Samenvatting Vreemdelingenrecht
Hoofdstuk 1
Inleiding
1.1 Grenzen
Migratie gaat over grenzen en het overschrijden daarvan. Staten zijn in beginsel soeverein in hun
beslissingen omtrent toelating, verblijf en uitzetting. De meeste antwoorden gaan in de richting van
de noodzaak van grenzen om een gemeenschap in stand te houden, het lidmaatschapsbeginsel. In
de praktijk werken de juridische grenzen niet altijd. We gaan het positieve recht bespreken. In
toenemende mate wordt de soevereiniteit beperkt door internationale en Europese verplichtingen.
Insiders en outsiders
Migratierecht heeft betrekking op toegang, verblijf en vertrek. De grens tussen insiders en outsiders
is niet scherp. Een verblijfsrecht kan meer of minder sterk zijn en in enkele gevallen zelfs leiden tot
meer rechten dan Nederlanders hebben.
Spanningen in het migratierecht
Verdragsverplichtingen zijn onderdeel van het nationale recht (Artikel 93 en 94 GW). Dit geldt ook
voor de EU-verdragen en –verordeningen. In veel procedures is de vraag aan de orde of Nederland
verdragen wel juist toepast, richtlijnen wel op de juiste wijze heeft geïmplementeerd en of
beslissingen in individuele gevallen de toets aan het internationale recht kunnen doorstaan. De
belangrijkste spanning in het migratierecht is die tussen het belang van de individuele migrant om te
worden toegelaten en een verblijfsvergunning te krijgen en het belang van de staat om hem die te
weigeren. Een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning wordt slechts ingewilligd
indien;
Internationale verplichtingen daartoe nopen
Met de aanwezigheid van de vreemdeling een wezenlijk Nederlands belang is gediend of
Klemmende redenen van humanitaire aard daartoe nopen (Artikel 13 VW).
In slechts weinig situaties wordt het verblijf aan migranten toegekend omdat hiermee een wezenlijk
Nederlands belang wordt geacht te zijn gediend.
1.2 Gelaagdheid en bronnen van het migratierecht
Het Nederlandse vreemdelingenrecht wordt gekenmerkt door een indrukwekkende dynamiek; het
recht is constant in ontwikkeling en veranderingen volgen elkaar vaak snel op. Een beroep op het
Unierecht kan alleen worden gedaan door personen die onder de reikwijdte van het Unierecht
vallen. Het bovenstaande betekent dat de rechten die voortvloeien uit internationale verdragen in
principe op iedereen die zich op het grondgebied van een Verdragsstaat bevindt van toepassing zijn
maar dat de rechten die voortvloeien uit het Unierecht alleen gelden voor personen die onder de
reikwijdte van het Unierecht vallen. Als de regels van het migratierecht voortkomen uit
internationale verplichtingen of het Unierecht, dan heeft de Nederlandse wetgever geen of slechts
beperkte beleidsvrijheid. De voor Nederland verplichte aanpassingen in het Nederlandse
,migratierecht komen vooral voort uit enerzijds de totstandkoming van nieuwe EU-wetgeving en
anderzijds de interpretatie die Europese rechters geven aan de Europese verplichtingen.
International bronnen: mondiaal
De voor het migratierecht belangrijkste VN-verdragen zijn;
Het verdrag betreffende de status van staatlozen
Het verdrag betreffende de status van vluchtelingen en het protocol betreffende de status
van vluchtelingen
Het internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten
Het internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten
Het internationaal verdrag inzake de rechten van het kind
Het internationaal verdrag voor de rechten van vrouwen
Het antifolterverdrag; VN verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of
onterende behandeling of bestraffing
Verbod op refoulement = uit deze bepaling volgt dat een Verdragsstaat een vreemdeling niet mag
terugsturen naar zijn land van herkomst als er een reëel risico bestaat dat hij in dat land zal worden
gemarteld of onmenselijk of vernederend zal worden behandeld of zal worden doorgestuurd naar
een ander land waar hem dit zal overkomen (Artikel 33 Vluchtelingenverdrag en 3 EVRM). Verdragen
genieten voorrang boven nationale wetgeving en werken rechtstreeks door in de Nederlandse
rechtsorde (Artikel 94 GW). Op de naleving van deze verdragen door de Verdragsluitende partijen
wordt toegezien door toezichthoudende comités, die periodiek landenrapportages of algemene
rapportages uitbrengen.
