100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting bestuursrecht p3 $5.98   Add to cart

Summary

Samenvatting bestuursrecht p3

1 review
 55 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

bestuursrecht samenvatting van het boek bestuursrecht begrepen. Periode 3 van juridische hogeschool hbo rechten

Preview 4 out of 34  pages

  • No
  • H.1 h.2 h.3 h.4 h.5 h.8 h.9
  • April 3, 2019
  • 34
  • 2018/2019
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: wende2908 • 1 year ago

avatar-seller
BESTUURSRECHT SAMENVATTING
HOOFDSTUK 1

1.1 HET VERBAND TUSSEN BESTUREN EN BESTUURSRECHT
Bestuursrecht houdt verband met ‘besturen’
 Een bestuur geeft leiding aan een dergelijke vereniging.

Nederland wordt bestuurd  door het openbaar bestuur  wordt vaak in verband
gebracht met de overheid
Overheid bestaat uit verschillende onderdelen:
- Gemeentelijke overheid
- De provinciale overheid
- Rijksoverheid

Wet in formele zin (bestaan uit de regering en de Staten -Generaal)
Trias politicia: daarbij speelt de scheiding van deze machten een belangrijke rol:
Rechtsprekende macht – wetgevende macht – uitvoerende macht
Dit wordt gedaan op verschillende niveaus:
- Gemeentelijk niveau:
Het college van burgemeester en wethouders (art. 34 lid 1 gemw)  wordt
gecontroleerd door de gemeenteraad (art. 169 gemw)  gemeenteraad wordt
eens in de vier jaar door inwoners van de desbetreffende gemeente gekozen. 
vertegenwoordigt de inwoners van de gemeente (art. 7 gemw)
 Zijn bestuursorganen
- Rijksniveau:
De regering bestaat uit de koning en ministers (art. 42 gw)  worden door het
(democratisch gekozen) parlement (eerste en tweede kamer) gecontroleerd. Zo
kunnen leden van tweede kamer een minister kritische vragen stellen.
Het dagelijks bestuur van waterschap: waterschap houdt zich bezig met
onderhoud van dijken en het beheren van beken en rivieren. Art. 10 van
waterschapswet bepaalt dat het bestuur van een waterschap bestaat uit een
algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter. Art. 78 kent aan het
algemeen bestuur de bevoegdheid toe om verordeningen te maken die het nodig
oordeelt voor de taken die aan het waterschap zijn opgedragen.

Openbaar bestuur: de wet geeft regels voor de organisatie van het openbaar
bestuur, verschaft het bestuur bevoegdheden en stelt regels aan het besturen,
maar de wet geeft niet tot in detail aan wat het bestuur nu precies moet doen en
hoe het in een concrete situatie moet handelen.

Verschillen tussen openbaar bestuur en dergelijke verenigingen:
- Een sport- of studentenvereniging is een privaatrechtelijke rechtspersoon. 
behartigt het eigenbelang van deze rechtspersoon. Het openbaar bestuur van NL
mag geen eigenbelang behartigen.  moet het algemeen belang behartigen.


1.2 WAT DOET HET OPENBAAR BESTUUR TER BEHARTIGING VAN HET
ALGEMEEN BELANG?
Er bestaan verschillende bestuurslagen.  alle lagen bij elkaar : Nederlandse
bestuursorganisatie
Gemeentebestuur behartigt verschillende soorten belangen. Het gaat hier onder andere
om belangen in de sfeer van:
- Het milieu
- De ruimtelijke ordening
- De volkshuisvesting
- Welzijn en recreatie
- Cultuur

1

, - Sociale zaken

Op welke manier behartigt het bestuur deze belangen?
- Het openbaar bestuur reguleert en stuurt met oog op een bepaald algemeen
belang onder meer activiteiten van burgers.
- Publieke taken  dit zijn vaak taken die niet alleen aan burgers kunnen worden
overlaten.

Op provinciaal niveau is de bestuursactiviteit voor burgers minder zichtbaar. Dit komt
omdat de provinciale overheid vooral coördinerende en soms ook toezichthoudende
functies vervult.
 Vervult ook taken op gebied van ruimtelijke ordening. Zo zijn provinciale staten
bevoegd om op grond van provinciale belangen in bepaalde gevallen gemeenten
te dwingen om medewerking te verlenen aan de realisatie van ruimtelijke
projecten.
Bestuursbevoegdheden kunnen worden verdeeld in twee soorten bevoegdheden:
- Autonomie  provinciale staten en gemeenteraden kunnen verordeningen maken
op het terrein van hun ‘huishouding’ zoals de gw dat noemt.
- Medebewind  ‘bij of krachtens de wet’ er is dan sprake van verplichte
medewerking door de decentrale overheidsbesturen aan de uitvoering van wetten
in formele zin die op rijksniveau door de wetgever zijn gemaakt.
Art. 124 gw


