Een volledige samenvatting van de theorie van de Minor High Care volwassene aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN).
Alle studiestof en lessen zijn samengevat in 76 pagina's.
Hoe wordt de lichaamstemperatuur gehandhaafd
Hoogte stofwisseling is recht evenredig aan de mate van warmteafgifte en andersom.
→ warmte productieproductie – warmteafgifte =0 (even groot)→ functionele omstandigheden
Soorten lichaamstempratuur
Lichaamstemperatuur = kerntemperatuur = normaal gemiddeld 37 graden Celsius
• Kerntemperatuur→ temperatuur van arteriële bloed bij hypothalamus is constant
- borst, buik, schedelholte
- 36,5 – 37,5
- ochtends het laagst en in avond het hoogst
- na eisprong gemiddeld een halve graad hoger→ onder invloed van progesteron
• Schiltemperatuur→ temperatuur van de huid afhankelijk van omgevingstemperatuur
• Delta temperatuur→ verschil tussen kern en huid temperatuur
- paramater voor huiddoorbloeding
- 8 – 9 graden Celsius normale deltatemperatuur
Temperatuur meting
• Rectaal → meest betrouwbaar (nadelen: aambeien, diarree, fissuren)
• Oraal → kwetsbaar voor meetfouten
• Axillair (oksel) → onbetrouwbaar
• Auriculair → vrij betrouwbaar, snel
Warmteproductie
• Metabolisme in de organen
• Basaalmetabolisme→ onder invloed van schildklierhormoon gestuurd
• Hoeveelheid van veel naar weinig: huid en spieren, borst- en buikingewanden, rest en
hersenen
Warmteafgifte
• Straling (infrarood)→ warmte lichamen geven warmte af aan koude lichamen
• Geleiding (conductie)→ passief, door aanraking
• Stroming (convectie)→ isolerende laag rondom lichaam, “windchill”= gevoelstmp.
• Verdamping → als straling, geleiding, stroming onvoldoende is, zweet moet
verdampen en hangt af van luchtvochtigheid in de omgeving
Thermoregulatie
Hypothalamus → stuurt sympathicus aan EN voelt zelf ook temperatuur van bloed
Sensoren huid: warm → hypothalamus→ vasodilatatie = warmte kwijtraken
Sensoren huid: koud → hypothalamus→ vasoconstrictie = warmte vasthouden
- via zenuwbaan→ snel
Centrale sensor→ in hypothalamus kern
Perifere sensoren→ spieren, zweetklieren, arteriolen
Is het verschil tussen temperatuur van de huid en omgeving klein→ minder of geen verlies door
straling of geleiding→ zweetsecretie gestimuleerd
- indien temperatuur hoger is dan huid en luchtvochtigheid hoog→ alleen zweten
Te warm
• Zweten
• Vasodilatatie→ meer uitstraling
Te koud
• Kippenvel→ verkleining huidoppervlak (haren overeind→ extra isolatie door evolutie niet meer
effectief)
• Verhoogde spiertonus (=spierspanning in rust)
• Willekeurige spierbewegingen: stampen voeten, armen over elkaar slaan
Koorts
• Temperatuur >38 graden
• Verhoging van “setpoint” onder invloed van pyrogenen (= koortsverwekkend) in
hypothalamus→ waardoor vermindering van de gevoeligheid van centrale thermosensoren
- rillen
- vasoconstrictie→ koude huid
• Bevordert immuunsysteem→ betere enzymwerking
• Ochtend is koorts het laagst→ cortisol onderdrukt de afweer (immuunsysteem)→ pyrogenen
als→ cytokines en prostaglandines
• Paracetamol en NSAID’s→ anti-pyrogeen→ verlagen setpoint weer→ zweten
Welke factoren spelen een rol bij het handhaven van de thermobalans
Warmte-opname (en productie) Warmteverlies
• Metabole warmte Straling
• Omgevingswarmte Geleiding
• Geleiding Stroming
• Stroming Verdamping (werkt het sterkst)
• Straling
Oorzaken en verschijnselen van verschillende vormen hyperthermie en hypothermie
Hyperthermie
• Ontregeld
• Wanneer het lichaam meer warmte produceert of opneemt dan afgeeft
• Stijging van de lichaamstemperatuur zonder verhoogde instelling van de ‘setpoint’
Oorzaken
• zonnesteek
• inspanning in zeer vochtige warme omgeving
• tijdens anesthesie (maligne hyperthermie→ spieren reageren afwijkend op anesthesiegassen)
• drugsgebruik (cocaïne, MDMA, GHB)
- veel warmte productie
- weinig vochtinname
• status epilepticus
• serotoninesyndroom (vergiftiging met serotonine door medicatiegebruik)
Hypothermie
• Onderkoeling
• Kerntemperatuur lager dan 35˚C
Verschijnselen
- mild→ 32 – 35
- bleke/koude huid
- plasdrang
- alert (Avpu)
- achteruitgang fijne motoriek
- traag
- bibberen, kippenvel
- hart en ademfrequentie en bloeddruk verhoogd
- matig→ 28 – 32
- bleke/koude huid
- verward (aVPu)
- bibberen (stopt onder de 30 ˚C)
- hartfrequentie en bloeddruk verlaagd
- ademhaling onregelmatig en vertraagd
- ernstig→ <28
- bibberen stopt
- verminderd bewustzijn (avpU)
- blauwgrijze en koude huid
- verwijde, starre pupillen
- hart- en ademfrequentie en bloeddruk onmeetbaar
