Deze samenvatting bestaat uit alle hoor- en werkcollege met alle literatuur die je moet lezen voor het vak. Dit is een uitgebreide en duidelijke samenvatting. Naast alle informatie uit de powerpoints, heb ik alle belangrijke informatie opgeschreven die genoemd is tijdens de lessen. Dat staat ook in...
Very clear summary and covers all learning objectives
By: mariekevanderweg • 5 year ago
Seller
Follow
AnnegreetvanMiddelkooop
Reviews received
Content preview
Inhoud samenvatting dysartrie
EPD
o Hoorcollege: Elektronisch patiëntendossier
Etiologie en symptomatologie van dysartrie
o Werkcollege 1: introductie dysartrie
Dysartrieonderzoek
o Werkcollege 2: classificatie onderzoek
o NDO-V Handleiding, Knuijt et al. (2015)
Dysartrietypes
o Hoorcollege 2: betekenis, oorzaken, stoornissen, diagnostiek, behandeling van
dysartrie
o Webb (2016) H8, p161-175: klinische spraaksyndromen in motorische systemen
o Webb (2016) H6. P111-123 Neuromotor control for speech
Diagnose en behandeling
o Werkcollege 3: behandelingen
o Werkcollege 4: behandelingen
Dysartrie bij kinderen
o Hoorcollege 3: kinderrevalidatie
o Webb (2016), Developmental Motor Speech Disorders H12 p. 259-263
o Zwart et. al (2015): functionele communicatie en CFCS
o Kleijn & Geytenbeek (z.d.): CFCS doel en classificatie
o Werkcollege 5: digitale hulpmiddelen en apps
Logopedist als coach bij dysartrie.
o Paemeleire et al. (2011) Coaching bij volwassenen met dysartrie: concrete
methodieken uit DYSAMIX
Gebruikte literatuur:
Webb, W. G. & Adler, R. K. (2016). Neurology for the speech and language pathologist
Knuijt, S. et. al. (2014). Nederlandstalig dysartrieonderzoek Volwassenen NDO-V.
Paemeleire, F., Desmet, L., Savonet, A. & Van Beneden, G. (2011). Communicatiecoaching.
Dysamix, deel 1.
Kleijn, M. de, Geytenbeek, J. en Gorter, J.W. (z.d.). CFCS bij kinderen met cerebrale parese.
Van der Zwart et al. (2015). Reliability of the Dutch-language version of the Communication
Function Classification System and its association with language comprehension and method
of communication. Developmental Medicine and Child Neurology, 1-9.
,EPD:
Hoorcollege 1 - Elektronisch patiëntendossier
Elektronisch patiëntendossier (EPD)
- softwaretoepassing
- medische patiëntengegevens in digitale vorm
- nauw verwant aan het EPD in ziekenhuisinformatiesysteem (ZIS)
Wat gebruikt een logopedist in een praktijk?
- software programma met niet alleen EPD, maar ook agenda, meetinstrumenten, facturatie
en boekhouding
Evry
- speciaal voor paramedische beroepen
- agenda
- declareren
- veilig versturen van rapportages en dossiers
- financieel inzicht
- de ICIDH codering (ook in declaraties)
- DTL (direct toegankelijkheid, zonder verwijzing) module
- geluidsrecorder
- logopedisch dossier tbv de kwaliteitstoets (audit) volgens NVLF Richtlijnen
Kwaliteitstoets
- instrument voor logopedisten die werken in eerstelijnszorg
- kwaliteiten van processen, producten en diensten inzichtelijk
- onafhankelijk
- er wordt gekeken naar:
1. inrichting praktijk
2. gebruik NVLF-richtlijnen
3. wijze waarop methodisch handelen zichtbaar wordt gemaakt
4. niveau van methodisch handelen
- richtlijn dossiervorming (sinds juli 2016)
Welke softwaresystemen zijn er meer:
- logobase
- raam
- intramed
- e-devop
- logoplus
- WinMens
- Balans
,Etiologie en symptomatologie van dysartrie
Werkcollege 1 introductie dysartrie:
Revalidatie: “Revalidatiezorg van medisch-specialistische, paramedische, gedragswetenschappelijke
en revalidatie technische aard omvat onderzoek, behandeling en advisering, te verlenen door een
aan een instelling voor revalidatiezorg verbonden multidisciplinair team van deskundigen, staande
onder leiding van een specialist”
Klinische revalidatie: in revalidatiecentra (categoraal ziekenhuis)
- 24-uurs verpleging nodig
- hoe ouder, hoe meer kans
- voorwaarden: revalideerbaar, intensief programma aankunnen (niet alleen bij logopedie,
maar ook bij fysiotherapie, ergotherapie, maatschappelijk werker)
Poliklinisch: in revalidatiecentra en in algemene ziekenhuizen, je volgt daar alleen je therapie, je
woont thuis
Geriatrische (GRZ): revalidatie in verpleeghuizen.