1.3 DE ONTWIKKELING VAN HET OPENBAAR BESTUUR IN DE TWINTIGSTE EEUW:
VAN NACHTWAKERSSTAAT TOT VERZORGINGSSTAAT
Vooral na de tweede wereldoorlog groeide het stelsel van bestuurswetgeving.  er
ontstond interventiestaat of verzorginsstaat.  hier is sprake van een overheid die zich
met vrijwel alle aspecten van het maatschappelijk leven bemoeit.
 Gevolg: privatisering (het overlaten van bepaalde overheidsactiviteiten aan
particulieren) en deregulering (het streven naar minder regels en vereenvoudiging
van regels)
Nachtwakersstaat: het uitgangspunt was dat de staat zich alleen met een aantal
kerntaken moest bezighouden.

De industriële revolutie, de sociale kwestie, eerste wereldoorlog, de economische crisis,
de tweede wereldoorlog en de wederopbouw leidden uitiendelijk tot een explosieve groei
van de bestuurswetgeving.  De overheid trok zich de kwaliteit van het materiële
bestaan van alle burgers dus intensief aan. Daarom wordt wel gezegd dat de overheid
zich in de verzorgingsstaat ‘van wieg tot graf’ met haar burgers bemoeit.


1.4 BEVOEGDHEDEN VAN HET OPENBAAR BESTUUR EN DE EIS VAN
WETMATIGHEID VAN BESTUUR
Vergunningsbevoegdheid  is een van de belangrijkste bevoegdheden van het bestuur
om ordenend in de maatschappelijke processen te kunnen optreden.

Normstelling ‘in concreto’ betekend dat het bestuur voor ieder bouwwerk afzonderlijke –
op dat bouwwerk toegespitste – voorschriften in de vergunning kan opnemen.
De voorschriften moeten betrekking hebben op het doel van de wet waarop de
vergunning bevoegdheid steunt.

Een van de fundamentele regels in de democratische rechtsstaat is dat het bestuur in
beginsel niet mag handelen tenzij de wetgever dit heeft toegestaan. Dit in tegenstelling
tot burgers die altijd rechtens mogen handelen, tenzij hun handelen in strijd is met het
recht. Algemeen uitgangspunt is dat het bestuur, om bestuurshandelingen te kunnen
verrichten, oer een op de wet gebaseerde bevoegdheid moet beschikken. Juristen



2

,noemen dit het beginsel van wetmatigheid van bestuur of het legaliteitsbeginsel. 
waarborgt vrijheid voor burgers
Wetgever normeert in de wet de bevoegdheden van het bestuur: hiermee wordt bedoeld
dat de wet de inhoudelijke en procedurele voorwaarden formuleert waaronder het
bestuur zijn bevoegdheden mag uitoefenen.

Specialiteitsbeginsel: houdt in dat iedere bestuursbevoegdheid met een bepaald doel
door de wetgever in het leven is geroepen. Dit doel is het behartigen van een bepaald
onderdeel van het algemeen belang.
Totalitaire samenleving: een samenleving waarin geen duidelijk onderscheid bestaat
tussen de publiekrechtelijke sfeer van de staat enerzijds en een vrije maatschappij van de
burgers anderzijds; een samenleving waarin het bestuur naar eigen inzicht op basis van
een algemene bevoegdheid regulerend zou kunnen optreden.

Het bestuursrecht wordt vooral gezien als het recht dat waarborgen biedt tegen de
onrechtmatige uitoefening van bestuursbevoegdheid.


1.5 BESTUURSBEVOEGDHEID EN ANDERE PUBLIEKRECHTELIJKE
BEVOEGDHEDEN ZOALS WETGEVING EN RECHTSPRAAK
Hoofdregel: een bestuursbevoegdheid is gebaseerd op de wet (de eis van wetmatigheid
van bestuur). Op basis van bestuursbevoegdheden behartigt het openbaar bestuur
publieke belangen met als doel de regulering van het maatschappelijk leven.

Bestuursbevoegdheid = een bepaald type publiekrechtelijke bevoegdheid.  wordt door
een bestuursorgaan uitgeoefend.

Bevoegdheid: een vermogen van een orgaan om (doelgericht) ‘rechtsgevolgen’ tot stand
te brengen.  is een gevolg in de wereld van het recht.

Kenmerken voor alle publiekrechtelijke bevoegdheden: dat deze per definitie alleen maar
door een overheidsorgaan uitgeoefend kunnen en mogen worden.


