Volledige samenvatting van de hoofdstukken Grieken t/m hoogrenaissance van het boek Kunstboek. Er wordt ingegaan op de kunstgeschiedenis met nadruk op schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur.
De Grieken (1200 v. Chr. tot 100 v.Chr.)
Kunst en wetenschap:
Griekenland bestond vroeger volledig uit stadstaatjes. Vanwege eilandjes en de niet
vruchtbare grond waren de Grieken succesvol in de handel en het ontmoeten van
verschillende culturen. De Grieken waren de grondleggers van de politiek (democratie),
wiskunde, sterrenkunde, filosofie en theater. De filosofen Socrates, Plato en Aristoteles
waren de grootste denkers uit de oudheid. Aristoteles introduceerde de tragedie en komedie.
Doordat de Grieken al zover ontwikkeld zijn, ervaren ze de rest van de wereld als primitief
en ze beschouwen zich daarom als verheven boven de rest van de mensheid. De Grieken
hebben een systeem van goden, halfgoden en helden: de Griekse mythologie.
Griekse overblijfselen:
Veel van wat de Grieken maakten is in de loop van de tijd kapotgegaan of kwijtgeraakt. Ook
is materiaal hergebruikt, bronzen beelden zijn bijvoorbeeld omgesmolten. Van de
schilderkunst is ook niet veel overgebleven, de best bewaarde bron voor schilderwerk, is het
versierde aardewerk. De Grieken plaatsen grafamforen (vaas) als gedenkteken op het graf
van de dode, zoals wij nu een grafsteen op het graf plaatsen.
Schilderkunst:
De vazen uit de geometrische periode (1200 – 800 v. C) worden gekenmerkt door strakke,
geometrische patronen (zigzag vormen en meanders) zodat ze een wiskundige uitstraling
krijgen die past bij de tijd (wetenschap en verstand staan centraal). Mensfiguren worden
gestileerd (vereenvoudig) en hoekig aangebracht. Ze zijn opgebouwd uit simpele,
driehoekige bovenlichamen met daarop een kloddertje verf om hoofd en kin aan te duiden.
De armen bestaan uit lijnen. Er is veel symmetrie en in het midden staat soms een
afbeelding die de functie van de vaas weergeeft.
Zwarte en rode figuren:
Na deze periode volgen vazen met zwarte (vanaf 700 v.C) en rode
(530 v. C) afbeeldingen. Vaak worden er Griekse helden of goden op
afgebeeld. Bij zwarte vazen zijn de figuren met zwart kleislib op de
rode vaas aangebracht. De zwarte delen worden met penselen op de
vaas geschilderd, bij het bakken wordt het kleislib zwart. De rode lijnen
worden gemaakt door het zwarte kleislib weg te krassen. Hierbij
worden mens en dier al realistischer afgebeeld. Ook zit er meer
dynamiek in. Roodfigurig keramiek komt andersom tot stand door de
achtergrond zwart te maken en de rode figuren uit te sparen. Zwarte lijnen worden met een
penseeltje geschilderd. Met deze techniek kun je gedetailleerd werken.
Beeldhouwkunst:
Archaïsche periode (800 – 500 v.Chr.)
Bij de Grieken stond volmaaktheid centraal, er werd gezocht naar de perfecte
mensuitbeelding (goddelijk). Griekse beelden stellen Goden en overwinnaars voor. De
archaïsche mensfiguren worden frontaal weergegeven en ze hebben een statische houding
(archaïsche (neppe) glimlach, stijve houding, armen langs het lijf naar beneden en gebalde
vuisten). Ze zijn gestileerd weergegeven en hebben daarnaast starende ogen. Beelden van
mannen (kouros) -> naakt, vrouwen (kore) hebben wel kleding aan. Alle beelden zijn met de
linkervoet naar voren geplaatst.
,Klassieke periode (500 – 330 v.Chr)
In de klassieke perioden zijn de beelden al wat ''beweeglijker ''. Ze staan vaak in een
contraposthouding: de persoon staat met een gestrekt standbeen waar het lichaamsgewicht
op rust, en een ‘speelbeen’, dat gebogen is en, losjes met gebogen knie, achter het
standbeen staat. Deze houding geeft de figuur een dynamische uitstraling. De Grieken
krijgen in de klassieke periode steeds meer aandacht voor anatomie. De beelden krijgen
ideale verhoudingen en perfecte vormen -> dichter bij de realiteit en mooie weergave
schoonheidsideaal.
