100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Nier 2 - samenvatting (exl. transplantatie) $6.61   Add to cart

Summary

Nier 2 - samenvatting (exl. transplantatie)

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het vak nier 2 op basis van de dia's en uitleg tijdens de lessen. Bevat alle te kennen hoofdstukken behalve deze over transplantatie. Score: 17/20

Last document update: 5 months ago

Preview 8 out of 76  pages

  • May 14, 2024
  • May 14, 2024
  • 76
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting nier 2




AFKORTINGEN

pt = patiënt
ZH = ziekenhuis
AKI = acute nierinsufficiëntie
VC = vasoconstrictie
VD = vasodilatatie
DM = diabetes mellitus
ZW = zwangerschap
CV = cardiovasculair

,HERHALING NIER 1/INTRO

structuur en bouw
nefron = functionele eenheid van de nier  bestaat uit lichaam van Malpighi (glomerulus + kapsel Bowman) + tubulus

aanvoerende arteriole  glomerulus (=
capillairnetwerk voor filtratie) omgeven door
kapsel van Bowman  afvoerende arteriole




glomerulus
 wordt omgeven door:
- basale lamina  negatief geladen
- podocyten  hebben trabekels + pedikels, filtratiespleten met fenestrae, kunnen contraheren (vasoD/C)
- mesangiumcellen  steuncel, houdt vaten open (ook bij lage flow)

gevolg  filterbarrière is opgebouwd uit:
- gefenestreerd endotheel zonder diafragma  tegen BC
- basale lamina/membraan (– geladen)  tegen – moleculen, + vanaf 70kDa
- epitheel/podocyten (trabekels + pedikels, filtratiespleten met diafragma)  tegen + moleculen vanaf 3,5nm

 primair filtraat (voorurine) opgevangen in ruimte van Bowman
 ruimte wordt omgeven door kapsel van Bowman: visceraal blad = podocyten / pariëtaal blad = epitheel

albumine
 basaal membraan & albumine zijn beide negatief geladen +
doorsnede slit-pore diafragma = 4 nm // albumine = 3,6 nm
 wordt normaal goed tegengehouden




!! per nier  ~1 miljoen glomeruli (MAAR: interindividuele verschillen in aanleg en max klaring/GFR)

juxtaglomerulair apparaat
- macula densa (= sensorcellen dist tub)
- granulaire/juxtaglomerulaire cellen (= gladde SC aff art)
- extraglomerulaire mesangiumcellen

tubulus
- proximale tubulus (tubulus contortus primus)
- lus van henle met dun dalend + dik stijgend deel
- distale tubulus (tubulus contortus secundus)
- ductus colligens (verzamelbuis)
- ductus papillaris (Bellini)


1

,patho – glomerulaire hematurie: intra-capillaire proliferatieve GN
 bij hematurie is er schade in dit systeem:

normale glomerulus proliferatieve glomerulonephritis (APSGN)




 dunne capillairen  instroom neutrofielen* (ontsteking + aantasting glomerulus)
 normale hoeveelheid endotheel en mesangiumcellen  meer epitheel-, endotheel- en masangiumcellen

gevolg APSGN:
- capillairen dichtgeduwd  ↓ perfusie = ↓ klaring  functieverlies
- RBC kunnen wel naar buiten  in ruimte van Bowman  hematurie

*endocapillair probleem  ontstekingsreactie ontstaat vanuit binnenkant en uit zich als hematurie (+ proteïnurie bij grote schade)

RAAS
effect wanneer geproduceerd? locatie productie
renine ↑ angiotensine 2 ↑OS, ↓BD, ↓Osm thv macula granulaire/juxtaglomerulaire cellen
densa van aff art
aldosteron ↑ Na+-reabsorptie (↑ENaC) en AII bijnier
↑ K+-secretie in
verzamelbuizen
ADH/vasopressine ↑ water-reabsorptie door AII, ↑plasma-Osm (>280mOsm/L), HT (verpakt en dan naar HF voor
inbouwen van AQP2 ↓ BD/volume vrijgave)
(aquaporines) in
verzamelbuizen
ANP ↓ Na+-reabsorptie ↑BD atria van het hart




minder Na+ thv macula densa leidt tot VC aff art + VD eff art




2

,LES 1 – KLINISCHE NEFROLOGIE (HEMATURIE / PROTEÏNURIE)

introductie
hematurie = RBC in urine aanwezig (micro/macroscopisch)
proteïnurie = eiwitten in urine aanwezig

voorkomen van nierproblematiek
 geïsoleerde hematurie of proteïnurie komen regelmatig voor!