Internationale bronnen: regionaal – de Raad van Europa
De Raad van Europa is een internationale organisatie die in 1951 is opgericht en als kerntaak heeft
het bewaken van democratie en mensenrechten in de aangesloten landen. Een van de voorwaarden
voor lidmaatschap is de ratificatie van het EVRM. De voor migranten belangrijkste rechten van het
EVRM:
Artikel 3 EVRM; Verbod van onmenselijke behandeling en foltering
Artikel 5 EVRM; Recht op vrijheid en veiligheid; voor de toepassing van dwangmiddelen in
het kader van vreemdelingentoezicht
Artikel 6 EVRM; recht op een eerlijk proces; is niet rechtstreeks van toepassing in
vreemdelingenzaken
Artikel 8 EVRM; recht op eerbiediging van privé, familie- en gezinsleven
Artikel 13 EVRM; recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel;
Artikel 14 EVRM; discriminatieverboden
Hoewel de Raad van Europa meer verdragen heeft voortgebracht, kent alleen het EVRM een
individueel klachtrecht bij een rechtsprekende instantie. Iedereen die onder de effectieve
rechtsmacht van een van deze verdragsluitende staten valt, kan een klacht indienen bij het Europees
Hof voor de Rechten van de Mens.
Internationale bronnen: regionaal – de Europese Unie
De Europese Unie is een supranationale organisatie en bestaat thans uit 28 lidstaten. Het Hof van
justitie heeft in het arrest Costa t. ENEL duidelijk gemaakt dat de Unie een eigenrechtsorde vormt.
,Bepalingen die nauwkeurige, voldoende duidelijke en onvoorwaardelijke verplichtingen omvatten,
zijn direct toepasselijk. Ook kunnen deze bepalingen worden ingeroepen voor een nationale rechter
om te waarborgen dat de hiermee strijdige nationaalrechtelijke bepalingen buiten toepassing
worden gelaten.
Het vrij verkeer van Unieburgers
De afwezigheid van controles aan de binnengrenzen van de lidstaten is een belangrijk kenmerk van
de Unie, dat voortvloeit uit de creatie van een gemeenschappelijke, interne markt. Burgers van de
lidstaten zijn ook Unieburgers. Het belangrijkste recht van het Unieburgerschap is het recht van vrije
verplaatsing en vrij verblijf op het grondgebied van de lidstaten (artikel 21 VWEU). Lidstaten mogen
geen maatregelen nemen die Unieburgers dwingen de Unie te verlaten.
Unierechten derdelanders
Burgers van een land dat niet tot de Europese Unie behoort noemen we derdelanders. De
rechtspositie van derdelanders is neergelegd in de betreffende richtlijnen en verordeningen, maar
soms ook in verdragen.
Fundamentele rechten en beginselen van de Unie
De Unie is gehouden aan de eerbiediging van de mensenrechten (artikel 2 en 6 lid 3 VEU). Het
Handvest van de Grondrechten heeft dezelfde juridische waarde als de EU-verdragen (artikel 6 lid 1
VEU). Het Handvest is juridisch bindend voor de EU-organen en de lidstaten wanneer zij het
Unierecht toepassen, dat wil zeggen wanneer een nationale autoriteit een beslissing ter uitvoering
of toepassing van het Unierecht neemt . Een belangrijk Unierechtelijk beginsel is het
doeltreffendheidsbeginsel: lidstaten mogen het doel van een Unierechtelijk instrument niet
ondermijnen door het nuttig effect eraan te ontnemen. Daarnaast is het Unierechtelijke
evenredigheidsbeginsel van belang, dat lidstaten verbiedt om bij de omzetting van een richtlijn of
toepassing van een verordening maatregelen te treffen die verder gaan dan wat strikt noodzakelijk
is. Ook moet de omzetting geschikt zijn om het doel van de richtlijn te bereiken. Ook de door een
richtlijn toegestane beleidsvrijheid mag een lidstaat alleen gebruiken voor zover dat proportioneel is.
Andere belangrijke principes zijn onder andere:
Het gelijkwaardigheidsbeginsel; regels die voortkomen uit Unierechtelijke verplichtingen
mogen niet moeilijker toegankelijk zijn dan nationale regels en
Het beginsel van loyale samenwerking; lidstaten dienen het Unierecht ‘loyaal’, dus niet in
strijd met de verdragstrouw, toe te passen.
Al deze normen en beginselen van het Unierecht vormen het toetsingskader voor de Nederlandse
rechter bij het beoordelen van de toepassing van het Unierecht door de Nederlandse regering.
