100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Basis van bedrijfseconomie voor non-financials $4.35   Add to cart

Summary

Samenvatting Basis van bedrijfseconomie voor non-financials

17 reviews
 952 views  91 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van de hoofdstukken uit het boek Basis van bedrijfseconomie voor non-financials: Bedrijfseconomische principes, Financiële overzichten, Investeringsselectie, Planning en control, Kostengedrag, Kostenverbijzondering en Budgettering .

Preview 4 out of 34  pages

  • No
  • H2,3,4,8,9,12,14
  • April 4, 2019
  • 34
  • 2018/2019
  • Summary

17  reviews

review-writer-avatar

By: romybokstart16 • 3 months ago

review-writer-avatar

By: matthijsderksen • 1 year ago

review-writer-avatar

By: laylalebleu • 3 year ago

review-writer-avatar

By: noellenijhuis03 • 3 year ago

Translated by Google

Very nice summary to repeat the main lines again! Great help!

review-writer-avatar

By: floris8 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: duncankeupink • 3 year ago

review-writer-avatar

By: isabelhuisman • 2 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Economie


2.1 Opbrengsten, kosten en winst

2.1.1 Opbrengsten en kosten

Winst = Het verschil tussen de opbrengsten en kosten in een periode. Opbrengsten – kosten = winst
Opbrengsten = Aan een periode toegerekende ontvangsten.
Kosten = Aan een periode toegerekende uitgaven.



2.1.2 Het voorzichtigheidsprincipe

Voorzichtigheidsprincipe; we rekenen ons niet rijk dus, (prijs de dag niet voordat het avond is) het
kan nog altijd verkeerd aflopen. → voorzichtig te werk met de winstbepaling. Het
voorzichtingheidsprincipe heeft twee uitwerkingen.


1. Realisatieconcventie; Een opbrengst wordt pas als een opbrengst beschouwd als → het
moment waarop de factuur wordt gestuurd.

2. Verlies wordt al opgenomen als men denkt dat er een verlies ontstaat.



2.1.3 Het confrontatiebeginsel

Confrontatiebeginsel (matching) = Probeer zo veel mogelijk kosten en opbrengsten in dezelfde
periode te houden. Kosten pas berekenen op het moment dat de opbrengst binnen is. – om de winst
te bepalen rekenen we de kosten, die verband houden met die opbrengst aan de periode toen.

Voorbeeld: De aannemer stuurt op 31 januari een factuur (een opbrengst van €100.000). De kosten
werden geschat op €240.000 voor drie maanden, dus €80.000 per maand. Op 31 januari worden deze
kosten geboekt. De “winst” in januari is dus €20.000 (afgezien van de onvoorziene tegenvaller van
€10.000).

Handelsmarge = Opbrengst – inkoop (het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopwaarde)



2.1.4 Opbrengsten/kosten vs. Ontvangsten/uitgaven

Opbrengst is niet altijd gelijk aan ontvangst. Het versturen van de factuur is een opbrengst, de
daadwerkelijke ontvangst van het geld is ontvangst. De tijd tussen factuur en betaling heet
leverancierskrediet.

Kosten zijn niet altijd uitgaven en uitgaven zijn niet altijd kosten.

Een ontvangst van een lening kan nooit een opbrengst zijn.

Opbrengsten Ontvangsten

Kosten - Uitgaven -

Winst (resultatenrekening) Liquiditeit saldo (kasstroomoverzicht)

Beheersing van organisatie Toekomstgericht

,Economie




2.2 Tijdvoorkeur van geld

2.2.1 Het principe van tijdvoorkeur van geld

Principe van tijdsvoorkeur is uitgangspunt bij het nemen van besluiten die betrekking hebben op de
toekomst. Mensen hebben liever vandaag geld dan op een later tijdsstip.

- Geld is nu beschikbaar voor activiteiten, die weer geld op kunnen leveren, waardoor het
saldo stijgt. Over dat bedrag ontvang je rente, waardoor het totale bedrag nog groter wordt.

Het principe van tijdsvoorkeur werkt bij een betaling precies andersom. Liever de schuld later
betalen dan nu. Het geld dat je vandaag niet hoef te betalen kan je nu nog gebruiken om opbrengst
te behalen.



2.2.2 Berekeningen op basis van het principe van tijdsvoorkeur

In de berekeningen reken je alles naar één moment. Er zijn twee manieren om bedragen met elkaar
te vergelijken. (Als je beslissingen moet nemen op basis van verwachte ontvangsten en uitgaven dan
moet je ervoor zorgen dat de uitkomsten van verschillende opties met elkaar vergelijkbaar worden
gemaakt.)


