Dit document bevat aantekeningen van de webcolleges uitleg van docent erin verwerkt. Daarnaast bevat het ook stof uit het boek die niet besproken was in de webcolleges.
Mensbeelden: een idee hoe ‘de mens’ opgevat wordt, visie van de mens, hoe zit de mens in elkaar
en hoe zou de mens moeten zijn.
Een mensbeeld kent:
1. Een beschrijving van de kenmerkende eigenschappen
2. Een verwijzing van hoe mensen behoren te zijn
Paradigma: referentiekader van waaruit wij de werkelijkheid interpreteren
Psychoanalytisch paradigma: In verband met Freud bijvoorbeeld, wanneer je in een kroeg
staat en hier niet door hebt dat je iets gedaan hebt, bijvoorbeeld onbewust iemand leuker
vinden.
Biologisch paradigma: mijn ouders en grootouders waren allemaal leraren en ik zit ook in het
onderwijs, blijkbaar zit het in mijn genen menselijke gedragingen verklaren via de
erfelijkheid en de biologie
Per stroming is er een verschillende aanpak van klachten.
Methodiek: manier om een theorie in praktijk toe te passen.
Cliëntgerichte aanpak: gebaseerd op de humanistische psychologie, biedt empathie, een exploratie
van de belevingswereld, onvoorwaardelijke acceptatie en een echt contact.
,Cognitieve gedragstherapeut: helpt bij het aanpakken van negatieve denkschema’s en
gedragspatronen en het leren van nieuw gedrag.
Psychodynamische therapieën: onbewuste of onhanteerbare gevoelens uit het verleden kunnen
worden opgespoord en verwerkt of worden hanteerbaar gemaakt met behulp van verschillende door
Freud geïnspireerde therapieën.
Biopsychosociaal model: hierbij kijkt men naar een probleem vanuit de interactie tussen biologische,
psychische en sociale aspecten
Er bestaat niet één type oorzaken of omstandigheden die het ontstaan van een stoornis verklaren. Er
is sprake van een dynamische wisselwerking tussen genetische kwetsbaarheid en
omgevingsfactoren.
Herstelondersteunende zorg: hierbij wordt aangesloten bij het persoonlijke verhaal, de eigen kracht,
de eigen deskundigheid en eigen mogelijkheden van de cliënt.
Er zijn verschillende componenten die van belang zijn om een mens te begrijpen:
1. Ontwikkelingscomponent: hoe heeft iemand zich in de loop van zijn leven ontwikkeld?
2. Neurobiologische component: genetische aanleg die zich in de wisselwerking met de
omgeving ontvouwt.
3. Affectieve component: je gevoelens en emoties en hoe je deze kunt erkennen en hoe je
hiermee om kunt gaan
4. Cognitieve component: denkprocessen en alles wat hiermee samenhangt zoals het
functioneren van ons geheugen, waarneming en aandacht
5. Gedragscomponent: hoe we ons gedragen en hoe we dat geleerd hebben.
6. Interpersoonlijke component: relaties met anderen
7. Systematisch component: verwijst naar sociale systemen waarin we leven of zijn opgegroeid,
gezin, klas, familie, sociaal netwerk.
- Schuldgevoel en onverantwoordelijkheidsgevoel komen veel voor bij mensen die later voor
een hulpverlenend beroep kiezen.
- Motiverende gespreksvoering (stamt af uit humanistische cliëntgerichte psychologie) is
effectief bij het behandelen van verslavingsproblematiek.
- Cliënten hebben één manier van kijken naar zichzelf en hun probleem nodig. Een duidelijk
verhaal waarmee je verder kunt helpt ook.
Zelf herstel: mensen hebben soms dusdanig veel ‘herstelkapitaal’ (sociale steun, inzicht, kracht,
motivatie trucs) tot hun beschikking dat professionele behandeling niet nodig is. .
Opvallend is dat er in de psychologie heel erg gefocust wordt op depressie en angst, waarom is dat
nou zo?