Hellenistische periode (330 – 100 v. Chr)
Door veroveringstochten van Alexander de Grote en de strijd tegen de Perzen ondergaan de
Grieken veel Oosterse invloeden. Beelden gaan er overdreven verfijnd en
theatraal/dramatisch uitzien. Figuren staan in ingewikkelde houdingen wat een dynamisch
effect meegeeft. Anatomie is nauwkeurig bestudeerd en de ideale mensfiguur wordt met
perfecte vormen en verhoudingen weergegeven.
Archaïsch Klassiek Hellenistisch
Trojaanse oorlog:
De Trojaanse oorlog speelt een belangrijke rol in de Griekse mythologie. Er is een gouden
appel ''voor de schoonste'' aan Hera, Athena en Aphrodite belooft. Er breekt een ruzie uit.
Paris krijgt de taak voor één van hen te kiezen. Hera = macht, Athena = wijsheid, Aphrodite
= mooiste vrouw ter wereld. Hij geeft de appel aan Aphrodite. Aphrodite geeft Paris de
Griekse Helena, en hij neemt haar mee naar Troje. Er ontstaat een oorlog tussen de Grieken
en de Trojanen want Paris had geen toestemming om haar mee te nemen. De strijd eindigt
met ‘het paard van Troje’. De Grieken verstoppen zich in een houten paard. Trojanen
denken dat het een offer is. De volgende dag klimmen de Grieken uit het paard en nemen
Troje in.
Architectuur:
De Grieken bouwden veel volgens de verhoudingen van de Gulden snede/goddelijke
proportie (een ideale verhouding die wordt gebruikt in de architectuur). De verhoudingen zijn
1:1,6. Dit komt in veel plekken in de natuur terug en is dus een ‘natuurlijke’ verhouding.
, Tempels worden door de Grieken gezien als huizen van goden. Ze plaatsen er een groot
beeld in van de god/godin concerné(e). Het Parthenon is het bekendste voorbeeld van een
klassieke tempel. De Grieken bouwden in verschillende ordes, die nooit door elkaar worden
gebruikt. Het Parthenon is een voorbeeld van architraafbouw: een constructie waarbij
architraven (liggende balken) de ruimtes tussen zuilen overbruggen zodat een overkapping
ontstaat. De druk van het gewicht van het plafond wordt via de zuilen afgevoerd naar de
grond. Aan de voor en achterkant van het gebouw is een driehoekig gevelveld dat vaak is
versierd: het timpaan. Ook werden er veel theaters gebouwd. De orchestra is de
theatervloer, de bezoekers zitten op een halve cirkel tribune. De Grieken bouwden dit vaak
tegen een heuvel zodat de zitplaatsen oplopen.
Optisch perfecte tempels:
De Grieken brachten in veel van hun gebouwen optische verfijning aan. Om het gebouw
perfect te laten ogen nemen de architecten fouten weg die het menselijk oog zou zien. Als
de Grieken bijv. de zuilen allemaal precies even dit gemaakt zouden hebben, zouden de
buitenste smaller lijken dan die in het midden. Om dit te voorkomen worden de zuilen op de
hoek dikker gemaakt, de toppen en onderkanten smaller en de ruimtes tussen de buitenste
zuilen smaller.
Dorisch: Ionisch Korintisch
Rondomlopende zuilen zuilen aan voor en achterzijde zuilen bevatten vaak
Rondom trappen slanke zuilen acantusbladeren
Trigliefen en metopen rondom lopend fries veel details
Kussenkapiteel kapitelen heten voluten
1 = timpaan
2 = fries
3 = triglief
4 = architraaf
5 = kapiteel
6 = schacht
7 = caneluren
8 = basement
9 = daklijst
De Romeinen (753 v. Chr. – 476 n. Chr.)
De geschiedenis van de Romeinen begint bij de stichting van de stad Rome in 753 v. Chr.
In enkele eeuwen veroveren de Romeinen een enorm gebied, Rome groeit uit van stad tot
wereldrijk. De Romeinen weten in hun enorme rijk de baas te blijven door de culturen die ze
aantreffen intact te laten. De cette façon - geen opstanden en overnemen culturele
elementen. Het Romeinse rijk wordt even later een keizerrijk onder leiding van de eerste
keizer Augustus. Vanaf 200 begint de macht van het Romeinse rijk af te brokkelen.
Constantinopel wordt de nieuwe hoofdstad van het romeinse rijk. Vanaf 395 wordt het rijk
opgesplitst in een westelijk en oostelijk deel. Het West-Romeinse rijk wordt in het jaar 476
ten val gebracht. De Romeinse religie wordt gezien als de enige juiste maar in de vierde
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eevdg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.25. You're not tied to anything after your purchase.