1. Eindwaarde = Alle bedragen naar het eindpunt berekenen.

2. Constante waarde = Alle bedragen naar een begin punt. Het geld wat je normaal over een
jaar pas zou hebben, ineens nu al hebben.

Enkelvoudige rente (intrest): Eenmalige storting, en na een jaar haal je je rente van één jaar van je
rekening. Je zet 200,- op de bank 2% rente dus dan heb je 204,- na een jaar.

Samengestelde rente (intrest): Eenmalig gestort bedrag dat per jaar de rente eroverheen krijgt. Het
bedrag + rente blijven staan. Hier komt de rente van het volgende jaar weer overheen.

,Economie


2.2.3 Eindwaardeberekening eenmalige storting

Hoeveel geld heb ik over een aantal jaar op mijn rekening bij een bepaalde rentevoet als ik nu
eenmalig een bedrag stort?

E= K x (1 + r) N

E = Eindwaarde
K = Bedrag van de eenmalige storting
r = Rentevoet (= vermogenskostenvoet)
N = Aantal jaar



2.2.4 Eindwaardeberekening periodieke storting

Ieder jaar op dezelfde datum in dat jaar eenzelfde bedrag op de rekening stort (pensioen)
€ 10.000 € 10.000 € 10.000 € 10.000 € 10.000


t= 0 t =1 t =2 t =3 t=4 t=5
Eindwaarde storting 1 = €10.000 x (1,02) 4 € 10.824,32

Eindwaarde storting 2 = €10.000 x (1,02) 3 € 10.612,08

Eindwaarde storting 3 = €10.000 x (1,02) 2 € 10.404,00

Eindwaarde storting 4 = €10.000 x (1,02) € 10.200,00

Eindwaarde storting 5 € 10.000,00

€ 52.040,40




2.2.5 Berekening contante waarde van één bedrag

Het principe van tijdvoorkeur van geld stelt dat een bedrag wordt vandaag op de rekening hoger
gewaardeerd dan hetzelfde bedrag op een later tijdstip. I.v.m. deflatie zou je liever een bedrag nu
krijgen omdat over een jaar die 100,- minder waard is.

- Hoeveel zou een bedrag dat over een periode op mijn rekening gestort wordt vandaag waard
zijn

Disconteringsvoet = Het percentage waartegen toekomstige bedragen van vandaag naar worden
berekend.

E

K= (1=r) N

K= beginwaarde
E= het bedrag dat op het eind van de periode op de rekening staat (= eindwaarde)
r= disconteringsvoet
n= periode

Berekenen als je 10.000 nu zou willen ontvangen i.p.v. over 2 jaar dat doe je doormiddel van de
disconteringsvoet te berekenen en er af te trekken. Met bedrag heeft hij over twee jaar 10.000 euro.

Hoeveel geld het gaat kosten om een bedrag eerder te krijgen en daar dus geen rente over te
ontvangen, d.m.v. de disconteringsvoet deze is altijd gegeven.

, Economie


Contante waarde is de waarde die je krijgt als je de disconteringsvoet van je bedrag hebt
afgetrokken.



2.2.6 Berekening contante waarde van een reeks bedragen




2.2.7 Vermogenskostenvoet

Vermogenskostenvoet = Het gemiddelde van het geëiste rendement van aandeelhouders en de
overige vermogensverschaffers.

De looneis van de werknemers bij bedrijf A wordt gebaseerd op de lonen bij bedrijf B. kortom, iedere
partij houdt bij het bepalen van de eisen rekeningen met de mogelijke opbrengsten van
alternatieven.



2.3 Kengetallen

2.3.1 Het gebruik van kengetallen

Kerngetal = Een getal dat de verhouding aangeeft tussen twee grootheden die met elkaar in verband
staan. Deze gebruik je om vergelijkingen op te stellen; op basis van tijd (longitudinaal). Vb: km/h.
wordt ook wel gebruikt om de prestaties van een onderneming te beoordelen.

kengetallen worden gebruikt voor:

- Bedrijfsvergelijking (benchmarketing): Vergelijken van twee dezelfde grootheden op hetzelfde
moment.

- Periodevergelijking: Ontwikkeling van dezelfde grootheid in de tijd.

- Sturingsinformatie: Ga ik niet te snel of te langzaam?



2.3.2 Soorten kengetallen

Financiële kengetallen = Kengetallen berekend op basis van de balans en/of resultatenberekening.

Soorten van financiële kengetallen:
- Rentabiliteit

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisimmink55. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.35  91x  sold
  • (17)
  Add to cart