Dit document bevat een overzicht van de hoorcolleges van week 1 t/m 7 (blok 1) van het vak Informatierecht (studiejaar 2018/19). Dit vak maakt onderdeel uit van de master Informatierecht op de UvA.Deze aantekeningen zijn een aanvulling op de slides en dienen niet als een uitputtend overzicht van al...
In NL is er geen wet die voorziet in de bescherming van intellectuele eigendomsrechten. Dat is raar gezien
het belang van het vakgebied en gezien het feit dat landen om ons heen het wel hebben (e.g. Frankrijk).
Hoewel we er wel al jarenlang over praten, over de noodzaak dat te doen. Er is sinds de invoering van het
nieuw BW discussie over de vraag of er niet een apart wetboek op de IE moet komen (Boek 9 BW). Er is
geen boek 9 BW, die plek staat al tientallen jaren vrij. Er is nooit door de oorspronkelijke ontwerper van
de BW, Meijers, een ontwerp gemaakt, maar later werd er door Brinkhof wel gerapporteerd over hoe
Boek 9 er ongeveer uit zou kunnen zien. Verder is het er niet van gekomen. Een belangrijke reden
waarom dat zo is en waarom het er ook nooit van gaat komen is omdat het veel meer dan andere
rechtsgebieden geharmoniseerd is over Europa. Heel veel wetgeving is Europese wetgeving. In NL is er
niet veel te zeggen over hoe het IE recht ingericht moet worden. De inhoud van de wet wordt in belangrijk
mate bepaald door Brussel, de Uniewetgeving en de HvJ. Daarmee is de impuls om een nationale IE-
wetgeving te maken verminderd.
Een andere reden is doordat er al lange tijd een Benelux wetgeving is op het gebied van modellenrecht en
merkenrecht. Verder zijn er ook internationale verdragen die van invloed zijn op het IE-recht.
Europeanisering en internationalisering zijn de belangrijkste redenen voor het uitblijven van een Boek 9
BW.
Het BVIE, Benelux verdrag, gaat niet over de gehele IE. Het gaat alleen over merken- en modellenrecht.
Dat zijn belangrijke deelgebieden, maar beslaat niet het gehele IE.
DEFINITIE ‘INDUSTRIËLE EIGENDOM’ – ART. 1 LID 2 VERDRAG VAN PARIJS (1883)
- zie definitie slide 10
Gebruiksmodellen zijn kortlopende octrooien die bedoeld zijn om het midden- en kleinbedrijf
gemakkelijke aan een exclusiviteit mbt een technisch product te helpen. Er is in NL niet een wet op de
gebruiksmodellen, maar in Duitslands wel. Het zijn niet echt octrooien.
- aanduidingen van herkomst GI, is een Europese Verordening over.
Volgens deze definitie valt oneerlijke mededinging ook onder de bescherming van dit artikel. Dit artikel
voorziet op een verbod van discriminatie op de rechthebbenden. Rechthebbenden afkomstig uit landen
die lid zijn van het Verdrag van Parijs (bijna alle landen ter wereld) moeten overal gelijk behandeld
worden.
, - Bescherming ‘topografieën van geïntegreerde schakelingen’
E.g. de elektronica op chips. Als je een chip sloopt en onder een microscoop legt zie je een
fijnmazig netwerk van schakelingen. Dat is de topografie en die mag je niet zomaar namaken.
- Bescherming niet-openbare informatie (trade secrets, know-how)
Alle WTO leden zijn hieraan verbonden en dit verdrag voorziet in minimumbescherming voor genoemde
onderwerpen.
Belangrijkste criterium in het auteursrecht is originaliteit. Het werk hoeft niet van a tot z
grensverleggend te zijn, maar het belangrijkste is dat er creatieve keuzes zijn verricht. Je moet je eigen
stempel op het werk gedrukt hebben. Voldoe je aan deze criteria, dan krijg je een uitsluitend recht
waarbij je anderen verhindert je werken openbaar te maken of te verveelvoudigen. Onder
openbaarmaking valt het uitgeven, het online posten. Onder verveelvoudigen valt het maken van kopieën,
namaken, downloaden etc.
Als je niks tekent geldt de wettelijke regel van Art. 7 Auteursrecht dat het maken van werken in
dienstverband binnen het kader van de dienstbetrekking, daarop wordt de werkgever de rechthebbende.
Sterker nog, dan geldt de werkgever als maker. Als journalisten contractueel niks overeen komen, dan is
de opdrachtgever rechthebbende en hebben de journalisten niks. In cao’s wordt wel een en ander
geregeld en men is er meer bedacht op, maar het risico bestaat nog wel.
In de Auteurswet staan de Europese richtlijnen geïmplementeerd. Voor overdracht van auteursrechten
geldt wél de formaliteitseis. Overdracht zonder schriftelijke overeenkomt is niet geldig.