Hoofdgroepen diagnoses:
1. aandoeningen aan bewegingsapparaat (vallen en breuken)
2. amputaties
3. hersenen
4. neurologie (MS, ALS, Parkinson)
5. dwarslaesie
6. organen (hart, longen)
7. chronische pijn en psychische stoornissen
Samenwerking staat centraal
- tussen patiënt en multidisciplinair team
- binnen het multidisciplinair team
- tussen het team en andere specialisten en huisartsen
- met ziekenhuizen
- met andere zorgaanbieders
Doel van revalideren:
1. teruggeven van regie over eigen leven
2. optimaal herstel van patiënt
3. behoud van autonomie en zelfstandigheid
Wat is dysartrie: spraakstoornis die wordt veroorzaakt door een beschadiging van het zenuwstelsel.
Hierdoor werken die spieren die nodig zijn voor het ademen, de stemgeving en de uitspraak
onvoldoende.
,Oorzaken: beroerte, hersentumor, ongeval, spierziekte of neurologische aandoening
Symptomen:
■ Onduidelijke tot onverstaanbare spraak: De patiënt is lastig te verstaan en het lijkt op
mompelen.
■ Verandering in het spreektempo: De patiënt gaat steeds sneller of juist langzamer
praten.
■ Eentonige spraak: alles wordt op één toon gezegd. Hierdoor krijgen woorden in een zin
onvoldoende of geen klemtoon. De klanken zijn eentonig.
■ Te hoog of te laag stemgeluid: De patiënt praat heel laag of juist heel hoog. De
stembanden functioneren niet goed.
■ De stem kan hees klinken of heel erg zacht zijn: Het lijkt of de patiënt last van zijn/haar
keel heeft.
■ Verstoorde ademhaling: Oppervlakkige en krachteloze ademhaling of juist heel
hoorbaar in- en uitademen
■ Het ongewild herhalen van letter-grepen: Dit is niet hetzelfde als stotteren.
■ Stacato: De spraak van de patiënt kan haperend klinken doorhet los van elkaar
uitspreken van lettergrepen. Daarnaast kan de patiënt juist de lettergrepen te veel in
elkaar laten overvloeien.
Wat doet logopedist: helpt bij verbeteren van de verstaanbaarheid. Samen kijken naar de
mogelijkheden en die optimaal gebruik maken. Om de primaire mondfuncties (adem, zuigen, slikken)
te bevorderen, werken aan mondmotoriek. eet- en drink therapie, zo voorkomen dat ze afhankelijk
worden van sondevoeding. Optimaliseren van articulatie, ademing en beheersing van spreektempo
en -ritme.
Wat is relatie tussen hersenzenuw en dysartrie?
Hersenzenuwen aangetast waardoor dysartrie ontstaat. Hersenzenuw N. VII (facialis), N. XII
(hypoglossus), N. IX (glossopharyngeus), N. X (vagus - velum)
Anamnese:
- wanneer heb je er meer last van?
- hoe zie je het probleem?