- spontane ventrikel fibrilleren onder de 25 ˚C
ECG-veranderingen
• Sinusbradycardie
• AV-junctional ritme (prikkels komen uit AV-knoop en niet uit sinus-knoop)
• Atriumfibrillatie met een lage kamerfrequentie
• Verlengde PR, QRS, QT intervallen
• J- wave = Osborne wave
• T-top inversie (= omkering)
,Verhoogde kans hypothermie (oorzaken)
• Baby’s
- Groot oppervlak
- Weinig vet
- Kunnen niet rillen
• Ouderen
- Lager en trager metabolisme
- Minder spiermassa
- Vaat-activiteit afgenomen
- Afgenomen thermo-sensibiliteit
• Water
- Neemt warmte 30x makkelijker op dan lucht
• Alcohol gedronken
- Vasodilatatie
- Verminderde thermosensibiliteit (gevoeligheid voor temperatuur prikkels)
Koude shock
• Onmiddellijke reactie op onderdompeling in koud water
• Diepe inademing gevolgd door oncontroleerbare hyperventilatie→ gevaar op aspiratie van
water en verdrinking
• Intense samentrekking van huidbloedvaten→ leidt tot belasting van het hart
• Hartritmestoornissen die oorzaak kunnen zijn van plotse dood
Oplossingen/ behandeling
• Verwijder natte kleding, trek droge aan
• Opwarmen
• Hart long machine (ECMO→ extra corporaal membraan oxidatie)
• Peritoneaal dialyse (deel van nierfunctie wordt overgenomen)
- warme spoelvloeistof in de buikholte
- langzame opwarming van de organen
,XTC→ werkzame stof MDMA
• Afgifte endogene catecholamine→ noradrenaline, dobutamine en serotonine→ vrij gegeven
door sympatisch zenuwstelsel→ MDMA blokkeert synaps waardoor deze catecholamine de
receptor blijven stimuleren→ deze catecholamine kunnen niet meer opgenomen worden
• Stimuleert afgifte ADH en dat zorgt weer voor een dorstprikkel
• Verhoogde cellulaire metabole activiteit→ toename warmteproductie + mechanismen
warmteafvoer komen onder druk te staan→ zweetproductie komt laat op gang
• Symptomen: tachycardie, tachypneu, bronchodilatatie, polydipsie/ droge mond, hyperthermie,
rhabdomyolyse, kaakklem, hyponatriëmie met cerebraal oedeem, DIS, multi orgaanfalen
(acuut nierfalen, leverfalen en serotoninesyndroom), CVA’s, hartritmestoornissen, dissectie
van de aorta
https://www.trimbos.nl/docs/64300663-351f-4d38-8998-5ce728302985.pdf
Dobutamine en serotonine→ zorgen voor verstoring hypothalamus→ hyperthermie (+ verhoogde
spieractiviteit bij dansen met XTC)→ cel metabolisme verhoogd→spierrigiditeit→ rhabdomyolyse
(spierpijn, spierzwakte, bruin gekleurde urine)→ myoglobine komt vrij en zorgt voor obstructie in
niertubuli + vasoconstrictie waardoor minder perfusie nierweefsel→ nierinsufficiëntie→ ook komt CK
(creatine kinase vrijkomen) + kalium (kan leiden tot hartritmestoornissen) + afbraak van
bloedstolsels→DIS→ stolselvorming, trombus, infarcten + stollingsfactoren raken op waardoor
bloedingen→ multi-orgaan-falen→ lever is afvalverwerking van het lichaam nog hogere cel
metabolisme en 1 graad warmer→ leverfalen
• XTC en Adrenaline toediening
o Serotonine: zelfvertrouwen, eetlust, stemming, seksuele prikkels
o Dopamine: geluk, genot, blijdschap en precursor adrenaline en noradrenaline
o Noradrenaline: inotropie, vasoconstrictie, vermindering spijsvertering en
pupilverwijding
Hyponatriëmie
• Oorzaken
o XTC door verhoogde ADH gift in combinatie met een toename van elektrolytvrij water
in het lichaam (watervergiftiging)
• Symptomen
o Oedeem→ inklemming van de hersenstam→ ademhalingsstilstand→ cerebrale
hypoxie→ dood
Dehydratie
• Hypertone dehydratie→ het waterverlies is groter dan het zoutverlies (dit komt vaak voor bij
infecties of tijdens hitteperioden)
• Isotone dehydratie→ een evenredig verlies aan water en zout (bijvoorbeeld als gevolg van
braken en diarree)
• Hypotone dehydratie→ het zoutverlies is groter dan het waterverlies (bijvoorbeeld als gevolg
van diureticagebruik)
, Ketenzorg
Een ziekenhuis kan geen operaties blijven doen wanneer het nazorg bed bijvoorbeeld ergotherapie
niet beschikbaar is.
• Nuldelijnszorg→ geen hulp vraag maar wel preventie
• Eerste lijn→ hulpvraag aan huisartsen, fysiotherapeuten, tandartsen of
verloskundigen
• Tweede lijn→ behandeling in de tweede lijn is een verwijzing uit de eerste lijn
Noodzakelijk het gaat hier om ziekenhuiszorg, geestelijke
gezondheidszorg en gespecialiseerde jeugdzorg
• Derde lijn→ hoog specialistische zorg nodig is, zowel voor geestelijke als
somatische gezondheidsproblemen (brandwondencentrum), volgt
doorverwijzing naar instellingen voor topklinische zorg
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller quintenvdriet. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.80. You're not tied to anything after your purchase.