Doel = waarborgen dat bouwwerk niet instort (volledig of deels) als gevolg van inwerkende
krachten
Men moet sterkte en stabiliteit garanderen bij inwerking v krachten
o Gwne belastingen
o Bijzondere belastingen: aardbevingen, explosies, brand…
ALGEMENE DEFINITIES
- Grootheid = eig van object dat men met meettoestel kan opmeten
(vb: lengte, massa,…)
o Scalaire grootheid (vb: temperatuur)
o Vectoriële grootheid = grootheid met grootte, richting, zin
(vb: kracht)
- Maat = maatgetal + maateenheid
(vb: lengte (grootheid) = 250 (maatgetal) cm (maateenheid))
- Massa m (kg)
- Massadichtheid (kg/m³)
= materiaaleigenschap in functie v: samenstellende delen (atomen) OF eventuele poriën
o Massieve materialen (glas/metaal) zonder poriën → dichtheid bepaald door
atoomafmetingen + atoomgewicht
o Poreuze materialen (zand, beton, baksteen, hout, isolatie) → dichtheid bepaald
door atoomafmetingen + atoomgewicht + poriënvolume
- Porositeit n (%)
= volume aan poriën / totale volume materiaal
- Ferro-metalen = metalen die ijzer bevatten (staal)
Non-ferro metalen = metalen die geen ijzer bevatten (lood, koper, zink, aluminium)
AANDACHTSPUNTEN
- Hoe groter dichtheid van materiaal
Hoe meer belasting opgenomen kan worden
Hoe groter geluidsisolerende effect
Hoe groter thermische inertie
- Hoe kleiner dichtheid van materiaal
Hoe meer thermisch isolerend
,KRACHT
- Kracht F = vectorgrootheid (grootte, richting, zin) => spierkracht, veerkracht,
magnetische kracht, wrijvingskracht, zwaartekracht…
- Zwaartekracht G (gravitatiekracht) (N) = aantrekkingskracht die aarde uitoefent op
lichaam met een massa
m (kg) . g (m/s²) = … N
- valversnelling g = 9,81 m/s²
- hoe groter massadichtheid van materiaal
hoe groter zwaartekracht
SPANNING
- spanning (N/mm²) = kracht/opp = F/A
- druksterkte fc en treksterkte ft = geven weer hoeveel spanning materiaal max kan
weerstaan voor het bezwijkt onder druk of trek
eigenschappen worden bepaald via laboproeven
proeven w uitgevoerd tot materiaal bezwijkt
proeven geven karakteristieke waarde fck en ftk
hoe groter # proeven, hoe kleiner onzekerheid
bij grondkarakterisatie w slechts enkele proeven (ong 3) uitgevoerd om sterkte of
conusweerstand v grond te bepalen = grondsondering
meestal 20 proeven bij staal, beton, hout, glas…
- bezwijkmechanisme is afh van type materiaal
o brosse materialen → weinig vervormbaar + hebben plots breuk
vb: beton, keramische materialen, hout
o ductiele materialen → kunnen grote vervorming weerstaan + breken door vloeien
v doorsnede (kristalrooster verandert) = niet plots, maar veel
waarschuwingssignalen
vb: metalen, polymeren, staal
,hout is sterk in longitudinale richting + zwak in transversale richting
- luchtdruk (bar) = druk die lucht uitoefent op voorwerken/vloeistoffen die zich in
atmosfeer bevinden
te slanke elementen krijgen te grote vervormingen door excentrisch aangrijpende
belastingen die bijkomende krachten induceren (meestal omdat trekspanning te groot
wordt)
!! excentrische kracht Fe = kracht die loodrecht aangrijpt op kolom maar niet in
midden van kolom
afstand tussen middelpunt van kolom en plaats waar kracht aangrijpt ≠ 0
centrische kracht Fc = kracht die loodrecht aangrijpt op kolom en in middelpunt
, CONSTRUCTIEONDERDELEN IN WONINGBOUW
- primaire draagstructuur = stabiliteit v constructie komt in gedrag bij bezwijken v primaire
draagstructuur (kolommen, balken, draagmuren, vloeren = structureel)
- secundaire draagstructuur = stabiliteit v constructie komt niet in gedrag bij bezwijken v
secundaire draagstructuur (muren, vloeren… = architecturaal)
- dragend in 1 of 2 richtingen
1 richting → grootste overspanning/kleinste overspanning > 1,5
2 richtingen → grootste overspanning/kleinste overspanning < 1,5
- draagvermogen en werkingsprincipe afh van hoe constructie is opgebouwd en
vloerafmetingen
BALKEN OF VLOERPLATEN
- rusten op 2 steunpunten → 1 veld of overspanning
- rusten op meerdere steunpunten/doorlopend → meerdere velden of overspanningen
steunpunten kunnen zijn: wanden, kolommen, andere balken
BELASTINGEN = dikte . eigengewicht (kN/m²)
- eigengewicht G van bouwelementen (kN/m³) = m.g
- vaste nuttige/permanente belasting G: afwerking, muren, kolommen, balken, vloeren
(structurele elementen)
- veranderlijke nuttige belasting Q: afhankelijk van invulling v ruimte
o opgelegde belastingen (personen, meubels)
o verplaatsbare wanden
o klimaatbelastingen (wind, sneeuw,…)
- totale belasting van element Ftot = Gtot + Qtot
- accidentele belasting Q
o belasting bij brand, thermische belasting, tijdens uitvoering, stootbelasting,
veroorzaakt door ontploffing…
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorvaningelgom. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $22.13. You're not tied to anything after your purchase.