- hoe ervaar je de communicatie
- waar die moeite mee heeft (klanken, lettergrepen, lange zinnen)
- wat wil je verbeteren, zo een doel maken
Hoe krijg je een beeld welke hersenzenuwen zijn aangedaan: ROO (mondmotoriek en -sensibiliteit
onderzoeken)
Onderzoek: NDO-V (Nederlands Dysartrie Onderzoek voor Volwassen)
onderdelen:
- spontaan spreken
- hardop lezen
- enkele oefeningen (diadochokinese, glijtonen, roepen, foneren)
- letten op articulatie, resonans, fonatie, ademing, prosodie, houding
Vormen van dysartrie Hoofdkenmerk spraakafwijking
Slappe dysartrie Zwakte
- bulbair
- mygogeen
- UUMN
Gespannen (spastische) dysartrie Hypertonie, spasme
Atactische (cerebellaire) dysartrie Gestoorde coördinatie (in kleine hersenen,
dronkemanspraat, ziekte van Huntington)
Hypokinetische dysartrie Geringe bewegingen
Hyperkinetische dysartrie Grote bewegingen
Gemengde dysartrie Combinatie, afhankelijk van beschadiging (ALS,
op veel verschillende plekken in hersenen
beschadigd)
, NDO-V Handleiding, Knuijt et al. (2015)
Dysartrie = verzamelnaam voor een groep neurologische spraakstoornissen door een afwijking in
kracht, snelheid, bereik, stabiliteit, tonus of accuraatheid en nauwkeurigheid van beweging van
spieren die nodig zijn voor controle van ademhalings-, fonatie-, resonantie-, articulatie en prosodie
aspecten van spraakproductie. Gevolg van aandoening van spieren, innervatie van hersenzenuwen of
centrale cerebrale en cerebellaire aansturing van spieren, afhankelijk van plaats en oorzaak van
schade.
Aspecten van spraak:
- articulatie: verstaanbaarheid → vormen van spraakklanken, mond-/kaak-/tong- en
keelspieren
- nasale resonantie: meetrillen van lucht in keel-neus en mondholte, velum bepaalt mate van
nasaliteit
- fonatie: stemgeving door in trilling gebrachte stemplooien
- ademhaling: efficiënt gebruik van luchtstroom, buik- middenrif en tussenribspieren,
hersenstam
- prosodie: bepaald door variatie stemhoogte (larynx), luidheid (ademhaling) door
spraakklanken, pauzes (werking spieren ademhaling en articulatie)
Met NDO-V: vaststellen of patiënt dysartrie heeft of niet, ernst en aard daarvan
Voorwaarden afname:
1. in staat om alle opdrachten uit te voeren
2. voldoende energie om afname vol te houden → kan in tweeën delen, maar dan korte tijdsduur
ertussen
3. zitpositie, als het niet kan ligpositie, maar resultaten voorzichtig interpreteren
Heteroanamnese = naast mening van patiënt informatie van een naaste
Onderdelen NDO-V:
1. spontane spraak: spreken in natuurlijke situatie
2. hardop lezen: nasale resonantie beter onderzoeken met twee nasale en denasale zinnen
3. diadochokinese (minimaal 12 herhalingen en 3 keer herhalen):
- pa: lipfunctie
- ta: tongpuntfunctie
- ka: functie tongrug
- pataka: mogelijkheid om plaats van articulatie te variëren
4. glijtonen:
- indruk van omvang stem/melodisch stembereik
- indruk van kwaliteit adem-stemkoppeling, adembeheersing, controle over stem
- /a/ = minst gevoelig voor afwijkingen in tong mobiliteit
- laag naar hoog, hoog naar laag 3x
5. roepen: indruk van dynamisch bereik, maar ook adem-stemkoppeling, ademvoume,
ademsteun en kracht ademmusculatuur
- 3x laten roepen
6. maximale fonatieduur: adem en fonatie (longcapaciteit en stemplooien)
Kenmerken articulatiebewegingen:
- grootte van beweging: lippen, tong en kaak. Beweging van motoriek neemt af (bij
hypokinesie, spasticiteit, zwakte) → kaak ver geopend of gesloten
- kracht van beweging: spiertonus van lip, kaak, tong. → beweging gespannen of slap
- snelheid van beweging: van lippen, tong, kaak
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AnnegreetvanMiddelkooop. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.77. You're not tied to anything after your purchase.