De psychologie zou zich ook moeten richten op:
1. Sterke kanten (i.p.v. zwakke kanten)
2. The best things in life dat waar je gelukkig van wordt, menselijk welzijn vergroot
3. Het geluk van ‘normale’ mensen & het ontwikkelen van bijzondere gaven, hoe kunnen we
mensen die bijv. op een 7 goed functioneren, hoe kunnen we dit naar een 9 krijgen?
Doel van positieve psychologie: zorgen voor een verandering in het aandachtsgebied van de
psychologie
Van een psychologie die eenzijdig gericht is op herstellen van tekortkomingen, naar een
psychologie die zich ook richt op het versterken van kwaliteiten.
(Seligman en Csikszentmihayli, 2000)
Increasing wellbeing, elementen van welzijn:
PERMA
P: positieve emoties doe de dingen die je blij maken
E: betrokkenheid (engagement) als je ergens enthousiast van wordt en als je ergens bij betrokken
voelt zal dit je welzijn verhogen
R: positieve relaties niet per se liefdesrelaties, maar ook bijvoorbeeld een praatje op straat
mensen voelde zich beter door goed contact, deelname aan een groep
M: zingeving (meaning) hoe je betekenis geeft aan je leven mensen die onderdeel maken aan
een religieuze gemeenschap hebben vaker een hogere welzijn
A: voldoening (accomplishment) dingen nastreven en dingen bereiken
Welzijn wordt bepaald door 3 factoren:
1. 50% genetische elementen: bijvoorbeeld optimisme, hoe optimistisch kijk je naar
toekomstige gebeurtenissen dit is vaak aanleg hoe meer optimisme, hoe groter de
welzijn. In je aanleg je welzijn bevorderen
, 2. 10% omstandigheden woon je vlakbij een snelweg of woon je in een lekker klimaat of
woon je vlakbij je familie, ben je arm of ben je rijk? doordat je je snel aanpast zullen
omstandigheden minder snel mee tellen
3. 40% intentioneel gedrag gedrag dat je bewust zelf inzet, als ik dingen doe waardoor ik
meer positieve emoties ervaar, maar ook investeren in positieve relaties door dankbaarheid
uit te spreken.
Toepassingen Positieve psychologie (methodieken)
1. Flow: bijvoorbeeld in het onderwijs. Hoe kun je een situatie creëren dat het niet saai is, maar
ook niet dat het moeilijk wordt? Flow is wanneer je helemaal opgaat in een moment, je
vergeet even het besef van de tijd.
2. Mindfulness: Populaire manier om welzijn te vergroten en psychische klachten te
verminderen, het heeft te maken met het sturen van je aandacht en bewustzijn. Geeft mens
zelf een instrument in handen om welzijn te bevorderen i.p.v. naar een hulpverlener te gaan
die vertelt wat je moet doen om beter te worden.
3. Veerkracht (resilience): mensen die bijv. traumatische ervaringen hebben of ziek zijn en
desondanks hoog scoren op welzijn. Hoe kan dat? Welke eigenschappen zijn er om hen
veerkrachtig te maken?
4. Optimisme/hoop
5. Sterke kanten benadering: veerkracht & beschermende factoren
1. Wijsheid en kennis
2. Moed
3. Liefde en menselijkheid
4. Rechtvaardigheid
5. Gematigdheid
6. Spiritualiteit en transcendentie
Cliënt bijvoorbeeld vragen om een filmpje te kijken van alle sterke kanten en om hem 6
eigenschappen te laten opnoemen die hij/zij bij hem/haar vindt passen. Of aan familie
vragen of ze er 6 kunnen pakken die van mij op toepassing is.
positieve emoties bevorderen (door positieve eigenschappen die je hoort)
bewustzijn wordt vergroot
kijken naar hoe de eigenschappen nog meer tot uiting kunnen worden gebracht
6. Oplossingsgericht werken – Steve de Shazer & Insoo Kim Berg
Iemand lijdt ergens aan en dit moet opgelost worden, alleen de oorzaak is niet van belang.
We gaan meteen kijken naar wat is je doel, wat streef je na en hoe kunnen we daar terecht
komen.
- Niet:
1. Het probleem
2. Diagnostiek
3. Klachten
4. Oorzaken
- Wel:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kelseyvangarderen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.