frequentste oorzaak?
- geïsoleerde proteïnurie  altijd agv nier, meestal glomerulair (is dus een clue naar probleem met glomerulus)
- geïsoleerde hematurie  urologische, nefrologische of gynecologische oorzaken


klinische renale syndromen: hoofdsignalen en -symptomen van renale ziekte
nierziektes presenteren zich als syndromen (= verschijnselen + symptomen/klachten):
verzameling van symptomen (vb. hoge BD, vocht vasthouden,
hoofdpijn, vlekjes op de huid) en verschijnselen (vb. oedeem,
rode urine,…)  geeft syndromen

syndromen horen bij bepaalde ziekten

+afwijking in nierfunctie/klaring van afvalstoffen kan acuut of
chronisch zijn




symptomen/verschijnselen  syndromen  oorzakelijke ziekten


syndroom typisch extra
nefritisch syndroom hematurie (erytrocyturie: dysmorfisch; - asymptomatische geïsoleerde (microscopisch)
cilinders) hematurie
- hematurie met proteïnurie en/of hypertensie en/of
verminderde GFR
nefrotisch syndroom proteïnurie, nefrotisch range (≥3 g/dag) - hypalbuminemie, oedeem, hypercholesterolemie
- inactief urinair sediment
acute nierinsufficiëntie acuut nierfalen - niet-glomerulair: ischemie, toxines, pigment, sepsis
(GFR in uren-weken) - glomerulair: vb. acute post-streptococci GN
snel progressieve snel progressieve nierfalen - halvemaanvormige GN: systemische vasculitis, auto-
glomerulonephritis (GFR in weken-maanden) immuun ziekte
- nefritis sediment, proteïnurie <3 g/dag
- hypertensie, oedeem

+ chronische nierziekte + eindstadium nierfalen

3

,hematurie = erytrocyturie
definitie
= aanwezigheid van RBC in een urine sample (erytrocyturie)

types:
- microscopisch (40x)  ≥ 3 RBC/hpf (40x) OF dipstick detecteert 1-2 RBC/hpf (hpf = high power field)
- macroscopisch  uitgebreid, visueel zichtbaar*
*niet echt als bloed te zien, eerder stolsels of urine met Coca-Cola uitzicht


detectie
dipstick
= vaak gebruikt voor screening, maar is vrij inconclusief want meet aanwezigheid van heam  kan vals positief resultaat geven:
dipstick reageert met … wat? agv/oorzaak
hemoglobinurie hemoglobine = afbraakproduct RBC intravasculaire hemolyse
myoglobinurie myoglobine = afbraakproduct spierweefsel rabdomyolye, zware sportinspanning,…

beste manier van detectie = mbv centrifuge  ‘rood supernatant of sediment?’

centrifuge



rood sediment,
rood supernatant
helder supernatant


= RBC: echte
erytrocyturie/ dipstick heam...
hematurie


positief negatief



myoglobine of kleruing, GM of
hemoglobine ziekte


kleuring:
helder plasma = rood plasma = GM: (zeldzame) ziektes:
rode biet,
myoglobine hemoglobine rifampicine,... porferie
blackberries


microscopische hematurie : voorbijgaand of persisterend?
 what to do bij hematurie?

stap 1 = ‘betekent het echt iets?’
1. excludeer contaminatie (menstruatie) en infectie (cystitis, prostatitis)
2. ALTIJD test herhalen na ~1 week/maand (check: voorbijgaand of blijvend)

!! normale urine kan tot 10 000 RBC/ml bevatten, na forse inspanning zelfs tot 30 000 RBC/ml

 voorbijgaande hematurie komt best vaak voor:
- jaarlijks: 1x positief bij 40%, 2x positief bij 16%
- meestal (60%) geen oorzaak/diagnose

1 uitzondering:
pt >50j met micro/macro hematurie ALTIJD opvolgen (↑ risk voor maligniteit) => naar uroloog/nefroloog*!!!
*indien duidelijke glomerulaire oorzaak = nefroloog in plaats van uroloog!!

4

,oorzaken geïsoleerde hematurie
oorzaken niet-glomerulaire hematurie

<50j ≥50j
bovenste urinaire - nefrolithiasis (nierstenen) - nefrolithiasis (nierstenen)
tractus - pyelonefritis - niercel carcinoom
- polycystische nierziekte* - polycystische nierziekte*
onderste urinaire - cystitis, prostatitis, uretritis - cystitis, prostatitis, uretritis
tractus - goedaardige blaas-/ureterale poliepen en tumoren - blaaskanker
- blaaskanker - prostaatkanker

*ADPKD = autosomaal dominante polycysteuze nierziekte (adult polycystic kidney disease)
- cystes in nier, kan enorm groot worden
- gaat gepaard met pijn in oa liesstreken en met hematurie

oorzaken persisterende geïsoleerde (glomerulaire) hematurie
 >50% van de cases worden veroorzaakt door 3 mogelijke ziektes