Hoewel het Handvest en het overige Unierecht over het algemeen meer bescherming bieden aan
migranten dat het EVRM, valt op dat de Nederlandse wetgever in het kader van migratierecht het
Handvest nog nauwelijks noemt.
Nationale bronnen
Het vreemdelingenrecht is een bijzonder onderdeel van het bestuursrecht. Vreemdelingenzaken
vormen verreweg het grootste aantal bestuursrechtelijke zaken bij de rechter, althans in hoger
beroep. Het nationale vreemdelingenrecht kent verschillende lagen van regelgeving. Naast de AWB
als algemeen kader van het processuele bestuursrecht, zijn de hoofdregels van het
vreemdelingenrecht vastgelegd in de Vreemdelingenwet en verder uitgewerkt in een algemene
, maatregel van bestuur; het Vreemdelingenbesluit, en in een ministeriële regeling; het Voorschrift
vreemdelingen. Het Voorschrift Vreemdelingen bevat een keur aan normen, zoals modellen van
formulieren en de regeling voor aantekeningen op de verblijfsdocumenten, informatieverstrekking
en verwerking persoonsgegevens. Verder zijn in het Voorschrift Vreemdelingen de verschillende
mandaatregelingen en de heffing van de leges opgenomen. Tot slot is er ook een aantal materiële
normen te vinden. De Vreemdelingcirculaire bevat beleidsregels die dienen als richtlijnen voor
beslisambtenaren van de Immigratie- en Naturalisatiedienst voor de toepassing van de regelgeving
uit de Vreemdelingenwet, het Vreemdelingenbesluit en het Voorschrift Vreemdelingen. ten slotte
gelden er werkinstructies voor de IND met instructies voor de toepassing van de beleidsregels. De
Vreemdelingenwet, het Vreemdelingenbesluit en het Voorschrift Vreemdelingen zijn algemeen
verbindende voorschriften. Naast de Vreemdelingenwet zijn er enkele andere wetten waarin
specifieke onderwerpen met betrekking tot vreemdelingen zijn geregeld. In het Nederlandse
vreemdelingenrecht spreekt men van een verblijfsvergunning asiel indien een derdelander is
toegelaten omdat hij recht heeft op internationale bescherming. Een verblijfsvergunning regulier
daarentegen houdt verband met het doel van het verblijf van de derdelander in Nederland.
Kenmerkend voor het Nederlandse vreemdelingenrecht is de zogeheten waterscheiding, waarmee
een scheiding tussen toelating op reguliere en toelating op asielgronden tot stand is gebracht.
Daarnaast wordt in het vreemdelingenrecht onderscheid gemaakt tussen de toegang tot Nederland
en de toelating tot Nederland. Bij de verlening van toegang verkrijgt iemand recht om het
grondgebied te betreden en er te verblijven voor een zekere korte periode. Toelating geeft het recht
om voor een langere periode te verblijven.
1.3 Begunstigden van het migratierecht
De nationaliteit van een migrant is medebepalend voor zijn rechtspositie in Nederland en de
voorwaarden waaraan hij dient te voldoen voor toegang, toelating en bestendiging van het
verblijfsrecht. De groep derdelanders valt onder te verdelen in migranten met een begunstigde
positie op grond van het internationaal of Europees recht, migranten met een reguliere
verblijfsstatus, migranten met een asielstatus en migranten die niet voldoen aan de
verblijfsvoorwaarden voor regulier verblijf of asiel.
Categorieën begunstigden
Unieburgers
Unieburgers hebben het recht om zich vrij te verplaatsen binnen de Europese Unie en om vrij te
verblijven op het grondgebied van de lidstaten (artikel 45 Handvest). Onder voorbehoud van
beperkingen en voorwaarden die bij de Verdragen en bepalingen ter uitvoering daarvan zijn
vastgesteld (Artikel 21 VWEU).
Derdelanders
Derdelanders krijgen daarentegen pas verblijfsrecht in een lidstaat als een overheid daartoe het
besluit heeft genomen. ( artikel 14 VW). Het reguliere verblijfsrecht is altijd gekoppeld aan een
specifiek verblijfsdoel. De reguliere verblijfsvergunning wordt voor bepaalde tijd verstrekt. Voor
Turkse burgers gelden in principe dezelfde voorwaarden als voor andere derdelanders. Na vijf jaar
verblijf heeft de derdelander onder bepaalde voorwaarden recht op een vergunning voor
onbepaalde tijd.
Derdelanders en bescherming; asielzoekers en vluchtelingen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurtje5555. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.