
Televisie en 1950 – heden De vlokvorming tussen Oost en West Watersnoodramp,
computers (Moderne tijd, 2e in de Koude Oorlog televisie, Annie
, helft 20e eeuw) Sociaal-culturele veranderingen M.G. Schmidt
Er was veel kritiek op de tijdvakken. Er was geen wetenschappelijk bewijs voor het
uitgangspunt dat de leerlingen meer historisch besef krijgen, de indeling vonden
wetenschappers willekeurig of onjuist. Sommigen vonden het gebaseerd op ‘blanke mannen
geschiedenis’. Er is nog geen grootschalig onderzoek geweest over het bewijs van het
leereffect.
Bij geschiedenislessen wordt de tijdbalk ingezet om kinderen te helpen de tijd te ordenen. Er
is onderzoek gedaan door Alleman en Brophy, en daaruit is gebleken dat een tijdbalk
effectief is als deze interactief wordt gebruikt. Dit kan bijvoorbeeld door te discussiëren over
de tijdbalk. Als je aan de slag gaat met een tijdbalk moet je op het volgende letten:
Meetkundig juist;
Overzichtelijk;
Tekst is kort en bondig;
Aantrekkelijk door gebruik kleur, afbeeldingen en icoontjes;
Relevante informatie;
Horizontaal dient de voorkeur;
Tijd links en rechts vaag laten (door een pijl);
Structuur (zoals kleur), die de indeling duidelijk maakt.
5.2 De achtergrondinformatie: Tijd van ontdekkers en hervormers (1500 – 1600)
Europese expansie
In Europa was aan het eind van de middeleeuwen belangstelling voor het bevaren van de
wereldzeeën. Er was een toenemende vraag naar luxeproducten uit het oosten: specerijen,
zijde, porselein en katoen. De producten werden door karavanen uit Azië naar
Constantinopel (Istanbul) gebracht en door Europese kooplieden (vooral Italiaanse)
opgehaald.
Met de verovering van Constantinopel in 1453 door de islamitische Turken werd de
handelsroute afgesloten. De Europeanen moesten een andere route zoeken. Een
vergelijkbare aanleiding zien we voor de overzeese expansie van de Nederlanders.
Amsterdamse kooplieden haalden hun producten graag uit Portugal. Door de oorlog met
Spanje werd dit lastiger. Nederlandse kooplieden besloten om zelf naar Azië te varen.
Portugezen: de voorlopers
De eersten die de zoektocht naar een andere route naar India begonnen, waren de
Portugezen. Zij hadden sinds de 14e eeuw ontdekkingstochten. In 1341 ontdekten ze de
Canarische eilanden. Prins Hendrik de Zeevaarder stimuleerde de Portugese scheepvaart. Hij
nam het initiatief tot systemische exploratie van de Afrikaanse kust. Hendrik stichtte een
academie voor de scheepvaart in 1418, waarin kapiteins, loodsen, scheepsbouwers,
instrumentenmakers, cartografen, geografen, astronomen en wiskundigen informatie
uitwisselden en samenwerkten.
Columbus en Portugal
Aangenomen wordt dat Christoffel Columbus rond 1451 in Genua (huidig Italië) werd
geboren. Genua was een van de grootste handels- en havensteden van Europa. Als
, handelsreiziger kwam Columbus in Lissabon terecht, en door zijn huwelijk kreeg hij
connecties binnen het hof. Hij deed veel ervaring en kennis op tijdens de zeereizen die hij in
Portugese dienst ondernam naar Engeland en Afrika.
Hij had een briefwisseling van de Italiaanse geleerde Toscanelli, die berekeningen maakte
van de afstand Europa – Oost-Azië, die 5600 km zou zijn. Columbus dacht dat het 4400 was.
Hij diende een voorstel voor financiering van een westelijke tocht naar Azië in bij het
Portugese hof in 1483. Dit werd afgewezen. Hij ging in 1485 naar Spanje, waar koning
Ferdinand en koningin Isabella wel geïnteresseerd bleken. Na een langdurige
onderhandeling kreeg Columbus de benodigde financiën en 3 schepen (de Niña, Pinta en
Santa Maria).
De eerste tocht en de gevolgen
In 1492 begon de reis. Toen Columbus in Amerika kwam, dacht hij dat hij in India was
aangekomen. Hij benoemde de inwoners indios (indianen). De naam Amerika is afgeleid van
Amerigo Vespucci, een inwoner van Florence die rond 1500 ontdekkingsreizen langs de Zuid-
Amerikaanse kust maakte, op zoek naar een zuidwestelijke route naar India. Toen Columbus
terugkwam, werd het duidelijk dat hij niet in Indië was geweest, maar een nieuwe wereld
had ontdekt. De Spanjaarden stuurden conquistadores (veroveraars) naar deze gebieden en
zij namen grondgebied in bezit. Ze roeiden de inheemse bevolking grotendeels uit, zoals de
Inca’s en de Maya’s.
Na de val van Constantinopel, toen de landroute naar Azië wegviel, waren het de Portugezen
die gedurende de hele 15e eeuw zochten naar een zeeweg rond Afrika naar India. In 1488
bereikte Bartholomeus Diaz de Kaap (de Goede Hoop). Negen jaar later voer Vasco de Gama
eromheen. In de 16e eeuw zouden de Portugezen de handel op Azië beheren. De
Spanjaarden richtten zich op Amerika. De expeditie van Fernando de Magelhaes zou in 1521
als eerste de wereld rondreizen.
Zoektochten over zee
De Engelsen kozen in de 16e eeuw voor kaapvaart (piraterij met toestemming van de
regering) en probeerden een noordwestelijke doorgang naar Azië te vinden. Kapers hadden
een kapersbrief waarin het wettelijk gezag toestemming gaf vijandelijke schepen te kapen.
Ze moesten de opbrengst met hun opdrachtgever delen.
Nederlandse kooplieden haalden hun oostelijke waren in Lissabon. Toen de Koning van
Spanje (Filips II) in 1580 ook de koning van Portugal werd, ontstonden er problemen. De
Nederlanden waren tegen het gezag van de koning in opstand gekomen. De Nederlandse
kooplieden werden gedwongen hun oosterse waren ergens anders te halen, omdat schepen
het risico liepen om in beslag genomen te worden. De Nederlandse Jan Huygen van
Linschoten had veel kennis opgedaan in Portugal en publiceerde over de zeevaart naar Azië.
De noordoostelijke doorvaart
Willem Barentsz maakte 3 reizen om een noordoostelijke doorgang te vinden. Op de laatste
tocht met Jacob van Heemskerk liep het schip vast in het ijs bij Nova Zembla. De
overlevenden leefden 10 maanden in een houten huis, dat ze timmerden van aangespoeld
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kristinajoanna. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.