Summary
Samenvatting 2.6 Stress and Anxiety Probleem 6
- Course
- Institution
Samenvatting probleem 6 van blok 2.6 Stress and Anxiety voor de opleiding Psychologie aan Erasmus Universiteit Rotterdam
[Show more]
10 reviews
By: ramssjaved • 3 year ago
By: nathaliehelder • 3 year ago
By: xling_ • 4 year ago
By: claricefleur • 4 year ago
By: julianoorlander • 3 year ago
By: lindehasker • 4 year ago
By: stevenhillen1 • 4 year ago
Seller
Follow
juliaslab
Reviews received
Content preview
Probleem 6: Can’t touch thisArtikel Armstrong & Olatunji: “Pavlovian disgust conditioning”
Introductie
Obsessive-compulsive disorder (OCD) is een psychiatrische conditie die invloed heeft op 1-
2% van de populatie. Het wordt gekarakteriseerd door indringende, ongewenste gedachtes
(obsessions) die rigide, ritualistische gedragingen motiveren (compulsions). Contamination
concern is een veelvoorkomende obsessie in OCD en onderligt de compulsies van wassen en
schoonmaken die de stoornis kenmerken.
Angst-gerelateerde stoornissen blijken gekarakteriseerd door verschillende abnormaliteiten
in angstleren, zoals overdreven acquisitie, beperkte extinctie, en over-generalisatie van de
geconditioneerde angstreactie. Echter, de weinige onderzoeken die zijn gedaan omtrent
angst-conditionering in OCD blijken beperkt.
Leertheorieën van OCD moeten daarom verder kijken dan de emotie van angst. Zo kan
worden gekeken naar een andere basisemotie, zoals disgust, waarbij het gaat om minder
noodzakelijke dreigingen die het lichaam zouden verontreinigen. Disgust en contamination
zijn aparte, maar onafscheidelijke constructen:
Disgust: is de emotionele reactie op stimuli die de capaciteit hebben om te vervuilen.
Contamination: is de cognitieve beoordeling dat de verontreiniging van één stimulus
is overgedragen aan een andere stimulus door contact.
Disgust is dus de emotionele reactie op contamination, wat suggereert dat disgust i.p.v.
angst de primaire emotie is in OCD die wordt uitgelokt als reactie op bepaalde stimuli.
Daarbij is gebleken dat disgust sensitivity de ernst van de symptomen in contamination-
based OCD kan voorspellen, en een sterkere relatie heeft met symptomen dan angst.
Het doel van de huidige studie is het identificeren van mogelijke abnormaliteiten in disgust
conditionering die besmettingsangst zouden onderliggen in OCD.
Twee belangrijke hypotheses werden getest:
1) Extreme besmettingsangst wordt gekarakteriseerd door makkelijkere acquisitie van
geconditioneerde disgust reacties. Dit kan leiden tot meer frequente percepties van
besmetting, als meer stimuli disgust verkrijgen boven een bepaalde grens en hiermee
besmettingsangst motiveren.
2) Extreme besmettingsangst wordt gekarakteriseerd door beperkte extinctie van
geconditioneerde disgust reacties. Dit kan leiden tot meer langdurige percepties van
besmetting door de aanhoudendheid van disgust reacties.
Naast deze twee hoofd-hypotheses, waren er nog twee hypotheses:
3) Afwijkend disgust leren als eigenschap van extreme besmettingsangst zou
voortkomen uit verhoogde niveaus van disgust sensitivity.
4) Er zouden geen relaties zijn tussen trait anxiety en disgust leren.
1
,Methode
Het onderzoek maakte onderscheid tussen mensen met hoge besmettingsangst (HCC) en
mensen met lage besmettingsangst (LCC). Neutrale gezichten werden gebruikt als CS.
Verschillende metingen werden gebruikt om disgust te beoordelen:
The disgust scale: een vragenlijst bestaande uit 25 items die gevoeligheid meet voor
een aantal uitlokkende stimuli. In de eerste helft geven participanten disgust reacties
op stimuli, terwijl ze in de tweede helft disgusting scenario’s beoordelen.
Obsessive compulsive inventory: een vragenlijst bestaande uit 18 items die meten
hoeveel OCD symptomen zijn ervaren in de afgelopen maand.
The PI-COWC: een meting van besmettingsangst bestaande uit 10 items.
The state trait anxiety inventory: meet de langdurige of chronische ervaring van
angst bestaande uit 20 items.
The empirical valence scale: beoordelen subjectieve ervaringen.