1.6 BESTUURSRECHT: FORMEEL EN MATERIEEL BESTUURSRECHT
Onder bestuursrecht kan meer in het algemeen worden verstaan: het recht dat de
relaties tussen het bestuur en burgers normeert.
Formeel bestuursrecht: gaat over procedures die door het bestuur moeten worden
gevolgd bij het nemen van besluiten, de vorm en inrichting van besluiten en de
procedures die moeten worden gevolgd bij het bieden van bestuursrechtelijke
rechtsbescherming.
 Kan worden verdeeld in het bestuursprocesrecht en het besluitvormingsrecht
- Bestuursprocesrecht: regelt de procedures van bezwaar en administratief beroep.
Dit zijn procedures die voorafgaan aan een beroep op de bestuursrechter.
- Besluitvormingsrecht: bijv. regels over de termijn waarbinnen het bestuur op een
aanvraag voor een vergunning moet beslissen (beslistermijn)

Materieel bestuursrecht: regelt de inhoudelijke verhouding tussen burgers en bestuur
door de vaststelling van rechten en/of plichten van burger en bestuur.  hieronder
rekenen we de wetten waarin bestuursbevoegdheden worden toegekend en genormeerd.
Deze wetten regelen de inhoudelijke kant van een besluit.

Het materiële bestuursrecht vind je niet alleen in de bijzondere bestuur wetgeving. Ook in
de awb zijn algemene bepalingen opgenomen die relevant zijn voor de inhoud van
besluiten.
 Het verbod van détournement de pouvoir
 Ongeschreven recht




3

, 1.7 ALGEMEEN BESTUURSRECHT EN BIJZONDER BESTUURSRECHT
Bijzondere delen van het bestuursrecht: bijv. het economisch bestuursrecht, het
socialezekerheidsrecht, het belastingrecht, het ruimtelijk bestuursrecht en het
milieurecht.  deze delen houden zich steeds bezig met een bepaald aspect van het
maatschappelijk leven.

Algemeen bestuursrecht: betreft de regels die voor alle delen van het bijzonder
bestuursrecht relevant zijn. Het gaat dan vooral om procedurele bepalingen.
 Heeft tot doel om algemene leerstukken van bestuursrecht en bestuursrechtelijke
rechtsnormen te codificeren.
1.8 GESCHREVEN EN ONGESCHREVEN BESTUURSRECHT
Vaag genomeerde – discretionaire – bevoegdheden: de wet dicteerde niet langer precies
wat het bestuur moest doen maar gaf het bestuur zelf ruimte om te bepalen in welke
gevallen en onder welke omstandigheden het een bepaalde bevoegdheid zou gebruiken.

 Om toch te voorzien in deze normering ontwikkelde de rechtspraak ongeschreven
bestuursrechtelijke toetsnormen en beginselen waaraan de rechter het
bestuurshandelingen kon toetsen.
 Voor ons zijn vooral de opkomst en de ontwikkeling van de algemene beginselen
van behoorlijk bestuur van belang.  deze beginselen zijn in de awb
gecodificeerd, spelen nog steeds een cruciale rol bij de normering van het
bestuurshandelen. De algemene beginselen van behoorlijk bestuur zijn dus in
hoofdzaak in de jurisprudentie tot ontwikkeling gebracht, zowel door hoge raad als
door verschillende bestuursrechters.
1.9 BESTUURSRECHT EN ANDERE RECHTSGEBIEDEN
Het staats- en bestuursrecht gaan kort gezegd over het volgende:
- De organisatie van de overheid
- Over welke bevoegdheid beschikken deze organen en op welke wijze worden deze
bevoegdheden verkregen?
- Hoe dienen deze bevoegdheden te worden uitgeoefend en welke rechtsnormen
dienen hierbij in acht te worden genomen?
- Wat zijn de controlemogelijkheden op de bevoegdheidsuitoefening?

Verschil bestuursrecht en strafrecht:
- Zo is het bijv. niet langer aan de strafrechter voorbehouden om straffen op te
leggen. Ook het bestuur kan tegenwoordig een burger straffen die zich niet aan
bepaalde bestuursrechtelijke regels houdt.


HOOFDSTUK 2 DE BASISBEGINSELEN EN KENMERKEN VAN HET
BESTUURSRECHT
In het (bijzondere) bestuursrechtelijke wetten worden door de wetgever ter behartiging
van het algemeen belang bestuursbevoegdheden aan het bestuur toegekend.  aan
deze bevoegdheden wordt vervolgens in diezelfde wet paal en perk gesteld met het oog
op de bescherming van de burger

Belanghebbende: burgers die in een bestuursrechtelijke rechtsverhouding met het
bestuur staat  een persoon of entiteit wiens belang rechtstreeks bij de uitoefening van
een bestuursbevoegdheid is betrokken art. 1:2 awb

De rechtsverhouding tussen een bestuursorgaan en belanghebbende wordt meestal
beheerst door een doelgebonden bestuursbevoegdheid  steunt uitzonderingen
daargelaten op de wet.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller janiekekarel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.98  2x  sold
  • (1)
  Add to cart