<50j ≥50j
IgA nefropathie (ziekte van Berger)* IgA nefropathie (ziekte van Berger)*
thin basement membrane disease** ziekte van Alport (erfelijke nefritis)***
ziekte van Alport (erfelijke nefritis)*** mild focale glomerulonephritis of andere oorzaken
mild focale glomerulonephritis of andere oorzaken

*auto-immuunziekte, ↑incidentie in Aziatische populatie, geeft glomerulonephritis
**erfelijke aandoening: benigne familiale hematurie), basaal membraan niet even dik aangelegd = op verschillende plekken
doorlaatbaar voor oa RBC
***erfelijke aandoening, afwijking in collageen IV = slecht bindweefsel (treft vnl nieren, oren en ogen)

glomerulaire hematurie herkennen
niet vs wel glomerulair
 wanneer ga je aan glomerulair probleem denken?
*typisch = akantocyten
extra-glomerulair glomerulair (‘Mickey Mouse cellen’):
kleur (indien macro) rood / roos rood / smokey-bruin (Coca-Cola)
stolsels kunnen aanwezig zijn nooit aanwezig
proteïnurie afwezig of <500 mg/d aanwezig met >500 mg/d
RBC morfologie normaal dysmorfologisch*
RBC casts (cilinders) nooit aanwezig kunnen aanwezig zijn

follow-up?
 geïsoleerde glomerulaire hematurie zonder familiale VG of nierfalen
- typisch goedaardig (niet normaal, wel geruststellend)
- biopsie meestal niet aangeraden
- kans op het vinden van behandelbare ziekte is laag

!! pt kunnen hypertensie en/of (toename) proteïnurie gaan ontwikkelen = ↑ risk voor nierfalen  diagnose + interventie nodig

 pt met geïsoleerde glomerulaire hematurie moeten goed opgevolgd worden: BD-meting + proteïnurie-screening




5

,proteïnurie
belang?
 aanwezigheid van proteïnerie is…:
1. een risicofactor voor cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit
2. een marker voor nierziekte (vooral glomerulaire aandoeningen)
3. een risicofactor voor de progressie van nierinsufficiëntie/-falen


proteïnurie is niet een vrijblijvende vondst  ALTIJD opvolging en verduidelijking van de oorzaak nodig!!


definitie

eiwit in urine


proteïnurie
normaal
(abnormaal)


totaal eiwit albuminurie Tam-Horsfall eiwit totaal eiwit
<100 mg/dag <20 mg/d 30-50 mg/d >300 mg/d

hoofdoorzaken

proteïnurie
(>300 mg/d eiwit)




overflow lichte ketens* tubulair**
glomerulair***
 ziekte van kahler  tubulointerstitiële nefritis



niet-nefrotisch
 nefrosclerose, DM, milde
nefrotisch syndroom
vormen FSGS en
membraneuze nefropathie


primair
secundair
 minimal change
 diabetische nefropathie,
nefropathie, FSGS,
SLE, amyloidose
membraneuze nefropathie

*overflow lichte ketens van immunoglobulinen  kunnen sws door de filterbarrière
**tubulair  geen reabsorptie of verhoogde secretie in de tubulus
***glomerulair = belangrijkste patho vorm  ernst bepaalt de kliniek:
- ↓ eiwitgehalte in bloed = ↓ oncotische druk = meer water & zout in systeem (overvulling)
- leidt tot nefrotisch syndroom: oedeem, laag serumalbumine gehalte, na tijd daalt nierfunctie




6

, detectie
elektroforese
= eiwitten scheiden obv grootte dan verder definiëren welk eiwit het is

 helpt bij onderscheiding van selectieve proteïnurie, tubulaire proteïnurie en overflow proteïnurie

(L) vb.: tubulair probleem  heel anders dan
albumine gedomineerde uitslag van elektroforese
doordat nier minder in staat is tot reabsorptie
relevante eiwitten

(R) vb.: overflow lichte keten  eiwitten kunnen ook
in urine gevonden (zoals zij in het bloed te vinden
zijn)



dipstick
 is maar semi-kwantitatief!!




vb. albuminurie:
- <30 mg/d = normaal
- >30 mg/d = abnormaal

!! nadeel dipstick = geen detectie van ‘micro-albuminerie’
 tussen 30-300mg/d geen detectie (vals negatief)




micro-albuminurie = presentative vorm van verschillende nierziekten, oa teken vroege nierschade bij diabetes

- NOOIT NORMAAL  uiting van glomerulaire en/of tubulaire schade (nefropathie: nood aan RAAS-inhibitors)
- mate van albuminurie voorspelt vaak het beloop van nierziekte




7

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller medstudentUA. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.61. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78998 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.61
  • (0)
  Add to cart