- HvJ EU 8 september 2016, ECLI:EU:C:2016:644, C-160/15 (Geen Stijl Media tegen Sanoma c.s.)
1
Post mortem autorum.
,Hyperlinken mag dat eigenlijk wel? Tot voor kort hoef je je dat niet af te vragen, maar tegenwoordig is
er allerlei jurisprudentie waaruit blijkt dat het posten van een hyperlink naar een auteursrechtelijke werk
een inbreuk op een auteursrecht oplevert.
In dit arrest werd er door Geen Stijl een hyperlink geplaatst naar naaktfoto’s van Brit Dekker voor de
Playboy. Volgens het HvJ was dit een mededeling, openbaarmaking naar het publiek.
NABURIGE RECHTEN
Object uitvoering, fonogram, uitzending, film
Criteria …
Formaliteit geen
Inhoud openbaarmaken, reproduceren
Duur tot 50/70 jaar na publicatie/uitzending
Wet wet op de Naburige Rechten (1993)
Zijn geen auteursrechten, maar houden hier heel nauw verband mee. Uitvoerders creëren zelf niet en zijn
geen auteurs, maar verdienen wel bescherming (alle muziekgroepen, artiesten, zangers, violisten,
orkesten die muziekuitvoeringen maken). Uitvoerders krijgen een uitsluitend recht dat lijkt op het recht
van een auteur, maar het is niet geheel hetzelfde. Een naburig recht houdt erin dat je je kan verzetten
tegen een reproductie / videoregistratie / geluidsopname van je eigen uitvoering.
Een fonogram is een geluidsopname. Het gaat heir voornamelijk om opnames van muziek door
producten. Platenproducten gelden niet als oorspronkelijke auteurs. Die worden meestal gezien als
industriële vervaardigers en die hebben hun eigen recht.
, Het gaat niet om originaliteit, maar om absolute nieuwheid. Het moet nergens in de wereld gepubliceerd
zijn. Met gepubliceerd gaat het niet alleen om openbaarmaking in vakliteratuur, maar ook in televisie-
uitzendingen, kranteninterviews. Zelfs de Donald Duck is aangevoerd als argument om een uitvinding als
niet nieuw aan te merken. Nieuwheid is een hele harde eis in het Octrooienrecht. Heb je iets uitgevonden,
vertel het aan niemand totdat je het geregistreerd hebt. De aanvraag bepaalt de prioriteit (niet de
goedkeuring), vanaf dat moment kan je met anderen gaan praten over de fabricage van de uitvinding.
Octrooirecht is kostbaar en kost moeite, het is niet altijd de moeite waard. Soms kan je je uitvinding
geheim houden. Kan niet altijd, sommige dingen zijn meteen zichtbaar in het product, maar bepaalde
know-how kan je geheim houden. Denk aan Coca Cola, die heeft al 200 jaar lang een trade secret. Niemand
weet hoe het wordt gemaakt en ze hebben nooit een octrooi aangevraagd.
Inventiviteit er moet sprake zijn van een lampje dat aan gaat, iets dat niet voor de hand ligt voor de
deskundige moet uitgevonden worden. Als een deskundige in het vakgebied dit ook zo had kunnen
uitvinden, zal een octrooi niet verleend worden.
Toepasbaarheid je moet kunnen laten zien wat in theorie de nuttige besteding ervan is. Je moet laten
zien dat het werkt.
Serieuze uitvindingen worden bijna altijd via de Europese route beschermd Europese Octrooibureau
in München. Dat duurt een aantal jaren, maar dan heb je wel een sterke octrooi. In NL krijg je een
bescherming die alleen in Nederland geldt. Dan wordt het octrooi niet inhoudelijk getoetst.
Tussen aanvraag en daadwerkelijke verlening van de octrooi heb je een octrooi-aanvraag die je kunt
tegenwerpen aan een derde die met jouw werk aan de haal gaat. Dan kan je diegene alvast aansprakelijk
stellen, zodat je diegene voor de rechter kan dagen op het moment dat het octrooi is verleend.
Het is een krachtig recht, voor korte duur. Veel korter dan het auteursrecht of het naburig recht. Je gaat
tellen na indiening aanvraag. Is het na 5 jaar verleend, dan heb je nog 15 jaar bescherming. Verlenging
kan na betaling van een grote som. Dit om te voorkomen dat octrooien te lang duren.
Formaliteit aanvraag Raad voor plantenrassen (NL) of CPVO (heel EU)
Inhoud voortbrengen, verhandelen, in- en uitvoeren van teeltmateriaal
Duur 25-30 jaar
Wet zaaizaad- en Plantgoedwet, Verordening Comm. Kwekersrecht
Rb Den Haag 6 juli 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:7375 (A. Amarylis tegen B en C)
MODELLENRECHT
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Mehrbod. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.90. You're not tied to anything after your purchase.