In deze uitgebreide, duidelijke samenvatting staan alle hoor- en werkcolleges met alle literatuur die je voor dit vak moet lezen. In deze samenvatting vind je o.a. een duidelijk overzicht van alle onderzoeksdesigns en is het verschil tussen sensitiviteit en specificiteit goed uitgelegd. Daarnaast i...
Inhoud EBP
Inleiding in EBP
o Werkcollege 1: verschillende soorten onderzoeksdesign
o Bakker en Van Buren (2009) H16
Inleiding onderzoek en logopedie
o Hoorcollege 1: inleiding onderzoek in de logopedie
o Bakker en Van Buren (2009) H3.1-3.3: de onderzoeksopzet
Gebruik databases wetenschappelijke literatuur
o Werkcollege 2: databanken en literatuur
o Kalf en de Beer (2011) H6: het vinden van geschikte artikelen (stap 2 EBP)
o Sanders (2012) H2, H4 en H7
H2: het vrije en diepe internet
H4: informatie toetsen op betrouwbaarheid
H7: zoekcommando’s voor het diepere internet
Gebruiken zoekstrategie
o Werkcollege 3: zoekstrategieën
o Sanders (2012) H3: de beste zoektermen en zoekstrategie
Onderzoek naar diagnostische meetinstrumenten
o Werkcollege 4: sensitiviteit en specificiteit
o Bakker en Van Buren (2009) H8: diagnostische meetinstrumenten
o Cummings et al. (2015): sensitiviteit en specificiteit
Onderzoek naar therapie-effect
o Bakker en Van Buren (2009) H3.4, 3.5 en H10.1-10.4
H3.4 betrouwbaarheid en validiteit
H3.5 maatregelen tegen vertekening
H10.1-10.4: generaliseren van gegevens
o Kalf en de Beer (2011) H4.1 therapie: beoordeling van een interventieonderzoek
o Park et al. (2016)
Inleiding in EBP
Werkcollege 1: verschillende soorten onderzoeksdesign
Onderzoeksopzet
- opzet onderzoek (studie) hangt af van wat je wilt onderzoeken
- beoordeling van onderzoeken (studies) hangt af van de opzet
Verschillende soorten onderzoeken (design)
- observationeel onderzoeksdesign (waarnemen en metingen, noteren wat je ziet en hoort en
niet mee bemoeien, geen interpretatie ervan maken)
- experimenteel onderzoeksdesign (iets doen waardoor er iets gaat gebeuren, uitproberen, verandert de
onderzoeker bewust iets in de onderzoeksgroep, je doet een interventie)
Observationeel onderzoek
- case beschrijving
- cohortonderzoek: prospectief of retrospectief
- patiënt-controle onderzoek (case control study): retrospectief
Case beschrijving
- uitgebreid beschrijving van enkele casus/patiënten
- vaak toevalsgewijs
- of bij aandoening die niet vaak voorkomt
Nadeel:
- studie vaak niet opgezet om iets aan te tonen, echt alleen beschrijven
- zijn er geen andere factoren die je effect verklaren (dit weet je niet)
Voorbeeld: iemand heeft al heel lang afasie, maar geen plek op de hersenscan, later zien ze het wel en dan is het
een afasie ten gevolge van dementie. Je beschrijft alles heel goed, omdat je niet weet wat het is
Voorbeeld: twee kinderen ontvangen een OMFT behandeling. Je merkt op dat twee van de drie kinderen na
deze behandeling meer verstaanbare grammaticale zinnen produceren. Je vraagt je af of een behandeling OMFT
ook gebruikt kan worden voor verbetering van zinsbouw en vertelvaardigheid.
Je publiceert: bij twee patiënten zagen wij na een OMFT behandeling een verbetering in de expressieve
taalproductie.
Echter: is twee veel? Zegt het wat over vertelvaardigheid? Kan je dit op een andere manier uitzoeken?
er is dus niet veel aan te tonen.
Cohort onderzoek: vaststaande groep die je voor bepaalde periode gaat volgen, je gebruikt ‘’ gezonde’’
personen. Ze worden blootgesteld aan iets (exposure) en dan kijken of er een ziekte optreedt.