Participanten voeren een associatieve leertaak uit, bestaande uit verschillende fases:
1) Habituation: participanten kregen 8 presentaties van neutrale gezichten (CSs).
2) Acquisition: na presentatie van het ene neutrale gezicht (CS+) werd een disgusting
image gepresenteerd (US). Na het andere neutrale gezicht (CS-) volgde een interval.
3) Extinction: herhaling van de acquisitie procedure, maar zonder US presentatie.
Resultaten
De HCC groep, met symptomen gelijk aan individuen met OCD, toonde vergelijkbare
acquisitie van geconditioneerde disgust reacties als de LCC groep.
Na de extinctie procedure lieten de groepen verschillen zien in geconditioneerde
disgust reacties, maar deze effecten waren verschillend voor US verwachting en zelf-
gerapporteerde disgust:
-> Vergeleken met de LCC groep, liet de HCC groep geen sterkere US verwachting zien
voor de CS+ versus de CS- na extinctie. Echter, de US verwachting tijdens CS+ was
resistent tegen de extinctie vergeleken met de LCC groep. Dat is, de HCC groep liet
een kleinere reductie in US verwachting zien op de CS+ van acquisitie naar extinctie
dan de LCC groep.
-> De HCC groep rapporteerde hogere niveaus van zelf-gerapporteerde disgust op de
CS+ na extinctie vergeleken met de LCC groep.
Disgust sensitivity was sterk gecorreleerd met zelf-gerapporteerde disgust op de CS+
bij zowel acquisitie als extinctie. Groepsverschillen in zelf-gerapporteerde disgust op
de CS+ bij acquisitie en extinctie werden bemiddeld door disgust sensitivity. Deze
vindingen suggereren dat disgust sensitivity geconditioneerde disgust reacties
voorspelt tijdens acquisitie (sterkere gevoeligheid = sterkere reactie).
2
, Sterkere disgust op de CS+ in de HCC groep (ten opzichte van de LCC groep) na
extinctie werd deels verklaard door het falen van de HCC groep om hun US
verwachting te verminderen voor de CS+ in reactie op de extinctie procedure.
Discussie
De HCC groep werd onderscheiden van de LCC groep door zowel cognitieve als affectieve
processen gerelateerd aan extinctie:
1) Cognitieve processen: de representatie van de HCC groep, omtrent de contingency
tussen de CS+ en de US, werd minder beïnvloed door extinctie dan de LCC groep.
2) Affectieve processen: de HCC groep rapporteerde sterkere disgust reacties op de CS+
bij extinctie.
Deze cognitieve en affectieve processen zouden gerelateerd zijn. Groepsverschillen in
disgust op de CS+ bij extinctie werden deels verklaard door het falen van de HCC groep in
het aanpassen van hun representatie van de CS-US contingency tijdens extinctie. Deze link
tussen cognitieve beoordeling van CS-US contingency en geconditioneerd reageren is
consistent met modellen van associatief leren.
Conclusie. De HCC groep vertoonde geen gemakkelijkere acquisitie van disgust leren, maar
er was wel sprake van beperking in extinctie van deze disgust reacties vergeleken met de
LCC groep. Dit betekent dat symptomen van contamination-based OCD kunnen worden
gezien als een onvermogen om disgust reacties af te leren. Dit onvermogen zou worden
veroorzaakt door de verhoogde niveaus van disgust sensitivity die de stoornis kenmerken.
Het onderzoek heeft belangrijke implicaties voor behandeling, omdat exposure therapie
mogelijk moet focussen op leertekorten met betrekking tot extinctie.
Limitaties aan de huidige studie:
De huidige studie heeft geen gebruik gemaakt van een steekproef bestaande uit
patiënten die aan de volledige criteria van contamination-based OCD voldoen.
De vindingen zouden kunnen worden verbeterd door een replicatie uit te voeren met
meerdere objectieve metingen van geconditioneerde disgust reacties.
De zelf-rapport meting van geconditioneerde disgust reacties en US verwachting kan
beter per trial worden gemeten, binnen acquisitie en extinctie, om meer inzicht te
verkrijgen in het tijdsverloop van deze processen.
Het kan nuttig zijn om een extinction recall test af te nemen op een later
tijdsmoment, omdat individuen met HCC of LCC ook kunnen worden onderscheiden
door de mate waarin ze extinctie leren behouden.
De afbeeldingen gebruikt als disgusting USs zouden mogelijk niet sterk genoeg zijn.
Sterkere disgusting stimuli zouden betere geconditioneerde reacties uitlokken.
De groepen zijn niet optimaal gematched in termen van ras/etniciteit.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliaslab. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
66579 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now