- voorbeeld: gezonde kinderen
- exposure: wel of geen huisdieren
- uitkomst: ontwikkelen van stemklachten
Prospectief onderzoek: je kijkt naar de toekomst, wat gaat er gebeuren?
Retrospectief kan ook.
Alternatief cohort:
- allemaal ‘’ zieke’’ mensen
- nog geen uitkomst
- exposure (blootstelling aan iets)
,Voorbeeld:
- patiënten met stemproblemen
- Uitkomst: overlijden door longontsteking t.g.v. dysfagie
- Exposure: wel of niet volgen
- prospectief onderzoek
Nadeel:
- dit onderzoek kost heel veel tijd en veel geld
- grote aantallen nodig
- de uitkomst moet vaak voorkomen
- loss-to-follow-up: door veel aantallen ook kans op veel afvallers
Prospectief: naar voren kijken, in de toekomst, wat gaat er gebeuren? Proefpersonen volgen, longitudinaal
onderzoek
Retrospectief: in het verleden kijken, in de patiëntendossiers kijken, kijken naar mensen die zijn uitbehandeld.
Patiënt-controle onderzoek (case-control study)
- groepen samenstellen op basis van uitkomst
- bij start zowel groep met gezonde (control) als groep met zieke mensen (case)
- kijken naar exposures in verleden in deze groepen (retrospectief) voorbeeld: roken en longkanker
- altijd retrospectief
- voordeel: geen loss-to-follow-up doordat je in verleden kijkt
- nadeel: pas op: survivor bias (overleving) -- je kijkt bij mensen die al voorgeselecteerd zijn, je kunt
daardoor selectief kijken (groep zieke mensen samenstellen op mensen die steeds ziek zijn, en niet die
herstelt zijn, die worden erbuiten gehouden) → je doet al een aanname
Voorbeeld: je hebt een praktijk met veel 10-jarige kinderen met habitueel mondademen. Je bent benieuwd of
het veelvuldig liggen als baby in een maxi-cosi een voorspellende factor is, voor het ontwikkelen van habitueel
mondademen.
- je neemt vragenlijst af bij ouders van kinderen. Je vergelijkt dit met gezonde personen, van dezelfde
leeftijd/etniciteit
Nadelen:
- recall bias (herinneringen, is dat nog goed onthouden?)
, - Als je een overbeet hebt weet je misschien van je ouders dat je inderdaad als kind veel op je duim zoog,
terwijl ouders van kinderen zonder overbeet dat allang vergeten zijn.
Rekening houden met
- zijn de groepen echt wel te vergelijken (controle en case groepen)
- zijn er geen andere factoren (waar je misschien niet aan gedacht hebt) die je effect verklaren?
- confounding factoren: andere factoren die het effect verklaren (habitueel mondademen: Maxi Cose of
komt het door duimzuigen)
Dwarsdoorsnede onderzoek
- bijvoorbeeld: groep bestaat uit volwassenen met slikproblemen
- je bekijkt op 1 moment hoe het staat met de ziekte en de exposure
- veel gebruikt bij diagnostische studies
Voorbeeld:
- groep patiënten met en zonder slikproblemen Ziek Niet ziek
Totaal
- je vraagt of ze wel of niet roken
Nadeel: je kijkt naar NU wel/niet roken: geen rekening Exposure3+ 2 5
gehouden met wel/niet roken in het verleden
Exposure3- 5 8
Totaal 6 7 13
(bij streepje erdoorheen: geen effect of niks aan de hand)
Voorbeeld:
- patiënten met CVA worden verdacht van verslikken
- de dag na het CVA doe je een test met slokje water
- de dag na het CVA doe je de test met slikvideo
- als deze geheel overeenkomen, weet je dat de onderzochte test (slokje water) even goed is als de
gouden standaard (slikvideo)
Kijken naar onafhankelijke en afhankelijke variabel
voordeel: geen uitvallers omdat je op moment zelf kijkt
nadeel: niet conclusies trekken uit causaliteit (oorzaak), je kijkt meer naar een verband
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AnnegreetvanMiddelkooop. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.